Een verwijfde man met roze wangen en een zwarte waaier in zijn hand krijgt in een comedyshow op een Japanse televisiezender steeds dezelfde vraag: “Je bent homo, toch?”
‘Dit tv-typetje “Homoo Homooda” was in de jaren tachtig heel populair en dreef opzichtig de spot met homo’s’, vertelt de Japanse wetenschapper Kazuyoshi Kawasaka, die gespecialiseerd is in de ontwikkeling van queer culture en lhbt-rechten in zijn land. ‘Na lange afwezigheid dook Homoo Homooda in 2017 weer op in een programma. De comeback viel niet goed, en dan druk ik me mild uit. Kijkers vonden het heel beledigend. Na een stortvloed van klachten moest de omroepbaas publiekelijk zijn excuses maken.’
Kawasaka is verbonden aan de Universiteit van Düsseldorf en een van de deelnemers aan de International Convention of Asia Scholars in juli in Leiden.
De afgelopen dertig jaar is de houding tegenover homo’s en andere seksuele minderheden in Japan drastisch veranderd, zegt hij. ‘Een ander goed voorbeeld is de controverse rond de politica Mio Sugita vorig jaar. Zij zit in het parlement voor de conservatieve Liberaal-Democratische Partij van premier Abe.’
Sugita viel homo’s en lesbiennes fel aan. ‘Ze vond dat homostellen “niet productief zijn” en vroeg zich af of het wel nodig was om “belastinggeld aan hen te besteden”. In de Japanse context is dat een heel navrante uitspraak, want het geboortecijfer is er heel laag en de bevolking neemt af. Niet-productief zijn, is dan ook een forse belediging.’ Niet alleen lhbt-activisten reageerden fel. ‘Voor het eerst kwam er scherpe kritiek vanuit de mainstream media over die uitspraken. Sugita werd echt hard aangepakt.’
Hoewel de acceptatie voor lhbt’ers groeit, hebben ze nog geen gelijke rechten. ‘Het homohuwelijk is officieel verboden en de DLP, de machtigste politieke partij, vindt dat de rechten van seksuele minderheden niet vallen onder mensenrechten.’
Sommige lokale besturen verzetten zich tegen deze conservatieve ideeën en komen op voor de rechten van lhbt’ers door same-sex partnership certificaten te verstrekken. Dat gebeurde bijvoorbeeld in 2015 in het Shibuya-district in Tokio. Maar deze lokale besturen hebben maar weinig autoriteit over gelijkheid, daar gaat uiteindelijk de nationale politiek immers over.''
De Olympische Spelen van 2020 zouden weleens een breekijzer kunnen zijn. ‘De komst van de Spelen naar Tokio heeft de discussie aangewakkerd. Tijdens zo’n mega-evenement ligt een land natuurlijk onder een vergrootglas. Zeker na de Winterspelen van 2014 in Sochi is het Internationaal Olympisch Comité (IOC) veel belang gaan hechten aan de rechten van lhbt’ers. De Russen hadden toen wetgeving ingevoerd tegen “homo-propaganda”, dat was natuurlijk een schandvlek op die Spelen. Het IOC werd daar echt door in verlegenheid gebracht en voegde een clausule aan haar regels toe waarin expliciet staat dat discriminatie vanwege gender en geaardheid toch echt niet mag.’
De Japanse politiek snapt dat de ongelijkheid van homo’s kan leiden tot forse internationale kritiek. ‘Gelijke rechten voor seksuele minderheden wordt nu door politici gezien als essentieel om van de Spelen een succes te maken.’ Toch twijfelt Kawasaka aan de intenties van de politici. ‘Het kan zijn dat Japan heel zorgvuldig het image opbouwt van een homovriendelijk land, maar dat de wetgeving niet verandert. Dat zou een schijnvertoning zijn.’
De International Convention of Asia Scholars is het grootste internationale congres in de wereld op het terrein van Azië-studies’, aldus organisator Paul van der Velde van het International Institute of Asian Studies. ‘Dit is de elfde editie. Er komen van 16 tot 19 juli 2500 Azië-experts uit 75 landen naar Leiden. De eerste editie in 1998 was overigens ook in Leiden, toen waren er rond de duizend deelnemers.
‘Op de convention komen er in 550 panels ruim 2000 wetenschappelijke bijdragen aan bod. Zo brengen we deelnemers uit verschillende landen en disciplines samen die elkaar normaal niet tegenkomen. We hebben ook “traditionele” panels met specialisten op een bepaald gebied.
‘Op het congres is ook ruimte om boeken of proefschriften te presenteren. Voor promovendi is het interessant om over hun thesis te vertellen, er komen namelijk ook uitgevers. Verder hebben we ook prijzen voor de beste boeken en dissertaties. We begonnen in 2005, de editie in Shanghai, met een prijs voor Engelstalige publicaties. Inmiddels hebben we een competitie voor zes talen. We krijgen steeds meer toegestuurd. Dit keer waren er maar liefst 700 inzendingen.'