Achtergrond
Selectie bij psychologie is ‘verkapte loting’
De universiteitsraad is kritisch over de selectiemethode die psychologie gebruikt voor haar masteropleidingen. 'Je kunt cum laude slagen en alsnog buiten categorie excellent vallen.'
Vincent Bongers
donderdag 23 maart 2023
Beeld Schot

Psychologie heeft voor vijf klinische masters een numerus fixus. De masters van psychologie hadden voor de invoering van de capaciteitsbeperking de hoogste instroom van de universiteit. De opleidingen konden de die toestroom niet aan. Er zijn te weinig docenten om het onderwijs te geven en er zijn onvoldoende klinische stageplaatsen beschikbaar, zowel in de regio als landelijk.

De universiteitsraad adviseert elk jaar over alle aanvragen van capaciteitsbeperkingen. De raad heeft er geen probleem mee dat er een fixus is voor de psychologie-opleidingen, maar is wel kritisch over de selectiemethode.

Studenten die de master willen volgen, moeten een motivatiebrief schrijven en er is een selectie met behaalde cijfers in de bachelor. Op dat laatste punt gaat het fout, vindt de raad.

De studenten worden in drie categorieën ingedeeld als het gaat om cijfers. ‘Onvoldoende’ betekent geen toelating, bij ‘voldoende’ wordt er geloot. Als een student ‘excellent’ is, volgt er directe toelating. Het probleem is dat een student een acht moet staan voor alle vakken om in de categorie ‘excellent’ te vallen.

Twee criteria

En die zijn er nauwelijks, zei Bram Leferink op Reinink van studentenpartij ONS. ‘Je kunt in theorie cum laude slagen voor de bachelor, en alsnog niet in de categorie excellent vallen. Met als gevolg dat eigenlijk alleen de groep ‘voldoende’ over blijft. ‘De selectie is dus een verkapte loting en dat is niet de bedoeling. Het mag ook niet van de Wet op het hoger onderwijs, want er moeten twee selectiecriteria zijn.’

Universitair hoofddocent psychologie Veronique De Gucht (personeelspartij LAG) wilde weten hoe het dan wel zou moeten. ‘Vorig collegejaar was de eis nog een 7,5. De categorie “excellent” werd toen zeer groot. De opleidingscommissies hebben expliciet gevraagd om er een acht van te maken. Moeten we terug naar hoe de situatie voordien was?’

De raad had daar geen antwoord op, en zal de kwestie op 13 april met het college bespreken.

Koreastudies ook te vol

Tijdens de vergadering werd opgemerkt dat bij de bèta’s scherper in de gaten wordt gehouden wat de capaciteit is van de verschillende opleiding. Op basis van metingen wordt dan een mogelijk een capaciteitsbegrenzing ingesteld.

‘Bij Geesteswetenschappen gaat dat niet op dezelfde manier’, zei Remco Breuker van LAG, en tevens hoogleraar Koreastudies. ‘Terwijl het op deze faculteit ook wel nodig is, want er vallen geregeld mensen uit door structureel overwerk. Veel opleidingen hebben te weinig docenten. Een fixus wordt echter niet makkelijk toegekend, terwijl we uit onze voegen barsten. Ik heb het bij de bachelor Koreastudies nooit gehad over capaciteitsbeperking. Het is nu meten met twee maten.’

In de raad werd ook gediscussieerd over hoe leidend arbeidsmarktperspectief moet zijn op de capaciteit van opleidingen. ‘Ik vind niet dat de universiteit zich op de vraag op de arbeidsmarkt moet richten’, zei Timothy de Zeeuw van LAG. ‘Het gaat om je ontwikkeling als mens en intellectueel, maar misschien is dat iets te romantisch gedacht.’

Geen hogeschool

Patrick Klaassen van personeelspartij Universitair Belang was het daarmee eens: ‘De charme van de universiteit is dat je in zowat in elke niche kunt worden opgeleid, al is dat de laatste jaren al minder geworden.’

Breuker vond dat de universiteit geen hogeschool moet worden. ‘De universiteit moet daarvoor waken. We moeten niet in elkaars vaarwater gaan zitten.’

‘Dit speelt wel’, vond Floske Spieksma van Universitair Belang: ‘Als je bij Rechten niet enorm aan cv-building doet, wordt het lastig om een baan te vinden. Nu is het probleem niet zo groot, maar ik heb ook periodes meegemaakt waarin veel academici werkloos waren. Het is wel belangrijk om enig oog te hebben voor maatschappelijke ontwikkelingen, maar het moet inderdaad geen hbo worden.’

‘Deze discussie is zeker belangrijk maar die moet je op nationaal niveau voeren, vind ik’, reageerde Breuker.