Hij is geen docent, geen universiteitsmedewerker en zelfs geen student. Toch was Peter Staal (39) uit Rijswijk regelmatig aan de universiteit te vinden, voor het bijwonen van boekpresentaties en lezingen. Niet alleen toog hij naar de Leidse rechtenfaculteit, het Haagse Wijnhavengebouw of Instituut Clingendael, net zo goed maakte hij uitstapjes naar Utrecht, Amsterdam en Delft.
Als de lezing maar raakt aan een van zijn interessegebieden: de kloof tussen hoog- en laagopgeleid, klimaatverandering en grondstoffenschaarste. En niet te vergeten: alles over internationale betrekkingen, van de EU en de NAVO tot de opkomst van China.
‘De grote onderwerpen en problemen die het individu overstijgen’, vat Staal het samen. ‘Ik hou me niet bezig met pietluttigheden. Het moet gewicht hebben.’
Diepte ontbreekt
Hij leest ook graag, en veel. ‘Over psychologie, de Renaissance, de Koude Oorlog. Op dit moment lees ik Genadezesjes van Eelco Runia, over de universiteit die is verworden tot een soort worstenfabriek. Ik lees me suf, alleen fictie sla ik over.’
Kortweg is Staal iemand met wie je het over bijna alles wel kan hebben. Behalve over sport, benadrukt hij. ‘Dat doe je. Daar hoef je het geen uren over te hebben.’
Maar: hij heeft geen mensen in zijn omgeving om die gesprekken mee te voeren. ‘Voor de coronacrisis knoopte ik na afloop van een lezing gesprekken aan met andere bezoekers, maar dat is nu helemaal weggevallen. Ik heb wel vriendschappen, maar zonder een hoofdletter V. Die diepte ontbreekt, en daar ben ik naar op zoek. Dáár krijg ik energie van.’
Intellectuele eenzaamheid, noemt Staal dat. ‘Ik heb er nooit eerder over gelezen, dus ik vind het best eng om hiermee bij wijze van spreken uit de kast te komen.’ Bovendien vindt hij het spannend omdat hij niet weet hoe lezers zullen reageren. ‘Maar zelf vind ik elke vorm van eenzaamheid ongezond. Ik denk ook dat er meer mensen zijn die hier last van hebben, bewust of onbewust.’
Mantelzorger
Dat hij niet de juiste mensen om zich heen heeft verzameld, wijt hij deels aan zijn levensloop. Want hoewel je op basis van zijn interesses zou denken dat Staal hoger opgeleid is, heeft hij vrijwel geen diploma’s.
‘Als je het hebt over kansenongelijkheid, ben ik daar het levende voorbeeld van. Ik kom uit een familie waarin vrijwel iedereen letterlijk verstandelijk beperkt is. Mijn moeder heeft een IQ van rond de 40. Tot twee jaar geleden ben ik fulltime mantelzorger voor haar geweest. Ik woonde bij haar in huis en groeide onbewust in die rol. Dat nam een enorm beslag op mijn leven. Tot twee jaar geleden heb ik nooit op mezelf gewoond.’

Op de basisschool viel hij niet op. ‘Ik was stil, maakte nooit mijn huiswerk maar ging wel elk jaar over.’ Toch zagen de docenten het niet zitten hem naar havo of vwo te sturen. ‘Ze dachten dat ik niet gemotiveerd zou zijn. Ik had ook geen ouders die voor me konden onderhandelen. Eigenlijk heb ik helemaal geen ouders gehad. Ik werd nooit gestimuleerd, heb nooit raad of advies gekregen.’
Uit het lood
In plaats daarvan moest hij zelf alle problemen thuis oplossen. ‘Er was geen ruimte om zorgeloos op te groeien. Niemand uit de omgeving trok aan de bel, dus ik dacht dat het wel zo zou horen. Sindsdien is mijn leven uit het lood gaan hangen. Ik rommelde maar wat aan.’
