
In mijn vrije tijd mag ik graag in goed gezelschap op een terras zitten om te lezen. Koffietje op tafel, boek in de hand. Het is een van de grote geneugten van de zomer.
Helaas komt aan iedere zomer – ondanks de aanhoudende klimaatverandering en het ons voorspelde mediterrane klimaat in de lage landen – een einde.
Nu moet ik uitwijken naar de binnenkant van alle cafés en kroegen waar ik op het terras graag lees, en ik kan u vertellen dat ik dit zeker geen vooruitgang vind. Binnen is een muziekje of een joviale ploeg achter de toog bijna onvermijdelijk. Erger nog, er zijn geen cafés met lekkere fauteuils.
Nu ging ik laatst met een goede vriendin op expeditie door de binnenstad. Ergens moet toch wel een café te vinden zijn in deze universiteitsstad waar je kan zitten met een boek of voor een gesprek op hoog niveau? We zaten ernaast, dat hebben we in Leiden niet.
Daarom besloten wij ons eigen café te beginnen. Een café dat zich kan meten met de voornaamste Weense salons.
We hebben een paar eisen geformuleerd waaraan ons gedroomde café moet voldoen: allereerst moet het meubilair niet te modern zijn. Geen zwarte tafels of strakke lijnen. Ik wil antieke tafels met barokke tierelantijnen, grote zetels waarin je kan verzinken en schilderijen aan de muren.
Muziek is strikt verboden en iedere klant die boven een volume van 83 decibel praat wordt vriendelijk de deur gewezen. Daarnaast bouwen we achter de toog een aantal kastjes waar onze klandizie hun telefoons in kan bewaren.
Lezen vereist concentratie en telefoons zijn niets anders dan oppervlakkige afleidingen. Uiteraard zijn er ook geen televisieschermen. Voetbal kijk je maar in een van de vele sportcafés die we hier hebben.
Dan de koffie. Die moet van topkwaliteit zijn. Als je in deze tijd zonder blikken of blozen drie euro neer moet tellen voor een cappuccino – uiteraard alleen te serveren vóór de lunch – kan die maar beter goed smaken. De Sachertorte importeren wij direct uit Oostenrijk.
Idealiter zouden wij in ons café ook een gedegen bibliotheek aanleggen met antiquarische edities van de grote werken. Daarnaast moet er een ruime selectie zijn uit de vaderlandse dag- en weekbladen. Ook de internationale media moeten ruimschoots aan bod komen: van The Times Literary Supplement tot The Paris Review, van Le Monde tot de Corriere della Sera.
Ook over de locatie van ons pand hebben we nagedacht. Het lijkt me evident dat de Stevenshof of de Kooi niet in aanmerking komen.
Alles aan het Rapenburg of de Nieuwe Rijn valt af, daar komen te veel mensen die gewoon gezellig willen drinken. Idealiter vestigen wij ons in een intiem straatje bij de Pieterskerk waar alleen de fijnproevers ons weten te vinden.
Zoals u ziet staat onze businesscase als een huis. Nu zoeken wij alleen nog investeerders, een pand, leveranciers, personeel en klanten.
Mocht u nu willen instappen in dit project – een buitenkansje! – weet u me te vinden.
Omar Ghaly is student Egyptologie