Nieuws
Studenten met een functiebeperking hebben meer klachten over online onderwijs
Leidse studenten met een functiebeperking zijn negatiever over online colleges, zo blijkt uit een evaluatie.
Anoushka Kloosterman
maandag 9 november 2020

Dat blijkt uit een evaluatie van het Interfacultair centrum voor lerarenopleiding, onderwijsontwikkeling en nascholing (ICLON) over het online onderwijs in het vorige semester.

Studenten met een functiebeperking zijn negatiever over allerlei aspecten van online studeren, waaronder over de werkplek, ondersteuning bij technische vragen, en zelfmotivatie. Het verschil is ‘klein, maar significant’, aldus het rapport.

‘Het was heel duidelijk dat studenten met een functiebeperking systematisch lager scoren dan de andere studenten’, zegt ICLON-onderzoeker Maarten van de Ven. Waar het probleem ligt, weet hij niet. Hij hoopt dat er aanvullend onderzoek kan worden gedaan, en denkt dat de open vragen bij de enquête kunnen helpen. ‘Maar die moeten we nog analyseren.’

eenrichtingstentamens

Over het algemeen zijn de 2337 respondenten neutraal tot best positief. Weinig verrassend: studenten zijn niet enthousiast over online toetsen met proctoring, of ‘eenrichtingstentamens’, waarbij ze niet terug kunnen bladeren naar vorige vragen.

‘Het is vervelend als iemand meekijkt. Ook voor de docent is proctoring niet ideaal’

Van de Ven: ‘Het heeft ook te maken met strategie. Veel studenten maken eerst de vragen die ze kennen, en daarna de vragen die ze niet direct weten. Dus we adviseren dat ze ermee kunnen oefenen, en hun strategie kunnen aanpassen.’

afschrikeffect

De zorgen over proctoring hebben te maken met het ‘privacy-element’, zegt hij. ‘Het is vervelend als iemand meekijkt. Ook voor de docent is het niet ideaal. Zelf met proctoring kan je niet honderd procent weten of er echt niet gefraudeerd is. Het belangrijkste is het afschrikeffect, denk ik.’

Daarnaast hebben de respondenten weinig op met groepsopdrachten, en zijn ze blijer met individuele begeleiding. Dat was pre-coronatijd waarschijnlijk ook zo, geeft Van de Ven toe: ‘Maar het is wel interessant om te zien dat dit online óók zo is. Daar moet misschien wel meer moeite voor gedaan worden, omdat het online is.’

Het onderzoek is online gepubliceerd. ‘Een bijwaarde is de binding van de studenten aan de universiteit’, zegt Van de Ven. ‘Studenten vinden het ook fijn als aan ze wordt gevraagd hoe het gaat, en wat ze vinden. Dus zetten we het online, zodat ze zien dat er ook iets mee wordt gedaan.’