
Je vorige programma stamt uit 2007. Waarom nu pas je tweede?
‘Ik vond het reizen vervelend en had er moeite mee om elke avond weer voor negentig procent hetzelfde materiaal te spelen. Ik legde ook heel erg de focus op bepaalde dingen: is deze grap wel leuk? Vertel ik wel wat ik wil vertellen?
‘Ik schreef daarna veel voor anderen, maar merkte toch dat ik graag toch weer een eigen verhaal wilde vertellen. Nu ik ouder ben, kan ik veel beter relativeren. Als je jonger bent, wil je door iedereen leuk worden gevonden. Terwijl dat natuurlijk onmogelijk is.’
Maar je stond toch nog regelmatig op het podium.
‘Klopt. Ik kom uit de stand-up comedy en ben al sinds 1997 lid van Comedytrain. Maar stand-up is twintig minuten grappen maken. Een avondvullend programma heeft een heel andere spanningsboog. Ik vertel langere verhalen.’
Voelt het nu beter dan vroeger?
‘Zeker. Maar het programma honderd keer spelen, zoals collega’s doen, daar begin ik niet aan. Ik doe dit drie maanden en dan stop ik. Dan ga ik weer aan een nieuwe voorstelling schrijven. Zo kort spelen is commercieel natuurlijk gezien niet erg verstandig.
‘Er komt nog een programma en daarna weet ik het nog niet. Ik zie wel hoe het loopt en wat er op mijn pad komt. Tjonge. Wat een clichés zijn dit allemaal. Ik zeg nooit veel over wat ik nog wil doen. Als het dan niet van de grond komt, dan staat dat raar.’
Wat voor een cabaretier ben je?
‘Dat is moeilijk. Ik kan natuurlijk zeggen dat ik briljant geestig ben. En dat mijn collega’s dat ook van mij vinden. Maar dat vind ik raar.’
Hans Teeuwen, Theo Maassen en anderen prijzen deze show anders wel aan.
‘Klopt. Daar heb ik flink voor moeten betalen. Het zijn mooie woorden, althans sommige, maar dat kost dan ook echt wel wat.
‘Maar ik ben echt heel slecht in het uitleggen van wat ik precies doe. Dan vertel ik een stukje uit de voorstelling aan een journalist en slaat de grap vervolgens helemaal dood op papier. Dan wordt het zo’n slap half verhaal. Dat komt ook omdat ik het dan zelf niet goed heb omschreven. Ik ben gewoon slecht in interviews.
‘Maar goed, ik kan wel een paar thema’s noemen. Het gaat over mensen helpen die helemaal niet aardig blijken te zijn. Types waar je dan aan vast zit terwijl je in eerste instantie beter door had kunnen lopen. Het gaat ook over de juiste dingen willen zeggen en vervolgens rolt precies het verkeerde uit je mond. Desondanks ben ik wel wat vrolijker en optimistischer dan in het vorige programma.’
En je zingt een nummer over pinguïns.
‘Het is een anti-pinguïnlied. Ik heb het niet zo op die beesten. Ik bedoel: ze kunnen niet eens vliegen. En ze lopen heel raar. Eigenlijk vind ik ze creepy. En iedereen vind ze altijd maar leuk. Nou, ik dus niet. En daarom probeer ik medestanders te vinden.’
Scheltema, wo 13 november, € 10