
Dat blijkt uit de resultaten van een enquête onder medewerkers van het vorig jaar in gebruik genomen gebouw. De vragenlijst werd gestuurd naar 164 medewerkers en is door 92 van hen ingevuld. Naast het faculteitsbureau werkt er personeel van LIAS, KITLV, ASCL en IIAS.
Medewerkers zijn het minst tevreden over het binnenklimaat. Zij geven een schamele 4,3 voor de mogelijkheid zelf het klimaat te regelen en ook over de temperatuur in het gebouw zijn de medewerkers ontevreden (4,9). De verlichting krijgt een krappe voldoende (5,5) en de luchtkwaliteit een 6,4.
Verder vinden de medewerkers de vindbaarheid in het gebouw erg matig (5,5) en ervaren ze weinig privacy (5,8). Ook de mogelijkheid om geconcentreerd te kunnen werken is met een 6,2 aan de lage kant.
Het meest enthousiast zijn respondenten over het aantal beschikbare werkplekken (7,7), de ICT-voorzieningen (7) en het reserveren van vergaderruimtes (7,1). Ook vinden ze hun werkplek schoon (7,3) en ervaren ze het gebouw als open en transparant (6,9).
Geconcentreerd werken
De resultaten werden onlangs in de faculteitsraad besproken. Daar klonk kritiek op de uitkomsten en op de manier waarop die zijn voorgesteld. Zo staat in de memo onder het kopje ‘Waar zijn respondenten tevreden over?’ de score van 6,2 voor de mogelijkheid geconcentreerd te kunnen werken. Voorzitter van de faculteitsraad Susan van Grol: ‘Dat wijst niet echt op tevredenheid, dat is een magere voldoende.’
‘Scores rond de 7 vindt men blijkbaar hoog genoeg, maar moeten we niet streven naar een hoger cijfer?’ vroeg raadslid Nicole van Os. ‘Er zitten ook dingen onder de zes. Laten we een beetje ambitieus zijn: niet alleen kijken naar wat goed genoeg is, maar ook wat er beter kan.’
Bestuurslid Saskia Goedhard noemde zelf nog dat de 5,5 voor de vindbaarheid in het gebouw ‘niet zo hoog’ is. ‘We gaan kijken hoe we dat kunnen verbeteren.’
In de memo staan ook nog andere verbeterpunten waar het bestuur mee aan de slag gaat. Zo moeten de temperatuurregeling en ventilatie worden verbeterd. ‘De huidige temperatuurverschillen zijn te groot en moeten worden geoptimaliseerd. Samen met vastgoed, de installateur en de ontwerpers onderzoeken we hoe de installatie beter kan functioneren’, staat in de memo.
Belcellen
Van Grol had nog een ander punt. Op de eerste verdieping staan twee belcellen, maar slechts twaalf procent van de respondenten gebruikt die weleens. Die zijn echter uitsluitend te reserveren voor medewerkers.
‘Is er een mogelijkheid om die ook open te stellen voor studenten? Ik loop er op de universiteit weleens tegenaan dat ik moet bellen maar geen geschikte plek heb om rustig te kunnen vergaderen. Óf je gaat op een plek zitten waar je stil moet zijn, en dan stoor je de anderen. Óf je zit op een plek waar je vrijuit mag praten, maar daar is dan veel achtergrondrumoer.’
‘Ik heb liever dat ze worden gebruikt, dan dat ze leegstaan’, antwoordde Goedhard. ‘We gaan kijken of we dat kunnen uitbreiden.’