Na veertig uur stage te hebben gelopen in het ziekenhuis, werkte Yaël* iedere zaterdag om het collegegeld voor haar master farmacie aan de Universiteit Leiden te kunnen betalen. ‘Als je een hele week hebt gewerkt, en al je sociale dingen op zondag plant, kom je eigenlijk nooit even bij. Ik ging echt kapot in die tijd.’
Sinds 1 januari 2024 hebben studenten die een wetenschappelijke stage lopen in universitair medische centra volgens de cao recht op een stagevergoeding van ruim 400 euro per maand. Voorheen hadden alleen studenten die directe zorg voor patiënten droegen daar recht op.
Toch komt de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) in de zomer van 2024 met een lijst studies die - ondanks de cao - toch zijn uitgesloten van stagevergoeding, waardoor veel studenten buiten de boot vallen.
‘Ze hebben gewoon alle wetenschappelijke masters op een lijst geknald en alsnog iedereen genaaid, ook iedereen die coschappen loopt’, vertelt Yaël, die haar stage inmiddels heeft afgerond. ‘Alleen de master biofarmaceutische wetenschappen staat niet op de lijst, maar ik snap niet waarom daar een uitzondering voor wordt gemaakt. Ze doen hetzelfde werk als ik.’
Interne stage
Studenten die de opleidingen op de lijst volgen, gelden als ‘intern’ en volgens het NFU hoort hun stage dan gewoon bij de studie. Dat geldt ook voor studenten die stage lopen in een andere stad. ‘Ik studeer in Leiden en liep stage in het Erasmus Medisch Centrum, maar werd toch als “intern” gezien.’
Ook Josefien* die de master biomedische wetenschappen volgt heeft vanwege deze lijst geen recht op stagevergoeding bij het Leids Universitair Medisch Centrum. ‘Ik loop samen stage met een meisje dat wel een vergoeding krijgt, puur omdat zij de master biologie doet. Ik snap niet dat ik niks krijg, want we doen precies hetzelfde werk.’
Ook studentenvakbond LSVb is verontwaardigd. Die vindt dat de UMC’s de cao niet naleven en de stagevergoeding alsnog moet uitkeren. ‘Daarom lanceren we volgende week een petitie’, vertelt voorzitter Abdelkader Karbache. ‘Niet zozeer omdat we denken dat het NFU van gedachte gaat veranderen, maar vooral om andere zorgstudenten te laten weten dat ze zijn genaaid.’
Karbache noemt het ‘grote onzin’ dat wetenschappelijke stages worden uitgesloten. ‘Je werkt namelijk nog steeds in de zorg en levert een grote maatschappelijke bijdrage. Ze zorgen ook voor onze zieke grootouders en familieleden, en dat moeten ze gratis doen.’
Daar slaat de studentenvakbond de plank mis, aldus de NFU. ‘Deze studenten staan niet aan het bed’, zegt woordvoerder Geert Westerhuis. ‘Het gaat niet over zorgstages, maar over studenten die een wetenschappelijke stage doen in een UMC. Als je zo’n petitie start, weet dan op z’n minst over welke studenten en welke stages het gaat. De stage kan je vergelijken met een verplicht vak binnen je studie. Wij zien de medische faculteiten als interne opleidingsinstituten, dat was voor de verandering van de cao ook al. Door die verandering komen studenten van de studies economie, ICT en rechten nu wel in aanmerking voor een stagevergoeding.’
Volgens Westerhuis zijn ziet de NFU alle studenten als gelijk en wordt daarom iedereen als intern gezien. ‘Het gevaar is namelijk dat een UMC in Utrecht anders alleen maar studenten uit die stad aanneemt, omdat het geld kost om studenten uit andere steden stage te laten lopen. Dat willen we graag voorkomen.’
Verder noemt de woordvoerder een stage ‘een investering in jezelf en je toekomst’. ‘Je leert artikelen schrijven, analyseren en maakt echt kennis met de wetenschap. Ik snap de redenatie niet helemaal dat je vindt dat daar een vergoeding tegenover moet staan. Er staat een bepaald aantal studiebelastingsuren voor een studie en daar valt de wetenschappelijke stage onder.’
De woordvoerder spreekt uit eigen ervaring: ‘Ik heb twee studenten begeleid in een lab en daar heb ik zelf niks aan overgehouden. Ik vond het heel leuk om te doen, maar het heeft me veel tijd en moeite gekost. Als je hen zou vragen of ze hard hebben gewerkt, zal het antwoord zeker “ja” zijn. Dat hebben ze ook, maar het is niet zo dat ik daar allemaal schitterende artikelen aan over heb gehouden.’
