Een jonge gast met rode laarsjes en een blauw oog loopt aan een loodzware vuilniszak te sjorren. Met moeite laat hij de zak in een blauw-witte camper ploffen. De inhoud: geen afval, maar een lijk.
‘CUT!’
Schreeuwend onderbreekt co-regisseur Matthijs Mazereeuw de opname. Reden: een stel Leidenaren loopt door het beeld van zijn camera. De opnameleider loopt de straat op om te kijken of er misschien nog meer mensen aankomen. Zodra de kust veilig is, geeft hij een seintje.
‘Ready? Scène 3, shot 1, take 3!’
Een filmset met afgezette straten, dat hoort bij een grote Hollywood-productie. Maar voor de opnames van de roadmovie Aller en France is de Leidse volkswijk De Kooi voldoende.
Comfortzone
In plaats van luxe trailers voor de acteurs dient de overvolle woonkamer van Mazereeuws vriendin als lounge, pashokje én visagie-ruimte. De zware make-up wordt vanaf de bank aangebracht en de kleding komt grotendeels uit eigen kast. Voor alle crewleden staat een papieren zakje klaar met een broodje, drankje en een koekje.
Mazereeuw wil van jongs af aan filmmaker worden, maar werd drie keer afgewezen voor de filmacademie. Inmiddels heeft hij het eerste jaar van de opleiding film- en literatuurwetenschappen afgerond. ‘Bij mijn studie leer ik de theoretische kant door films te bekijken en te bespreken. In mijn vrije tijd leer ik de praktijk.’
Aller en France regisseert hij samen met Max Carless. ‘Ik zag de beelden voor me en daar moesten we iets mee doen’, verklaart hij terwijl hij een broodje zalm met roomkaas eet.
Van de academie getrapt
Carless was wél toegelaten tot de filmacademie. ‘Maar ik ben er na twee jaar afgetrapt. Ik vond dat ik er te veel in een comfortzone zat. Nu heb ik de complete vrijheid om met mijn talent te doen wat ik zelf wil. Ik heb veel contacten kunnen opbouwen en daarnaast geeft de filmacademie een bepaalde prestige.’ In het dagelijks leven is hij acteur en model. In Aller en France speelt hij ook de hoofdrol.
Mazereeuw was eerder audio-assistent van zijn huidige geluidsman, en ontwikkelde zich vervolgens tot een regisseur. ‘De eerste tien films die je maakt, zullen gegarandeerd slecht zijn. Het belangrijkste is om te blijven ontdekken en je netwerk uit te breiden.’

Daarom is hij een van de oprichters van Outcast Creatives, een collectief dat regelmatig samenwerkt. Sinds september maken ze elke maand een korte film die in één dag wordt opgenomen. Mazereeuw: ‘Zo hebben we een hele gave film gemaakt waarbij twee jongens vast komen te zitten in een lift en gevoelens voor elkaar krijgen.’
‘Er zitten mensen bij die zijn afgewezen door de filmacademie en mensen die zelf de filmacademie hebben afgewezen’, vertelt audio-assistent Roos bij ‘t Vuur, die ook film- en literatuurwetenschappen studeert.
Veel talent, weinig geld
Net zoals de rest van de crew draagt ze een mondkapje. De coronacrisis maakt het filmen soms lastig, zegt Mazereeuw. ‘We moesten veel online vergaderen en hebben veel buitenscènes gedaan. Hierdoor konden we goed de anderhalve meter afstand bewaren. Doordat er maar twee man in een auto mocht zitten, is de opnameleider wel drie dagen bezig geweest met het bedenken van een transportplan.’
‘Veel talent en ideeën, weinig geld’, zo vat producent Yvonne Kuijn-Gerrits de werkwijze op de set samen, terwijl ze koffie iedereen inschenkt. Deze film wordt gesteund door lokale ondernemers en daarnaast is er een crowdfunding om geld op te halen. ‘We hopen de film op 1 september af te hebben en dan gaan we hem naar filmfestivals sturen. Als we genoeg geld hebben, gaan we voor de première een zaal in Het Kijkhuis in Leiden huren.’
Maar hoe zit het nou met dat lijk? ‘Wat er precies in de film gebeurt, houden we nog even geheim’, zegt Mazereeuw mysterieus. Wat hij nog wel kwijt wil: ‘In de film besluit Maxje uit impulsiviteit om naar Frankrijk te vertrekken, waarna hij geconfronteerd wordt met zichzelf.’