Tot hij op vijftienjarige leeftijd, halverwege zijn opleiding elektrotechniek, de bibliotheek van de TU Delft ontdekte. Op zoek naar diepgang begon hij zijn leesachterstand in te halen. ‘Ik las de biografie van elektrotechnicus Nikola Tesla en boeken over radarsystemen en lasertechniek. Alles in het Engels. Ik kon het redelijk volgen.’
Ook thuis, op de momenten dat hij zijn moeder even niet hoefde te verzorgen, las hij veel boeken. ‘Internet was er nog niet. Ik zat altijd tussen twee totaal verschillende werelden in: de beroepsopleiding en mijn vrienden daar, en de bieb van de TU Delft. Ik vertelde niemand dat ik daarheen ging.’
Smoesje
Hij stroomde door naar het mbo in Den Haag. ‘Ook weer elektrotechniek’, zegt hij. ‘Maar ik kwam er steeds meer achter dat ik niks met dat onderwerp had. Ik ben na de basisschool een verkeerde richting in gegaan die allesbepalend was geworden. Na het vwo kun je nog heel veel kanten op, in het beroepsonderwijs niet.’
Hij ging op zoek naar werk. Maar hoewel hij alleen een diploma elektrotechniek had, wilde hij géén elektricien worden. Bij een uitzendbureau bedacht hij een smoesje: ‘Ik deed me voor als een student bestuurskunde, zodat ze niet konden vragen naar een diploma. Zo ben ik aan verschillende baantjes gekomen. Bijvoorbeeld bij een incassobureau en bij een bank.’
Daarna volgde ‘een periode van improviseren’. Zijn opgerichte IT-bedrijfje sneuvelde, de mantelzorg voor zijn moeder eiste een steeds zwaardere tol. ‘Ik kreeg last van depressies, raakte snel geïrriteerd en geprikkeld. Ik was te veel belast en kon niet meer goed functioneren.’
buiten de voordeur
In 2018 ging het niet langer en zocht hij hulp bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. ‘Die heeft toen ingegrepen. We zijn allebei uit het huis gehaald: mijn moeder ging in een woongroep wonen en ik ging elders op mezelf. Toen is mijn leven pas echt begonnen.’
Al die jaren heeft Staal zichzelf nooit echt leren kennen, zegt hij. ‘Ik ben nu mezelf aan het heruitvinden en ben bezig met traumaverwerking.’ Daarnaast is hij actief bij een belangenvereniging voor niet-verstandelijk beperkte kinderen van verstandelijk beperkte ouders.
‘Verder richt ik me steeds meer op alles wat zich buiten mijn eigen voordeur afspeelt, zoals het opbouwen van een leven en een sociaal netwerk dat bij me past.’

Door zijn opmerkelijke levensloop ontmoet hij weinig mensen met een brede maatschappelijke interesse: ‘Ik kom zelden iemand tegen die met me kan praten over de onderwerpen die mij aanspreken. Ofwel omdat ze weinig interesses hebben, ofwel omdat ze niet de diepte in willen.’
Soms klikt het
Heel soms pakt het goed uit, zoals toen hij in een boekhandel aan de praat raakte met een theoloog. ‘We hadden allebei de tijd, het klikte. Toen begonnen we een gesprek over het leven van Jezus.’
Staal zoekt vooral academici die met hem zouden willen discussiëren. ‘Ik hoop dat er twee soorten reacties op dit artikel komen: dat mensen intellectuele eenzaamheid herkennen en contact met me willen zoeken. Of dat nu (beeld)bellend is of een rondje door de stad lopend op anderhalve meter afstand.’ Maar ook studenten of onderzoekers die over hun eigen studie of onderzoek willen vertellen, zijn welkom. ‘Dan ben ik een en al oor.’
Wil je in gesprek met Peter Staal? Hij is te bereiken op dit mailadres: Pstaal070@gmail.com