Nieuws
#Kunstgate-congres in mei, daarna besluit over toekomst weggehaald schilderij
Het symposium over #kunstgate zal plaatshebben op 26 mei. Dat heeft de universiteit vandaag aangekondigd.
Vincent Bongers
donderdag 30 maart 2023
Beeld Silas.nl

Medewerkers van de universiteit verwijderden op 10 november tijdens een vergadering in een zaal in het Academiegebouw een schilderij van de kunstenaar Rein Dool van de wand en zetten het omgekeerd tegen de muur. Op het schilderij uit 1977 zijn zes universiteitsbestuurders te zien, onder wie rector magnificus Dolf Cohen. De mannen op leeftijd zijn niet al te flatteus afgebeeld en om hen heen kringelt de rook van sigaren.

Het schilderij ergerde een aantal medewerkers al een tijdje. Rechtendecaan Joanne van der Leun twitterde erover: ‘Persoonlijk vind ik dat het weg mag, en ik verwacht ook dat dat snel gaat gebeuren. Het grootste deel van mijn carrière heb ik in kamers met mannen en schilderijen van mannen gezeten. Ik haat de rook ook.’

De universiteit vat het voorval in de aankondiging van het symposium als volgt samen: de medewerkers ‘hadden geen zin om nog langer tegen een zestal witte, rokende mannen van middelbare leeftijd aan te kijken – de tijden en bestuurscultuur zijn veranderd.’

Rector was erbij

Bij het verwijderen van het schilderij waren Koen Caminada, vice-decaan van FGGA, en rector magnificus Hester Bijl aanwezig. ‘De rector was er inderdaad bij’, zou universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke later erkennen. ‘Mogelijk heeft ze het werk aangeraakt maar ze behoorde niet tot de personen die het van de muur hebben gehaald.’

De actie leidde tot een storm van protesten over #kunstgate. VVD parlementariër Hatte van der Woude sprak van een ‘dieptrieste actie’ en ‘een schoffering van de kunstenaar’ en stelde Kamervragen.

Job Cohen, voormalig staatssecretaris, burgemeester van Amsterdam, PvdA-leider en zoon van de geportretteerde rector Dolf, stuurde samen met zijn broer Floris een brief aan het college van bestuur en Mare.

Volgens hen geeft het kunstwerk ‘niet alleen een fraai inzicht in de toenmalige tijdgeest, maar heeft het op even fraaie wijze de geest gevangen waarmee de toenmalige Rector Magnificus zijn ambt vervulde’. De gebroeders Cohen boden zelfs aan het college van bestuur een bijspijkercursus te geven over hun vader.

Het college schrok zo van de ophef dat het schilderij tijdelijk werd teruggehangen.

Wat wel en wat niet tonen?

Ook werd er een commissie, met als voorzitter emeritus hoogleraar kunstgeschiedenis Kitty Zijlmans, ingesteld die moet adviseren over wat er met het schilderij moet gebeuren. De commissie is daarnaast gevraagd ‘in bredere zin te adviseren over tentoonstellingen in de openbare ruimtes van de universiteit, in het bijzonder in het Academiegebouw’ en een symposium te organiseren.

‘Waar wordt het werk getoond en met welke informatie?’

Dat congres, met de titel ‘Ter tafel – Reflecties op de ophef over een schilderij in het Leidse Academiegebouw’, vindt op 26 mei plaats in het Kamerlingh Onnes Gebouw. Tijdens de bijeenkomst geven Job en Floris Cohen een lezing over ‘de ontstaansgeschiedenis van Leidens eerste gedemocratiseerde college van bestuur, en de taakopvatting van de toenmalige rector’.

Nieuwe richtlijnen

Andere sprekers zijn Margriet Schavemaker, artistiek directeur van het Amsterdam Museum en hoogleraar media en kunst in de museale praktijk aan de Universiteit van Amsterdam, en Judi Mesman, hoogleraar jeugd en samenleving.

Verder is er een debat over het schilderij en het tentoonstellingsbeleid van de universiteit. De commissie wil dan ‘ingaan op de volgende vragen: welke overwegingen spelen een rol bij het beslissen wat wel en niet wordt getoond? Waar wordt het werk getoond en met welke informatie?’

Het college zal op ‘basis van het advies van de commissie en de inzichten uit het symposium een besluit nemen over (de plek) van het schilderij van Rein Dool en richtlijnen vaststellen voor het tentoonstellingsbeleid.’

In januari zei kunstenaar Rein Dool in Mare dat hij ‘betrokken wil worden bij waar het (werk, red.) nu wordt gehangen. Ik vind dat het in een openbare ruimte moet, een wat grotere. Waar veel mensen komen.’