De volle dagen zijn nodig omdat de universiteitsgebouwen nog maar beperkt kunnen worden gebruikt. Daardoor is spreiding van studenten noodzakelijk.
De eerder voorgestelde corona-tijdsslots van 11 tot 15 uur en 20 uur zijn geschrapt. Dat geeft de universiteit meer ruimte om colleges te geven. Dat wordt een mix van digitaal en fysiek onderwijs. Om zoveel mogelijk face-to-face-colleges te kunnen geven gaat de universiteit meer uren in de dag gebruiken dan gewoonlijk.
‘De universiteit gaat in september van 08.30 ’s ochtends tot 21:15 ’s avonds onderwijs geven’, zei vice-rector Hester Bijl maandag tijdens de vergadering van de universiteitsraad. ‘We gaan zo maximaal mogelijk gebruik maken van de beperkte ruimte in de gebouwen. Uiteraard geldt overal de anderhalve meter. We moeten zorgen dat het in de gangen en de toegangen van gebouwen en zalen veilig is.’
Docentwissel
Er komen twee tijdslots, legde Bijl uit. ‘Een groep studenten komt om 08.30, en een volgende groep begint om 09.00. Door de spreiding is er minder drukte op de gangen en bij de deuren. Er wordt gewerkt in blokken van ongeveer vier uur. Met na twee uur een docentwissel. De studenten blijven in de zaal. Dus twee keer een college van twee uur.’
Na zo’n blok van vier uur wordt er schoongemaakt. ‘Het avondblok is ongeveer van 17.15 tot 21.15. We gaan docenten niet keihard verplichten om avondonderwijs te geven. We vragen opleidingen om te kijken welke docent onderwijs kan en wil geven in bepaalde blokken.’
Druk op labs
Waarschijnlijk worden de avondblokken minder intensief gebruikt. Daar is dan ook geen verschuiving van een half uur ingebouwd. ‘Anders eindigen we nog later in de avond.’
Bij Wiskunde en Natuurwetenschappen is een ‘enorme druk’ op de labs, aldus Bijl. ‘Daar gaan we kijken of we wat betreft tijdslots iets flexibeler kunnen zijn. Het goede nieuws is dat daar de gangen heel breed zijn. Uiteraard doen we dit in goed overleg met het universitair facilitair bedrijf.’
De faculteiten werken volgens de vice-rector ‘keihard’ aan roosters. ‘De prioriteit ligt bij de eerstejaars. Onderwijs dat moeilijk online kan, heeft ook voorrang. Practica en werkgroepen bijvoorbeeld.’
Dat onderwijs de prioriteit heeft, betekent dat lang niet alle medewerkers naar hun werkplek kunnen. ‘Sommige medewerkers worden helemaal gek thuis, maar mogen toch niet naar hun kantoor’, vertelde personeelsraadslid Elizabeth den Boer (FNV Overheid). ‘Ze krijgen een “nee” te horen van hun leidinggevende. Het beleid is te rigide.’
“Is Leiden te streng?”
Den Boer werkt zelf bij de Faculty of Governance of Global Affairs in Den Haag waar volgens haar meer mogelijk is. ‘Het idee is een afstand van anderhalve meter. Voor de Haagse Campus geldt meer een twintigmeter-samenleving.’
‘We krijgen ook wel signalen van de faculteiten’, reageerde rector Carel Stolker: ‘“Is Leiden niet te streng? Strenger dan de rest?” Maar we houden ons gewoon aan de regels. Dat moet ook. De gezondheid staat voorop. Als er echter op bepaalde plekken wellicht meer mogelijk is, communiceer dat dan aan het betreffende faculteitsbestuur. Mocht je er daar niet doorheen komen, geef dan een seintje aan het college. Er zijn overigens ook nog behoorlijk wat medewerkers die het eng vinden om weer naar kantoor te komen.’
Het college gaf ook een toelichting over de mogelijke verlenging van contracten van promovendi en postdocs van wie het onderzoek in de problemen is gekomen door de corona-crisis.
In de nieuwe cao van de universiteiten is afgesproken dat 0,45 procent van de zogeheten loonruimte, dat is het totale budget dat de universiteiten kunnen gebruiken om een cao-akkoord mee op te stellen, wordt gereserveerd voor incidentele financiering van coronaknelpunten. Een noodfonds dus.
De universiteit kan voorlopig alleen de schrijnende gevallen te hulp schieten, legde Stolker uit. ‘Anders worden de bedragen te hoog.’ De faculteiten komen later vandaag met een inventarisatie van deze schrijnende gevallen.
‘Maar wie bepaalt wie en wat schrijnende gevallen zijn?’ vroeg Bart van der Steen van FNV Overheid.
‘Dat is inderdaad geen duidelijk gedefinieerde categorie’, antwoordde Stolker. ‘Het is niet meetbaar, vertraging bijvoorbeeld wel. We moeten de juiste gevallen eruit zien te vissen. Daar gaan we het over hebben met de faculteiten.’
In augustus praten de raad en het college verder over eventuele extra compensatiemaatregelen.