Dat schrijven de studenten in een kritische brief aan de universiteitsraad.
‘Het universiteitsbestuur heeft geen enkele grond aangevoerd voor de aantijgingen’, aldus de studenten. ‘Daarom concluderen wij tot onze ontsteltenis dat de moderator is afgewezen omdat ze een Palestijnse vrouw is. Dat soort discriminatie is volstrekt onacceptabel.
‘Dr. Zbeidy verdient daarom op zijn minst een oprechte verontschuldiging van de universiteit. Dat die verontschuldiging er nog steeds niet van is gekomen is op zijn minst zorgwekkend te noemen.’
Vorige maand annuleerde de universiteit kort van tevoren een paneldiscussie over Palestina die werd gehouden tijdens de landelijke Israël Apartheid Week. Die beslissing leidde tot grote ophef en een demonstratie voor het Wijnhavengebouw.
Niet lang erna schreef de universiteitsraad in een reactie dat de organisatoren huisregels hadden overtreden. Naast de ‘niet-neutrale’ moderator, zouden de studenten zich niet kenbaar hebben gemaakt, en zou het panel geen academisch karakter hebben.
Anonieme organisatie
Dat betwisten de studenten. Ze hebben zich wel degelijk kenbaar gemaakt, schrijven ze, en via de docenten die bij de organisatie hielpen was de universiteit al meteen op de hoogte van hun betrokkenheid. ‘De docenten, die de ruimte voor ons hebben aangevraagd en later in gesprek zijn gegaan met het hoofd communicatie en hoofd veiligheid, hebben vanaf het eerste gesprek duidelijk gemaakt dat de aanvraag voor de ruimte bedoeld was voor Students for Palestine the Hague, een activistengroep die bestaat uit studenten van Universiteit Leiden.’
De docenten waren bovendien niet alleen ‘woordvoerders’ van de studenten. ‘De docenten waren betrokken bij het vinden van sprekers, het boeken van een ruimte en het opzetten van het panel op de dag zelf.’
De studenten schrijven dat ze zich inderdaad liever niet kenbaar maken. ‘Meerdere stafleden aan de Universiteit Leiden zijn bijvoorbeeld blootgesteld aan negatieve reacties en lastercampagnes omdat ze zich uitspraken over Palestina. Deze gevaren en risico’s creëren gevoelens van onveiligheid bij ons, als studenten die opkomen voor de rechten van de Palestijnen.’
Toch hebben ze zich wel degelijk bekend gemaakt, schrijven ze. Toen het evenement werd geannuleerd, maakte een lid zich kenbaar aan het bestuur van de faculteit Geesteswetenschappen. De decaan, Mark Rutgers, bood de studenten toen alsnog een zaal aan maar werd kort erna teruggefloten door het college van bestuur. Rutgers heeft de studenten vlak ervoor ook ontmoet, schrijven ze. ‘Wij zijn dus niet anoniem gebleven.’
Onder druk gezet
Ook schrijven de studenten dat de zich onder druk gezet voelden door het bestuur. In een bijgevoegde tijdlijn schrijven ze dat ze op 15 maart, een kleine week voor het evenement zou plaatsvinden, een ‘ultimatum’ ontvingen van Veiligheidszaken en de communicatieafdeling van de Faculty of Governance and Global Affairs. Als ze een zaal wilden in Wijnhaven, moesten ze een andere moderator kiezen en een nieuw plan van aanpak schrijven. Bovendien wilde de universiteit in gesprek met de studenten zelf.
‘Minder dan een week voor het panel kregen we te horen van de docenten die steeds in gesprek waren geweest met het veiligheidsdepartement, communicatiedepartement FGGA en het college van bestuur dat zij ons direct wilden spreken, zonder docenten erbij. De docenten, echter, maakten deel uit van het organiserend comité. Bovendien maakte deze buitensluiting dat wij ons onveilig voelden vanwege de machtsverschillen tussen studenten en het bestuur.’
De universiteitswoordvoerder ontkent dat stafleden niet aanwezig mochten zijn bij het gesprek: ‘De aanvragers waren niet de organisatoren, zo bleek. De afspraken over het evenement en de locatie worden met de organisatie gemaakt. Er is contact gezocht met de organisatie, dat lukte steeds niet. De docenten gaven aan dat dit niet mogelijk was. Al op of rond 8 maart is dit verzoek gedaan, en er is zeker niet bij gezegd dat dit gesprek zonder de docenten moest plaatvinden.’
In de mailwisseling hierover, die Mare heeft ingezien, staat dat de universiteit ‘vanaf nu met de originele organisatoren zal praten’, waarmee de studenten worden bedoeld.
Students for Palestine schrijft dat de universiteitsraad de studenten zelf, of de betrokken docenten, niet heeft gesproken om hun kant van hun verhaal te doen. ‘Volgens ons heeft het college van bestuur ons niet eerlijk behandeld en we vinden het jammer dat de universiteitsraad hier geen onderzoek naar heeft gedaan voor het maken van een beoordeling en het schrijven van zijn brief.’