Huis: ’t Witte Huis
Kamer: 25m²
Huur: €560
Bewoners: 11
Hoe is het als je kamer ook de fusie is?
‘Ik woon hier nu een half jaartje en zeker in de eerste weken vond ik het fijn om zo in het middelpunt van het huis te staan. Daardoor leerde ik iedereen snel kennen. Dit is de grootste kamer van het huis en het was nooit een sjaarzenkamer, maar toen ik in het huis kwam, wilde niemand anders hem.
‘Ik denk dat het helpt dat ik deze mensen heel leuk vind. Als ik in een huis had gewoond dat niet zo goed bij me paste, had ik het moeilijk gevonden, maar hier bevalt het wel.’
Doen jullie veel samen?
‘Ja, we zijn een enorm chill huis. ‘s Ochtends ontbijten we en drinken we een koffietje in de tuin. We spelen spelletjes en ’s avonds zitten we vaak op de bank films te kijken. Sinds ik hier woon, heb ik nog nooit alleen gegeten. Er zijn altijd mensen thuis.
‘Tussendoor proberen we elkaar te motiveren te gaan studeren, maar zeker nu het zo zonnig is gaan we meestal toch in de zon zitten. We hebben een supermooie boot, dus gaan ook regelmatig varen. Meestal door de singels en over de catwalk: het stukje in het centrum met alle terrassen aan het water. Daar kunnen wij dan lekker flaneren op onze boot. We zetten ook weleens iemand af bij een werkgroep. Dat is echt perfect.’
Hoe komt het dat jullie zo close zijn?
‘Dit huis verandert niet zo vaak. Soms gaan er binnen een halfjaar opeens veel mensen weg, en dan staat de groep weer een tijd vast. Nu wonen er alleen eerste- en tweedejaars, dus de komende jaren blijft dit het huis. Je kunt je voorstellen dat je dan een sterke band krijgt.
‘Ik zou het geen ontgroening willen noemen, maar we hebben de traditie dat je pas écht in het huis woont als je de huismos hebt gelopen. Daarvoor moet je de bel luiden, die beneden in de gang hangt, je helemaal uitkleden, naar boven rennen om daar de muur aan te tikken en dan weer naar beneden.
‘Het is allemaal niet zo heel streng, maar iedereen heeft het gedaan en er zijn zelfs wat vrienden die het hebben geprobeerd. Zelf heb ik gewacht tot er nog twee nieuwe huisgenoten waren. Toen hebben we alle jongens in een kamer gepropt, hield iemand die deur dicht, en zijn wij de trappen op en af gerend.’
Ben je ook weleens klaar met al die mensen in je kamer?
‘We zijn zo op elkaar ingespeeld, dat ik er nooit last van heb. We kunnen ook prima in stilte naast elkaar zitten en een film kijken. Ik vind het juist jammer als er niemand thuis is. “Shit”, denk ik dan: “Nu moet ik mezelf vermaken.”
‘Het is hier wel vaak vies. Anderen maken het toch minder goed schoon dan als ik het zelf doe. Laatst liep het echt de spuigaten uit, dus heb ik een streepjessysteem ingesteld: je krijgt een streepje als je bijvoorbeeld een vies bord laat staan.
‘Helaas ben ik zelf de dupe geworden van mijn beleid: ik heb inmiddels zoveel streepjes dat ik vandaag twintig euro moest betalen. Anders mocht ik niet mee-eten met de huisavond, dus ik heb het maar gedaan.’