Achtergrond
Nek uitsteken
Het Nederlands Instituut Marokko in Rabat krijgt nu een vaste financiering van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Bart Braun
donderdag 7 maart 2019

Mevrouw Sarah Michiel, u bent instituutsmanager van het Nimar; gefeliciteerd.
‘Dank. Voor ons betekent het vooral meer zekerheid voor de toekomst. We hadden in eerste instantie subsidie gekregen voor vier jaar, die verlengd zou worden bij een positieve evaluatie. Dat die nu structureel is, betekent dat we plannen voor de lange termijn kunnen gaan maken.’

Waar moeten we dan aan denken?
‘We willen vooral het onderwijs dat we aanbieden uitbreiden en verbreden. Wij zijn onderdeel van de faculteit Geesteswetenschappen. We bieden nu twee programma’s aan: een drukbezochte interdisciplinaire minor Culture & Society in Morocco en een voorjaarssemester. Dat was oorspronkelijk alleen voor de studenten Arabisch, maar dat zijn we aan het verbreden. We willen dat bijvoorbeeld ook openstellen voor studenten Frans: Marokko is natuurlijk een heel francofoon land, dus ook voor die groep is het interessant. Daarnaast zijn we in overleg met de faculteit Sociale Wetenschappen over samenwerking, en zijn er mogelijkheden voor Archeologie. Uiteindelijk zouden we elke faculteit wel iets moeten kunnen bieden.’

Op jullie website staat ook dat jullie ‘bijdragen aan de intellectuele vorming van islamitisch kader in Nederland.’ Wat is dat?
‘Dat was een project voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. Wij hebben dat vormgegeven als expertmeetings en studiereizen, onder meer voor docenten en aalmoezeniers van het Nederlandse leger. Daarin maakten we inzichtelijk welk model van de islam door de Marokkaanse overheid wordt voorgesteld, en in hoeverre daar een lijn te trekken valt naar de praktijk in Nederland.’

Valt dat nog onder de taken van een academische instelling?
‘Dit viel heel duidelijk niet onder de bijdrage die we nu van OCW krijgen, of die van de Universiteit Leiden. Het gaat immers niet om wetenschappelijk onderwijs maar wel om valorisatie van onze expertise.’

De Universiteit Leiden heeft veel meer studenten Koreastudies en Amerikaanse geschiedenis dan studenten die iets met Marokko hebben. Waarom dan juist in Rabat een instituut?
‘Waarom er geen instituten in Korea of de VS zijn, dat zult u aan de rector magnificus moeten vragen. Maar een instituut in Marokko is eigenlijk heel logisch. Er zijn al honderden jaren banden tussen Marokko en Nederland, en dan ligt zo’n instituut voor de hand. Het bestond dan ook al voordat het onderdeel van de Universiteit Leiden werd, maar het werd in haar voortbestaan bedreigd. De universiteit heeft toen haar nek uitgestoken zodat het behouden kon worden.’

Maar wat was het eerst dan? Iets om een culturele geurvlag te plaatsen, net zoals het Duitse Goethe-Institut?
‘Neen, het is altijd een academische instelling geweest. De onderzoeksblik rijkt overigens wijder dan alleen Marokko: je kunt vanuit hier naar West-Afrika kijken, of naar de as Azië-Afrika. We hebben hier een kleine bibliotheek, maar we verzamelen ook boeken over de Maghreb voor de collectie van de UB in Leiden.’

Hebben de Marokkanen er ook nog wat aan dat jullie bestaan?
‘We helpen Marokkaanse onderzoekers om contact te leggen. Er wordt hier natuurlijk ook wetenschap bedreven, maar die is vaak moeilijk ontsluitbaar. En dankzij de uitwisselingen brengen we de andere culturen hierheen.’