Achtergrond
Voor wiens veiligheid kiest de software?
Thijs van den Heuvel, advocaat bij het kantoor Bird & Bird en alumnus van de Universiteit Leiden, geeft op een congres over recht en technologie een lezing over zelfrijdende auto’s.
Vincent Bongers
donderdag 16 mei 2019
Test met een zelfrijdende Tesla.

Houdt u zich als jurist bezig met dit soort voertuigen?
‘Ons kantoor is gespecialiseerd in technologie. Kunstmatige intelligentie is erg in opkomst en zelfrijdende auto’s zijn daar een goed voorbeeld van. Ik ben zelf gespecialiseerd in intellectueel eigendom. Octrooien, auteursrecht, dat soort zaken. Verder ben ik heel erg geïnteresseerd in ethische dilemma’s rond dit soort voertuigen. Nog even los van het recht.’

Aan welke dilemma’s moeten we dan aan denken?
‘Het trolleyprobleem is een bekend voorbeeld.’

Wat is dat?
‘Dat is een klassiek dilemma. Er komt een tram aan. Die kan niet meer stoppen. Wel is er een wissel, die wordt door jou bediend. Er zijn twee sporen. Als je niets doet, dan rijdt de tram over vier mensen heen. Als jij de wissel omzet dan rijdt de tram over een persoon heen. Wat doe je? Het gaat dan om het wezenlijke verschil tussen iets laten gebeuren of zelf ingrijpen. Je kunt dit probleem op heel veel verschillende manieren invullen. Op het ene spoor liggen bijvoorbeeld vrienden, op het andere familieleden. Wat is de afweging dan?’

Wat heeft dit filosofische probleem te maken met zelfrijdende auto’s?
‘In een normale verkeerssituatie maken personen soms fouten die leiden tot ongelukken. Als jij op een zebrapad afrijdt waar mensen op lopen, en je merkt dat je te laat bent met remmen, dan is er in een split second een beslissing. Je kunt de mensen aanrijden, of wegsturen en dan op een muur botsen, waarmee je alleen jezelf verwondt. Bij een zelfrijdende auto moet al van te voren worden geprogrammeerd hoe het voertuig gaat reageren op dit soort situaties. Welke keuze maakt de software als een ongeluk niet meer is te vermijden? Kiest de auto voor de veiligheid van de inzittenden of voor die van de overstekers?’

Welke gevolgen kan dit in de praktijk hebben?
‘Het is voor te stellen dat fabrikanten van deze auto’s adverteren met verschillende opties: “Als u dit pakket neemt, dan gaat uw veiligheid voor.” Ik zeg dit natuurlijk met de nodige overdrijving, maar het zijn wezenlijke vraagstukken. Het is mogelijk om die te laten beantwoorden door de fabrikanten. Of er worden regels over opgesteld door de overheid.’

Wat vindt u?
‘Ik vind dat we daar nu heel goed over moeten nadenken. Meer aandacht hiervoor is zeker nodig. Er zullen dingen in het recht moeten veranderen.’

Zit er al beweging in?
‘Jawel. We hebben als kantoor het Platform Autonoom Rijden opgericht. Daar zitten onder andere partijen als het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, T-Mobile, en de Erasmus Universiteit in. Die kijken hoe de situatie nu is en wat er aangepast moet worden om autonoom rijden mogelijk te maken. We moeten met elkaar nieuwe regels afspreken.’

Hoe moet die nieuwe wetgeving eruit zien?
‘Daar kan ik alleen zo’n vervelend nuancerende advocatenreactie op geven. Je hebt natuurlijk te maken met allerlei belangen en hele complexe vraagstukken. Ik ben niet in de positie om daar een pasklaar antwoord op te geven.’

Bent u zelf voorstander van zelfrijdende auto’s?
‘Jazeker. Op termijn gaan deze voertuigen het verkeer er veiliger op maken. Mensen maken fouten: stappen met drank op in de auto, of zijn oververmoeid. De zelfrijdende voertuigen kunnen ook verder vooruit kijken, zien wat andere auto’s doen. Zo kan de machine de situatie eerder inschatten dan de mens.'

Mordenate College Lustrumcongres ‘Recht en Technologie’
Academiegebouw, vrijdag 17 mei,
mordenate.nl