Denk jij aan zelfdoding? Je bent niet alleen. Neem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via www.113.nl of bel 113 (lokaal tarief) of 0800-0113 (gratis).
Elke veertig seconden sterft er iemand op de wereld aan zelfmoord’, opent hoogleraar veiligheid en interventies Marieke Liem. ‘In Nederland ligt het aantal op ruim vijf mensen per dag.’
De Spaanse Trappen in Wijnhaven zitten dinsdag vol studenten die zijn gekomen om te luisteren naar drie professionals die een lezing geven over zelfmoordpreventie als deel van de globale suïcide preventieweek. Voor aanvang krijgt elke student, inclusief nietsvermoedende pauzehouders, een gouden lintje in handen gedrukt dat ze op hun borst kunnen spelden en waarmee ze hun steun kunnen betuigen voor de aanpak van de groeiende epidemie. Door de constante doorstroom van studenten rond de trappen is het rumoerig, maar het kan bewegingswetenschapper en epidemioloog Saskia Mérelle niet luidruchtig genoeg zijn: ‘Het is heel bijzonder, we staan echt out in the open. Dit is precies de manier waarop we het taboe kunnen doorbreken.’
Maar de cijfers hakken erin. Als Mérelle de Nederlandse statistieken uiteenzet, is de menigte in één klap muisstil. In de afgelopen twintig jaar is het percentage jongeren en jongvolwassen die zelfmoord plegen verdubbeld. In 2022 was één op de drie sterfgevallen een tiener, en één op de vijf een twintiger.
Naast de harde feiten besteedt Mérelle ook aandacht aan opvallende trends in het onderzoek omtrent suïcides onder jongeren in Nederland. Er is bijvoorbeeld sprake van een genderparadox: vrouwen doen sneller zelfmoordpogingen, maar mannen zijn vaker succesvol. Er sterven momenteel twee keer zoveel mannen als vrouwen aan zelfdoding, mede doordat mannen vaak een hogere drempel ervaren om over problemen te praten en hulp te zoeken.
De laatste slide van haar PowerPoint moet de mannen in de zaal een hart onder de riem steken. Naast een lief kattenplaatje verschijnt in dikke roze letters een citaat uit de nieuwe Barbie-film: ‘I am Kenough.’
Manager hulpverlener bij 113 Zelfmoordpreventie Maryke Geerdink gaat in op hun strategie voor het voeren van telefoon- en chatgesprekken met wanhopige hulpzoekenden. Deze hulplijn is vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week bemand met getrainde vrijwilligers die klaarstaan om suïcidale mensen ondersteuning te bieden. Nadat zij checken of de hulpzoekende veilig is, proberen ze in een gesprek te zoeken naar iemands redenen voor suïcidale gedachtes en gezamenlijk een oplossing te vinden.
‘Of iemand wel of niet besluit die vervolgstap te zetten is en blijft hun eigen keus’, aldus Geerdink.
‘Niemand anders is daar verantwoordelijk voor. Alles wat wij – en jullie – kunnen doen, is beschikbaar zijn en luisteren.’
Dat is belangrijker dan advies geven, legt ze uit: ‘Probeer oprecht benieuwd te zijn naar iemands verhaal en laat de ander de controle behouden.’
Het grootste misverstand dat het taboe op zelfmoord in stand houdt, is dat praten over suïcidale gedachtes negatieve gevolgen zou hebben. Naasten (of zelfs hulpverleners) zijn bang dierbaren op ideeën te brengen of bestaande fantasieën te versterken, terwijl degenen die met suïcidale gedachtes kampen zich tot last van hun omgeving voelen en geen andere uitweg meer zien. Als geen van beide het essentiële gesprek begint, blijft die vicieuze cirkel in stand.
‘Vragen naar suïcidale gedachtes zal nooit iemand op ideeën brengen als diegene er niet al zelf mee bezig was’, drukt Geerdink iedereen op het hart. ‘Het zal iemand alleen maar helpen om zich open te stellen. Onderschat niet hoeveel verschil je kan maken door er in het donkerste moment van de nacht voor iemand te zijn.’
Dit academisch jaar gaat er een nieuwe leerlijn van start op vijf universiteiten die geheel in het teken van zelfmoordpreventie staat.
Deze modules zijn ontwikkeld door onder andere universitair docent Joanne Mouthaan, die hiervoor onlangs de Casimirprijs (voor onderwijsinnovatie) kreeg uitgereikt.
‘Het onderwerp is van zo’n groot maatschappelijk belang dat het echt vast in alle psychologieopleidingen moet komen’, vindt Mouthaan.
‘Iedereen die uiteindelijk in de GGZ een baan krijgt moet hierin voldoende opgeleid zijn.’
Aan de hand van teksten, filmpjes en casussen leren studenten over de oorsprong van suïcidale gedachtes en hoe je in de praktijk omgaat met iemand die deze gedachtes ervaart. ‘Door de interactieve elementen is het heel praktisch en laat je de student het echt zelf doen’, aldus Mouthaan.
De leerlijn wordt nu, na een proefperiode van een jaar, voor het eerst binnen de bachelor- en masteropleiding psychologie gegeven.
In de vervolgopleidingen start nu de proefperiode, zodat uiteindelijk het lesmateriaal over suïcidepreventie als rode draad door de gehele opleiding loopt.
‘We willen dat behandelaren zich zelfverzekerd voelen’, zegt Mouthaan. ‘Tot nog toe vinden veel van hen het spannend. Dit komt doordat ze simpelweg te weinig kennis hebben vergaard of het te versnipperd aangeboden hebben gekregen.’
Wat essentieel is in de omgang met mensen die suïcidale gedachten ervaren is het onderwerp bespreekbaar maken, benadrukt Mouthaan. De drempel die veel hulpverleners weerhoudt om het gesprek te beginnen, is misplaatst.
‘Vraag iemand ernaar. Dit maakt het niet erger, maar lichter.’