Josefien vindt dat NFU te weinig oog heeft voor de effecten van onbetaalde stages op studenten. ‘Ik ervaar hierdoor veel stress, want naast mijn fulltime stage heb ik nog drie baantjes om rond te komen. Ik vertaal video’s, geef bijles aan biologiestudenten en werk op vrijdag, zaterdag en zondag in een trampolinepark. Soms moet ik in het weekend ook nog studeren. Ik plan meestal maar één sociaal ding per week, omdat ik vaak te moe ben om meer te doen. Ik heb ook meestal geen geld om leuke dingen te doen, wat gek voelt omdat ik voor mijn gevoel 24/7 aan het werk ben.’
Wel blijft ze positief. ‘Het is niet het eind van de wereld, ik kom er wel doorheen. Ik heb nog geluk, want mijn ouders betalen mijn kamer in Leiden en mijn vriendje betaalt soms maaltijden voor mij. Ondanks alles ben ik heel blij met de stage, het is fucking leuk. Maar mijn volgende stage wil ik wel bij een bedrijf lopen, zodat ik tenminste iets van inkomsten heb. Ik snap dat kennis veel waard is, maar ik wil ook nog kunnen leven.’
Niet vanzelfsprekend
Hoewel studenten die coschappen lopen een andere cao hebben dan de studenten van de wetenschappelijke stages, en sowieso stagevergoeding krijgen, staat ook de master geneeskunde op de lijst van uitgesloten studies. Naomi* is deze week begonnen aan haar laatste coschappen en ook zij had een hogere vergoeding goed kunnen gebruiken. ‘Als student geneeskunde loop je eigenlijk drie jaar stage, wat betekent dat je al die tijd nauwelijks inkomsten hebt. Wij krijgen gemiddeld 100 tot 150 euro onkostenvergoeding per maand, afhankelijk van waar je stage loopt.’
Dat verbaast de geneeskundestudent het meest. ‘Ik ken mensen die een verplichte stage hebben gelopen in een verzorgingstehuis en daar 495 euro voor kregen. Maar ik heb ook stage gelopen in een huisartsenpraktijk en toen ik over een vergoeding begon, werd ik gewoon in mijn gezicht uitgelachen. Daar heb ik nul euro gekregen. Terwijl al deze instanties geld krijgen van het LUMC om ons aan te nemen.
Sowieso moet je zelf actief achter je stagevergoeding aan, want dat je er een krijgt is niet vanzelfsprekend. Wij draaien bijna als volwaardige medewerkers mee. Op veel plekken in het ziekenhuis is er een personeelstekort en naarmate je coschappen vorderen, word je breder ingezet dan je als student eigenlijk zou mogen. Wel met goede supervisie, maar je werkt telkens als vervanger van het missende poppetje op de vloer.’
Ook Naomi wordt gesteund door haar ouders. ‘Ik kan niet werken naast mijn coschappen, want ik ben soms wel 55 uur in de week aan het werk. Sporadisch pak ik een horecadienst op. Voor een sociaal leven maak ik wel tijd, want ik maak er een sport van om elke avond vol te plempen met afspraken. Maar het feit dat je drie jaar nauwelijks inkomsten hebt, zorgt ervoor dat je sociaal gezien soms in de knel komt. Ik zou graag een leuke reis maken, maar zie het geld daarvoor naast je coschappen maar eens bij elkaar te sparen.’
De namen met een * zijn gefingeerd. De echte namen zijn bekend bij de redactie
Het LUMC ‘heeft geen signalen gekregen’ dat studenten geen stagevergoeding ontvangen die daar volgens het cao wel recht op zouden hebben, meldt een woordvoerder.
‘Stagevergoedingen zijn altijd een heikel punt. Wij volgen het NFU. Studenten van opleidingen die niet op de lijst staan en een stage volgen met een werkend-lerend karakter, een verplichte stage lopen van tenminste een maand en bij een erkend extern opleidingsinstituut stage lopen, hebben recht op een stagevergoeding. Dit jaar zijn er weer cao-gesprekken, dus dan kijken we weer verder.’
‘Ik heb er begrip voor dat studenten boos zijn over het niet ontvangen van een stagevergoeding’, schreef zorgminister Fleur Agema onlangs aan de Tweede Kamer over de stagevergoedingen bij universitair medische centra. Toch gaat de minister zich er niet mee bemoeien, want de cao is een zaak voor werkgevers en vakbonden. ‘Ik wil en mag mij daar niet in mengen.’