Hamer kreeg vorig jaar april van demissionair onderwijsminister Robbert Dijgraaf de taak om een cultuurverandering op gang te brengen die ‘moet gaan leiden tot een samenleving waarin we op een gelijkwaardige en respectvolle manier met elkaar omgaan en waarin seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld niet meer of veel minder zal voorkomen’.
In totaal doet Hamer negen aanbevelingen. Zo raadt ze de minister aan om de kennis en bewustwording over seksueel grensoverschrijdend gedrag en geweld binnen het hoger onderwijs te vergroten, het instellen van gesprekken over onwenselijk gedrag binnen instituten te bevorderen, en het geven van leiderschapstrainingen aan bestuurders.
Verder raadt ze aan om met bestuurders te praten over de reikwijdte van zorgplicht die Dijkgraaf wil instellen voor het hoger onderwijs. Daarvoor moeten volgens de regeringscommissaris afspraken gemaakt worden over de posities van vertrouwenspersonen en ombudsfunctionarissen, moeten er consequenties verbonden worden aan het breken van gedragscodes en moeten er transparante klachtenprocedures worden opgesteld.
Vertrouwen
Op dit moment blijkt uit de cijfers dat veel mensen die het slachtoffer worden van seksueel wangedrag daar geen melding van maken, omdat ze dan niet willen, durven of omdat ze geen vertrouwen hebben in de klachtenprocedures.
Hamer werd in 2022 ingesteld als regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld in de nasleep van de #MeToo-beweging en het schandaal bij The Voice of Holland. Afgelopen zomer tekenden Hamer en een aantal studentenorganisaties al een pact om seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag onder studenten tegen te gaan. Aanleiding daarvoor was een incident bij het Amsterdams Studentencorps waar leden van de vereniging vrouwen tijdens een toespraak uitmaakten voor ‘sperma-emmers’.