Zichtbaar en hoorbaar geëmotioneerd draait een van de schutters zich om, dinsdagochtend in de Haagse rechtbank. ‘Ik kom woorden tekort’, stamelt hij tegen de slachtoffers die hij in mei 2021 onder vuur nam. ‘Ik schaam me diep.’
Acht maanden geleden werden twee studenten die ‘s nachts in het Rapenburg zwommen beschoten met een luchtbuks. Ze werden drie keer geraakt: in hals, been en bil, met een bloeduitstorting en bloedende wonden tot gevolg.
Volgens de daders waren ze die avond uit verveling met hun buks aan het schieten in de gang van hun Minerva-huis. Toen ze van een huisgenoot hoorden dat er mensen in de gracht aan het zwemmen waren, liepen ze de straat op en schoten met hun luchtbuksen op de twee vrouwelijke studenten die op dat moment net uit het Rapenburg klommen.
Naar binnen gerend
‘Bij het woord “au” zijn we naar binnen gerend’, zegt een van de schutters tijdens de rechtszaak. ‘Het was niet mijn bedoeling de dames pijn te doen’, voegt de ander toe. ‘Op het moment dat we “au” hoorden, wist ik niet wat we moesten doen. Het leek me de beste keuze naar binnen te gaan.’
Toen het nieuws over het incident de volgende dag rondging, gaven beide studenten zich alsnog aan bij de politie.
Volgens de verdediging is het misdrijf deels te wijten aan de lockdown. Een van de advocaten van de schutters: ‘Het was vlak na avondklok, je kan nergens naartoe. College gaat via je laptop, elke dag is een soort Groundhog Day.’
‘Maar hoe kwam het in u op dit te doen?’ wil de rechter weten. ‘Was het in een lollige bui?’
‘Dat kun je wel stellen’, antwoordt de schutter. ‘Ik weet niet wat me toen bezielde, ik denk dat ik het als een soort grap zag.’
Lampjes kijken
‘Wij waren in een lollige bui gaan zwemmen, in plaats van schieten op mensen’, reageert een van de slachtoffers daarop droogjes.
‘Tot op de dag van vandaag slaap ik slecht. Er is niet te spreken van de mooiste tijd van je leven als je elke week bij een psycholoog naar lampjes moet kijken voor EMDR-therapie. Een ludieke actie, maar die heeft bij mij tot veel leed geleid.’
Belangrijkste discussiepunt tijdens de zaak was of er sprake was van zware mishandeling of slechts ‘gewone’ mishandeling. Daarvoor is opzet vereist: hadden de schutters kunnen weten dat ze zwaar lichamelijk letsel konden veroorzaken, ook al was dat niet hun doel?

Volgens het Openbaar Ministerie wel: de schutters waren bekend met de wapens en hadden ook wel eens op elkaar geschoten. Daar komt nog bij dat de slachtoffers in hun zwemkleding erg kwetsbaar waren én er meermaals van geringe afstand is geschoten. De officier van justitie eiste daarom een werkstraf van 200 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden.
Impulsieve daad
Daar ging de rechter niet in mee. Het was volgens hem niet bewezen dat de gebruikte luchtbuks zwaar lichamelijk letsel kon toebrengen vanaf de plek waar de daders schoten. Opzet voor zware mishandeling ontbreekt, dus de studenten worden alleen veroordeeld voor ‘gewone’ mishandeling.
Het is duidelijk dat de angst voor de uitspraak er bij de schutters goed in zit. Met een strafblad is het lastig om nog een verklaring omtrent gedrag (VOG) te krijgen, iets wat de studenten rechten en commerciële economie nodig zullen hebben voor stages en hun verdere loopbaan. ‘Ik hoop niet dat mijn hele toekomst bepaald wordt door deze ene grote fout’, zegt een van hen. Daarom verzoekt de verdediging de rechter in het vonnis te melden dat deze uitspraak niet zou moeten meetellen voor een VOG.
Tevergeefs: de rechter geeft er geen gehoor aan. Ook een verzoek om de schutters volgens het jeugdrecht te straffen wijst hij af. Volgens de advocaten zou de impulsieve daad en de relatief jonge leeftijd van de daders (20 en 21 ten tijde van het incident) wijzen op nog niet uitontwikkelde hersenen en daarom mildere straffen rechtvaardigen.
Volgens de rechter moeten de twee schutters als volwassen worden behandeld. Ze wonen immers op zichzelf, hebben een bijbaan en volgen hoger onderwijs. ‘Bovendien zie ik in de rechtbank ook genoeg volwassenen die impulsieve daden verrichtten.’
Nog niet mee klaar
Voor mishandeling legt de rechter de twee schutters 60 uur werkstraf op. Ook moeten ze de twee slachtoffers respectievelijk 750 en 794 euro schadevergoeding betalen.
De slachtoffers zeiden na afloop van de zaak dat ze vooral opgelucht waren dat de zaak was afgerond. ‘De zaak was al een keer uitgesteld, maar dat is nu gelukkig niet nog een keer gebeurd’, aldus een van hen. ‘Ik heb niet veel te zeggen over de uitspraak. Het belangrijkste vond ik dat het eerlijk zou zijn. Ik vertrouw op de rechter dat dit de juiste uitkomst is, maar we zijn er persoonlijk nog niet klaar mee.’