Columns & opinie
De alledaagsheid van de slaaf
Remco Breuker vraagt zich af: hoe ver zijn we eigenlijk verwijderd van een dertiende-eeuwse schrijver? 'Dat empathie zich over afstanden gemeten in eeuwen uitstrekt is mooi'
Remco Breuker
donderdag 17 maart 2022

Ik heb me in de afgelopen jaren aardig door de verzamelde werken van een van Korea’s meest geëerde klassieke schrijvers, Yi Kyubo, heen weten te vertalen. Yi schreef zijn laatste gedicht acht eeuwen geleden, maar zijn oeuvre sprankelt nog steeds, zet aan tot een lach of ontroert. Zoals de epitaaf die hij schreef voor een overleden boeddhistisch monnikje van twaalf dat zijn eigen zoon bleek te zijn.

Niet alle teksten zijn nog even begrijpelijk, laat staan relevant. In die acht eeuwen is er het nodige veranderd en de contemporaine context is vaak niet meer te reconstrueren. Maar de stem van een intelligente, vaak grappige en soms bedroefde man klinkt duidelijk door en zijn geluk en verdriet zijn herkenbaar. Hij verloor kinderen, maakte carrière aan het hof (en schopte het tot premier), en leefde ten tijde van staatsgrepen, maatschappelijke onrust, en allesvernietigende oorlog met de Mongolen.

Yi Kyubo’s oeuvre is een schoolvoorbeeld van de empathie die literatuur wordt geacht te stimuleren. Ook aan de andere kant van de wereld leefden acht eeuwen terug mensen die we vandaag de dag nog steeds kunnen begrijpen.Toch is dat niet het hele verhaal.

In zijn Inscriptie om mijzelf te waarschuwen schrijft Yi:

Vertel niet al je geheimen, alleen maar omdat je op intieme voet staat met elkaar,
Ik slaap onder dezelfde deken als mijn favoriete vrouw en bijzitten, maar we willen elk iets anders.
Spreek niet onbekommerd wanneer je een slaaf ontbiedt,
Hij lijkt wellicht meegaand van buiten, maar bekokstooft van binnen zijn ontsnapping.

Hoeveel te meer geldt dit wel niet voor hen die niet je echtgenoot of slaaf zijn?

De inscriptie biedt praktische raad aan een man met meerdere vrouwen en slaven, een niet ongebruikelijke situatie in de Koryŏ samenleving waar waarschijnlijk dertig tot veertig procent van de samenleving onvrij was.

‘Met hetzelfde gemak kopen wij wegwerpmode die is gemaakt door kinderhandjes’

Geen voorbeeld van de veelgeroemde empathie waartoe literatuur kan aanzetten, maar tegelijkertijd is Yi’s waarschuwing aan zichzelf niet onbegrijpelijk. Het is verleidelijk om het, ook vanwege de niet direct in het oog springende literaire excellentie ervan, niet op te nemen in mijn selectie van vertaalde teksten. Slavernij is slecht, dat vinden we allemaal, maar het moet de boel niet bederven. Vroeger was vroeger en toen lagen de dingen nu eenmaal anders.

En dat vraag ik me nu juist af.

Het gemak waarmee Yi schrijft over zijn slaven, op wie hij ongetwijfeld gesteld was omdat zij vaak een leven deelden met de familie die hen volgens de wet bezat, of de alledaagsheid waarmee hij in een stuk over vriendschap tussen twee geleerden vermeldt dat een jonge slaaf zo prachtig zingt bij het gezamenlijk dronken worden: het lijkt zoveel op het gemak waarmee wij wegwerpmode consumeren, wetende dat kinderhandjes die hebben vervaardigd, en op de alledaagsheid van meldingen over dwangarbeid en uitbuiting in Xinjiang, Qatar, of Tilburg, want wat moeten we zonder katoen, voetbal, of pakketbestellingen.

Ik vermoed dat de alledaagsheid van de slaaf in wereld en werk van iemand zo ver van ons verwijderd als Yi Kyubo de empathie die ontstaat als we lezen over zijn verdriet bij de dood van zijn zoon of over een geslaagd drinkgelag met oude vrienden volledig intact laat.

Toegegeven, we leven in een wereld waarin slaven zoals die in de dertiende eeuw in Korea niet meer bestaan. Toch zijn er nog nooit zoveel mensen geweest die in slavernij leven als vandaag. Heel veel lijkt het ons niet te doen, want het moet allemaal wel betaalbaar blijven.

De echte resonantie die ik oppik uit het werk van Yi Kyubo is dat het goed mogelijk is om een goede vader en trouwe vriend te zijn, om carrière te maken vanwege je bestuurlijke vaardigheden, om de beste schrijver van je generatie te zijn, om verlicht, opgeleid, laconiek en op zijn tijd ironisch en cynisch te zijn, om echt verdriet en lijden te hebben ondergaan, en toch het bloed van beide handen te hebben druipen.

Dat empathie zich over afstanden gemeten in eeuwen uitstrekt is mooi, bemoedigend zelfs. Dat in die tijd het vermogen van de mens om zich te bezoedelen met het ergste wat we een medemens kunnen aandoen zonder dat ons dagelijks leven te laten ontregelen niet veranderd is, minder.

 

 Remco Breuker is hoogleraar Koreastudies