Achtergrond
Waar ligt de grens van academische vrijheid? ‘Het mag best botsen’
Moeten wetenschappers zich uitspreken over Gaza of de klimaatcrisis, of juist niet? En een snelweg bezetten in toga, is dat een goed idee? Mare verkent de grenzen van de academische vrijheid. ‘Wil je de wereld redden? Dat kan, maar word dan activist en stop met de wetenschap.’
Vincent Bongers, Marciëlle van der Kraan en Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 8 februari 2024
Silas.nl

Op de Twitterfeed van Christian Henderson staan foto’s van Palestijnse kinderen die zware brandwonden hebben opgelopen bij Israëlische bombardementen in Gaza. In zijn tweets noemt hij Israël ‘een apartheidsstaat’ die bezig is met ‘een genocide op Palestijnen’. Henderson is universitair docent internationale betrekkingen en Midden-Oostenstudies in Leiden.

Is het acceptabel dat een onderzoeker zo stelling neemt? Mogen docenten meedoen aan een pro-Palestina-betoging waarvoor het college van bestuur geen toestemming heeft gegeven? Kunnen protesterende professoren hun toga aantrekken als ze de A12 willen bezetten om aandacht te vragen voor de klimaatcrisis? Of staat de vrijheid van docenten om hun mening te geven en actie te voeren juist onder druk?

Als het om dit soort vraagstukken gaat, valt de term ‘academische vrijheid’ vaak. Maar met die vrijheid is iets vreemds aan de hand, want het is niet duidelijk wat deze eigenlijk behelst. Het begrip is zelfs zo vaag dat rector Hester Bijl in 2022 het ‘kernteam academische vrijheid’ instelde om te bepalen wat het precies inhoudt. Het team organiseert gesprekken met studenten en medewerkers om een beeld te krijgen wat de grenzen van de academische vrijheid zijn en of deze vrijheid onder druk staat. Op woensdag 14 februari organiseert het Kernteam voor de tweede keer een dialoog voor de academische gemeenschap.

De universiteit lijkt dermate met de gevoelige kwestie te worstelen dat zowel de rector als het kernteam niet met Mare wil spreken voordat het team een rapport heeft gepubliceerd. ‘Het is nu niet het moment om daarop vooruit te lopen als juist de gemeenschap nog kan meepraten’, laat universiteitswoordvoerder Caroline van Overbeeke namens Bijl weten. Hoogleraar geschiedenis Herman Paul van het kernteam mailt dat de leden het ‘proces niet met eigen antwoorden gaat doorkruisen, dat zou de dialoog alleen maar belemmeren’.

Geen geweld

Andere Leidse wetenschappers voelen zich gelukkig wel vrij genoeg om uit te leggen wat volgens hen academische vrijheid is. Die definitie is overigens niet wettelijk vastgelegd. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) omschrijft het begrip in haar rapport ‘Academische vrijheid in Nederland’ als volgt: ‘Het beginsel dat medewerkers aan wetenschappelijke instellingen in vrijheid hun wetenschappelijk onderzoek kunnen doen, hun bevindingen naar buiten kunnen brengen en onderwijs kunnen geven.’

Bij Leidse onderzoekers verschillen de definities ook. ‘Je kunt niet zomaar van alles roepen’, zegt Christian Henderson. ‘Er zijn regels: geen ad hominem aanvallen, niet oproepen tot geweld. Pesten, of taal gebruiken die dehumaniseert, is niet toegestaan.’

Inhoudelijk zijn er onderwerpen die niet tot het academische debat behoren, aldus Henderson. ‘Beweren dat de aarde plat is bijvoorbeeld. Deze zaken zijn bewezen en geen onderwerp van wetenschappelijke discussie meer.’ Dat is volgens hem een belangrijk verschil tussen academische vrijheid en de vrijheid van meningsuiting. ‘Uiteraard heb je wel de vrijheid van meningsuiting om te zeggen dat de aarde plat is.’

‘Als we het allemaal eens zijn, brengen we de wetenschap niet verder’

Volgens de in 2021 afgezwaaide rector Carel Stolker is het ‘de vrijheid die de wetenschapper heeft in zijn onderzoek en onderwijs ten opzichte van de overheid, de rector, collega’s en studenten. Binnen je onderzoeksprogramma zou je alles moeten kunnen onderzoeken en onderwijzen, zolang het voldoet aan de regels van wetenschappelijke integriteit en de omgangsvormen van de universiteit.’

Stolker is een van de beoordelaars van het KNAW-rapport en hij deed naar aanleiding van klachten van voormalig docent sociale wetenschappen Laurens Buijs onderzoek naar de staat van de academische vrijheid aan de Universiteit van Amsterdam.

Uit recent onderzoek van Technopolis, een adviesbureau op het gebied van wetenschap, blijkt dat 13 tot 29 procent van de onderzoekers en studenten zichzelf terughoudend opstelt in kwesties als migratie, klimaat en gender. ‘Dat zijn heel schokkende cijfers’, reageert Stolker.

