Achtergrond
In de rechtszaal heeft ons slechte geheugen grote gevolgen
Herinneringen zijn lang niet altijd accuraat, weet rechtspsycholoog Marko Jelicic. In de rechtszaal kan dat desastreuse gevolgen hebben.
Anoushka Kloosterman
donderdag 26 september 2019

Onze herinneringen kloppen vaak niet helemaal, zegt rechtspsycholoog Marko Jelicic. Vaak gaat het om details – welke kleur fiets had je toen je twaalf was? – maar soms kunnen mensen zich hele gebeurtenissen herinneren die nooit hebben plaatsgevonden.

Dat is meestal niet erg, zegt hij. Maar in de rechtszaal kan het desastreuze gevolgen hebben. ‘In strafzaken spelen getuigenverklaringen vaak een grote rol. En dan doet het er zeker toe of je herinnering wel klopt.’

Jelicic, is verbonden aan de Universiteit van Maastricht en spreekt 11 oktober op de Publieksdag van het Leiden Institute of Brain and Cognition. Eén zaak, waarbij Jelicic als deskundige was betrokken, staat hem nog helder voor de geest. ‘Het ging om een gezin met drie kinderen en gescheiden ouders. De kinderen – van tien, veertien en achttien jaar - woonden bij hun moeder. Het meisje van tien vertoonde seksueel ongepast gedrag op school. De moeder dacht dat haar ex-man aan haar had gezeten. Ze heeft haar dochter toen heel sturend ondervraagd, net zolang tot ze zei: “Pappa heeft het gedaan.”

‘Daarna heeft die moeder haar andere kinderen op dezelfde manier ondervraagd. Die kwamen met een vaag verhaal op de proppen. De moeder ging naar de politie, en de vader werd opgepakt.

‘Op gegeven moment werden de verhalen zo bizar: de kinderen moesten het met elkaar doen, de vader was onderdeel van een groot kinderpornonetwerk. Toen heeft de officier van justitie de zaak voorgelegd aan een groep deskundigen, waar ik ook bij zat. Wij concludeerden dat het politieverhoor, en de manier waarop de moeder haar kinderen had ondervraagd een recept was voor pseudoherinneringen.'

Ons geheugen werkt niet als een dvd, waarop je precies kan zien wat er is gebeurd

Ons geheugen werkt niet als een dvd, waarbij je het opslaat en daarna precies kan zien wat er is gebeurd. Diep in ons brein zit de hippocampus, die ervoor zorgt dat de zintuigelijke informatie wordt opgesplitst en op verschillende plekken in de hersenen wordt opgeslagen. Als je het daarna weer wil herinneren, moet die hippocampus die verschillende brokstukken weer aan elkaar lijmen, maar die stukken zijn dan soms wel wat vervaagd.

‘In dat proces kunnen fouten ontstaan, bijvoorbeeld als je je laat leiden door bepaalde angsten, fantasie, of door stereotiepe informatie. Die informatie wordt dan gekoppeld aan het geheugenspoor, en dan kan je je dingen herinneren die niet kloppen.’

Meestal gaat het goed tijdens een politieverhoor, benadrukt Jelicic. ‘In Nederland geeft de politieacademie heel goed onderwijs. Maar niet iedereen is gecertificeerd, of ze hebben de cursus te lang geleden gevolgd. Of de getuige moet lang nadenken, maar de politie heeft haast en kan informatie voeden. In dat soort gevallen kan het misgaan.’

Kan je bij jezelf merken of een herinnering echt is gebeurd? ‘Nee’, zegt hij. ‘Maar als je iets van lang geleden wil herinneren, moet je er altijd van uitgaan dat een deel niet klopt.’

‘Ik heb wel eens ruzie met mijn vrouw over dit soort dingen. Er was een keer een uil tegen onze serre gevlogen. Ik herinner me precies dat de dierenambulance kwam, en dat een wat stevige man op ons serredak lag om de uil te pakken. Ik dacht: “Als dat maar goed gaat!” Dat heeft allemaal wel plaatsgevonden, maar mijn vrouw zegt dat ik er helemaal niet bij was, omdat ik naar mijn werk ging en het aan haar overliet.’

Marko Jelicic, De (on)betrouwbaarheid van het geheugen: een forensisch perspectief.
Publieksdag Leiden Institute of Brain and Cognition. Stadsgehoorzaal, 11 oktober, 13.20 uur