Achtergrond
Studentenaantallen dalen, en dat is de bedoeling
Voor het eerst in lange tijd trekt Leiden minder studenten. Maar wat betekent dat? ‘Deze daling stelt nog niet gerust.’
Anoushka Kloosterman
donderdag 13 oktober 2022
Opening van het academisch jaar in de Pieterskerk, vorige maand. Foto Taco van der Eb

Dit jaar lopen 380 studenten minder rond op de universiteit dan het jaar hiervoor. Dat klinkt misschien niet als een dramatisch aantal, op een populatie van meer dan 33 duizend, maar toch is het de eerste keer in lange tijd dat dit gebeurt.

Het is de daling van de eeuw zelfs, want sinds het begin van dit millennium is de Leidse studentenbevolking vrijwel onafgebroken gegroeid.

Het zijn vooral de binnenlanders die wegblijven: het aantal internationals bleef nagenoeg gelijk, wat ook betekent dat het vooral op de Leidse faculteiten wat rustiger is. In Den Haag is het aantal niet wezenlijk veranderd. De instroom – het aantal nieuwe studenten – is met meer dan duizend gedaald, ruim 650 daarvan bij de masters.

Instroom

Nu is de universiteit een veelkoppige instelling en is die daling niet overal hetzelfde. Een lagere instroom betekent ook niet altijd minder studenten. Zo heeft Geesteswetenschappen, de grootste faculteit, een lagere instroom die zich ook vertaalt in de grootste daling ‘ingeschrevenen’: 288 minder. Rechten daarentegen heeft zo’n 250 minder instromers, maar dat heeft minder effect op hoeveel studenten nu ingeschreven zijn, namelijk 122 minder dan vorig jaar.

‘Ik verwacht dat veel studenten er nu tussenuit gaan en volgend jaar terugkomen’

Sociale Wetenschappen heeft ruim 200 minder aanmeldingen bij de masters, maar dat was dan ook de bedoeling: de klinische-psychologiemasters werden de afgelopen jaren zo overspoeld met inschrijvingen dat het bestuur in een noodgreep halsoverkop de uiterste inschrijfdatum vervroegde en mensen actief ontmoedigde zich in te schrijven. Dat heeft kennelijk gewerkt.

Dan rest de vraag: hoe komt dit, en betekent het dat de aantallen vanaf nu afnemen?

De daling is ‘niet geruststellend’, mailt decaan Mark Rutgers van Geesteswetenschappen, ‘maar het is tegelijk te vroeg om duidelijke conclusies te kunnen trekken. We hebben te maken met een post-corona en met een pre-studiebeurs jaar. Het is onduidelijk welke effecten dit heeft op de bachelor-instroom of inschrijvingen. In elk geval lijken we niet sterk af te wijken van andere faculteiten geesteswetenschappen.

‘Wel tonen de cijfers van de masterinstroom een dalende tendens (ook nu weer landelijk) en dat is een punt van aandacht. De faculteit voorziet in haar strategisch plan dan ook nieuwe aantrekkelijke masters op te zetten, specifiek bij de Campus Den Haag.’

Leenstelsel

Het is dan ook een raar jaar: niet alleen omdat (even afkloppen) coronatijd voorbij lijkt, maar ook het leenstelsel staat op het punt te verdwijnen. Wie studeren een jaartje uitstelt, hoeft dus een jaar minder te lenen.

Ook onderwijshistoricus Pieter Slaman gokt voorzichtig dat het leenstelsel ermee te maken heeft. ‘Ik verwacht een boeggolf-effect, dat veel studenten er nu een jaar tussenuit gaan en volgend jaar terugkomen. Dat hebben we in het verleden vaker gezien als het beleid verandert.’

'In Nederland hebben we een obsessie met het hoogst haalbare diploma'

Aan de andere kant voorspelt het hoger onderwijs allang een daling in studenten door demografische trends: minder jongeren, minder inschrijvers. Die krimp is al ingezet, zegt Slaman, alleen niet op universiteiten, maar op hogescholen. ‘Die worden al kleiner, terwijl universiteiten alleen maar groei voorspellen. Dat is zorgwekkend, want we hebben juist praktisch geschoolde mensen nodig. Maar in Nederland hebben we een obsessie met het hoogst haalbare diploma, al is daarmee niet gezegd dat dat ook goed past bij de student.’

De laatste twintig jaar was de studentengroei ook onverwacht groot. Daarvoor, in de jaren negentig, daalde die hoeveelheid juist dramatisch: van 18 naar 12 duizend.

Slechte pers

Dat had deels te maken met demografie, maar in Leiden vooral met ‘slechte pers’, zegt Slaman. De universiteit kreeg kort na elkaar te maken met een paar schandalen: ‘Eerst had je een bestuurscrisis in 1994 waarbij collegevoorzitter Kees Oomen moest aftreden omdat hij het vertrouwen had verloren na bouwfraude van een ambtenaar. Twee jaar later had je de Diekstra-affaire, een gerenommeerde psycholoog en hoogleraar die veel in de media kwam, maar later bleek grote delen van zijn boeken te hebben overgeschreven zonder bronvermelding. Daar kwam bij dat in die tijd de beoordelingen van faculteiten werden gepubliceerd, en toen bleek dat de beroemde Leidse rechtenfaculteit in kwaliteit achteruit was gesukkeld. Ook deed Leiden weinig aan marketing, iets wat Maastricht bijvoorbeeld veel beter deed.’

De internationalisering en de campus in Den Haag heeft veel gered, zegt hij. Maar er waren ook onverwachte binnenlandse veranderingen achter de groei van de afgelopen twintig jaar: ‘De emancipatie die doorzette, waardoor meer vrouwen en achtergestelde groepen gingen studeren. Men dacht dat de emancipatie bij jongeren wel klaar was. Dat bleek niet zo te zijn.’

Van 33.705 naar 33.285 studenten

Het aantal ingeschrevenen is gedaald met 380 studenten, van 33.705 naar 33.285. De instroom daalde van 6.087 naar 5.696 bij de propedeuse, en van 4.431 naar 3.773 bij de masters, en dat zijn echt nieuwe studenten: herinstromers en tweede studies zijn niet meegeteld. 1.400 daarvan zijn buitenlandse studenten, van wie 275 van buiten de EER komen. Daar hoort Groot-Brittannië nu ook bij. Het is een ministijging van 12 studenten sinds vorig jaar: toen kwamen er 1.388.