Genocide

Volgens Roos van Oosten, universitair docent bij archeologie en deelnemer aan de dialoog op 14 februari, gaat academische vrijheid gepaard met verantwoordelijkheid.

‘Die twee kunnen niet los van elkaar gezien worden. Bij alle keuzes die je als wetenschapper maakt, moet je nadenken: hoe onafhankelijk en maatschappelijk verantwoord is het? Misschien is je verantwoordelijkheid als wetenschapper nog wel groter dan als “gewoon persoon”.’

Thomas Wells, docent filosofie, is het daar juist helemaal niet mee eens. ‘Ik vind dat onderzoekers geen bijzondere plaats innemen waar een specifieke vrijheid bij hoort. Ze zijn niet anders dan bijvoorbeeld accountants.’

Volgens Arie-Jan Kwak, docent bij rechten, kan academische vrijheid heel ver gaan, maar toch kent die wel degelijk grenzen. ‘Het is geen vrijbrief om te doen en laten wat je wilt; je valt gewoon onder het strafrecht net als ieder ander mens.’ Kwak noemt als belangrijkste eis dat wetenschappers in het maatschappelijk debat hun stellingen onderbouwen. ‘Als je dat kan, is het misschien wel je taak als wetenschapper om je conclusies te presenteren.’

Henderson stelt dat juist daarom zijn Twitter-posts over Gaza onder de academische vrijheid vallen. ‘Het is niet iets wat ik zomaar schrijf: er is bewijs voor. Veel mensenrechtenorganisaties noemen Israël een apartheidsstaat. Ook is er een rechtszaak in Den Haag over of er genocide in Gaza plaatsvindt.’

Oncomfortabel en onorthodox

Stolker meent dat er tijdens colleges minder ruimte is voor opvattingen over gevoelige kwesties dan daarbuiten. ‘In de collegezaal staat de student centraal, niet de docent. Studenten uit de tent lokken door een prikkelende stelling te poneren mag. Maar een persoonlijke opvatting van de docent over bijvoorbeeld Israël of over Hamas hoort er in beginsel niet thuis.’

Henderson is het daar deels mee eens, al vindt hij wel dat hij zijn mening over Gaza in de collegezaal kan geven. ‘Maar ik ben daar wel minder expliciet dan op Twitter. Dat is mijn privé-account waarbij ook niet staat dat ik aan de Universiteit Leiden werk. In mijn colleges push ik mijn opinie niet. Daar zeg ik bijvoorbeeld niet dat Israël een apartheidsstaat is, ook al vind ik dat wel.’

Docenten hebben in de collegezaal juist meer vrijheid dan online, vindt Kwak. Hij zou graag zien dat collega’s terughoudend zijn met het ventileren van hun meningen op sociale media. ‘Het gevaar is groot dat wat je zegt niet goed begrepen wordt of in allerlei andere contexten terechtkomt. In de collegezaal heb je iets meer vrijheid om standpunten in te nemen, omdat je je studenten een duidelijke context kunt meegeven.’

Illustratie silas.nl

Een controversiële vraag stellen in de collegezaal is volgens Stolker beter dan de eigen mening verkondigen. ‘“Vinden jullie dat Poetin het goede doet?” kan, maar “Poetin is een goede kerel, daar zouden we er meer van moeten hebben”, kun je in het klaslokaal niet uitspreken.’

Er is wel ruimte voor uitdagende stellingen in de collegezaal. ‘Laurens Buijs stelde bijvoorbeeld dat non-binariteit een hype is, die stelling moet je kunnen poneren. Een non-binaire student kan dat niet tegenhouden door te zeggen: “Daar voel ik me onveilig bij.” Wel is de toon heel belangrijk. Maar dat oncomfortabele en onorthodoxe, dat hoort bij de universiteit. Als we het allemaal met elkaar eens zijn, brengen we de wetenschap niet verder. En bedenk: straks komen diezelfde studenten in de samenleving terecht, waar het wemelt van de tegengestelde opvattingen.’

Niet vijandig

En hoe zit het met demonstraties? In november hield actiegroep Students for Palestine een protest in het Wijnhavengebouw. Aan de zogenoemde teach-in waar geen toestemming van de universiteit voor was gevraagd, deden ook docenten mee.

Andrew Littlejohn, universitair docent antropologie en ontwikkelingssociologie, vindt dat zo’n betoging de grenzen van de academische vrijheid aftast. ‘Het protest werd gesmoord en dat was een poging om de expressie van bepaalde ideeën te onderdrukken. Dat gaat in tegen de academische vrijheid.’

‘Het huis staat in de fik, we moeten gaan blussen’

Maar de activisten is ook een en ander te verwijten, vindt hij. De actiegroep had eerder pamfletten in Den Haag verspreid waarin de aanval van Hamas op Israël werd toegejuicht. ‘Dat was voor Joodse studenten en medewerkers zeer pijnlijk. Ik ben zelf Joods en vond dat materiaal zeer betreurenswaardig. Dan kom je bij de grens van de academische vrijheid. De universiteit mag soms best oncomfortabel zijn, maar geen vijandige plek.’

Is demonstreren in de gebouwen zonder toestemming van de universiteit geoorloofd? ‘Je mag regels stellen aan protesten in de gebouwen’, vindt Stolker. ‘Een student zal maar net bezig zijn met het laatste tentamen voor het bsa. Maar buiten op pannen slaan, dat kan weer wel, al kan ook de burgemeester eisen stellen.’

Tegelijkertijd ziet Stolker dat de academie het debat over het Israël-Palestinaconflict uit de weg gaat. ‘Ik denk dat de universiteit het er een beetje benauwd van krijgt door de grote gevoeligheid van het onderwerp. Maar juist als universiteit kun je laten zien hoe je omgaat met verschillen van opvatting. Botsen leidt tot nieuwe inzichten. Het hoort bij Leiden om het dus wél te doen.’

Morele verantwoordelijkheid

Hoe zit het met het klimaatprotest? Kunnen academici een snelweg blokkeren? Wells vindt dat wetenschappers zeer terughoudend moeten zijn. ‘Het is niet de bedoeling dat je denkt: “Er gebeurt ergens iets onrechtvaardigs, ik ga me daar op storten.” Het kan, maar word dan activist en stop met de wetenschap. Het is niet oké als je een college mist omdat je bent opgepakt, denkend dat je de wereld aan het redden bent.’

Een docent kan juist óók activist zijn, vindt Henderson. ‘Niets doen, terwijl je weet dat er onrechtvaardige dingen gebeuren, is ook een vorm van activisme.’

Littlejohn, die zelf klimaatactivist is maar niet naar de A12 gaat – ‘omdat ik geen Nederlander ben en liever niet het risico neem om gearresteerd te worden’ – vindt het ook ongemakkelijk om niet in actie te komen terwijl hij ziet wat er misgaat. ‘Er hoort een morele verantwoordelijkheid bij. Als het huis in de fik staat, moet je een emmer water pakken en gaan blussen.'

‘Het is als wetenschapper misschien zelfs wel je taak om op de A12 te gaan staan’

Van sommige wetenschapsvelden kan Kwak goed begrijpen dat onderzoekers activistischer zijn. ‘Als je veel met het klimaat bezig bent, snap ik dat je soms gaat demonstreren. Op de A12 gaan staan in toga is wel iets anders. Je moet je afvragen in hoeverre zo’n actie niet alleen jou als wetenschapper kan beschadigen, maar een hele beroepsgroep.’

Tergend traag

Wetenschappers past terughoudendheid, vindt hoogleraar experimentele natuurkunde Jan van Ruitenbeek, die woensdag ook deelneemt aan de dialoog. ‘Van mij mag je best op de A12 staan, maar niet in toga. Het gaat namelijk over beleidskeuzes, die kun je niet vanuit de wetenschap maken. Ik geloof niet dat je als hoogleraar in toga dan veel toevoegt. Jouw mening is in deze kwestie niet meer waard dan van welk ander willekeurig persoon.’

Naar Stolkers idee is het van belang wat het vakgebied van de protesterende wetenschapper is. ‘Een klimaatwetenschapper in toga? Ja, dat mag. Maar als Assyrioloog zou ik twee keer nadenken. Wie niet het klimaat onderzoekt, kan beter in eigen kleding komen. En nog een ding: bedenk dat hoogleraren beperkter zijn in de uiting van hun vrijheid van mening dan gewone burgers. Zij worden door de samenleving gezien als professor. Alleen al het feit dat je dat bent, geeft je gezag.En dat vraagt terughoudendheid in het verkondigen van onzin.’

‘De klimaatcrisis betreft echter niet langer de pure klimaatwetenschapper, maar juist een heleboel vakgebieden’, vindt neurowetenschapper, universitair docent en klimaatactivist Anne Urai. ‘Historici kunnen bijvoorbeeld duiden hoe het kan dat er al die tijd te weinig beleid is gemaakt om verandering te bewerkstelligen. Alle wetenschappers kunnen grafieken lezen en de basics over de opwarming van de aarde zijn vrij simpel. Dus het is niet alleen aan klimaatwetenschappers om zich dit onderwerp toe te eigenen.’

Het belang van een protest weegt voor Van Oosten mee in waar de grens van academische vrijheid ligt. ‘De klimaatcrisis is een relevant en urgent probleem, maar de reactie vanuit de politiek is tergend traag. Je hebt als wetenschapper het privilege om in bezit te zijn van kennis. Dan is het misschien zelfs wel je taak om daar op de A12 te gaan staan.’

In toga op de A12, titels op X? Wetenschappers in het maatschappelijk debat. Dialoog van het Kernteam Academische Vrijheid, met o.a. Hester Bijl, Julia Cramer, Jan van Ruitenbeek en Judith Naeff. PLNT, woensdag 14 februari, 14:30 – 16:30

> Zie ook: Aan de universiteit waar het ooit knetterde, is het al maanden doodstil