Achtergrond
‘ Illegaal is geen crimineel‘
De criminaliteit onder illegalen neemt toe, dankzij het strenge overheidsbeleid. Die paradox werd blootgelegd door een onderzoeksgroep met de Leidse criminologe Joanne van der Leun.
donderdag 12 september 2002
Het is weer voer voor de borreltafels in den lande. ‘Illegaal kan niet leven zonder roof‘, kopte De Telegraaf dinsdagmorgen. Onderzoek in opdracht van het Wetenschappelijke Onderzoek en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie heeft uitgewezen dat illegalen steeds meer tot criminaliteit vervallen om het hoofd boven water te houden.
Ook het NOS-Journaal had aan het onderzoek maandagavond een lijvig item gewijd, gelardeerd met commentaar van onderzoeksleider prof.dr. Godfried Engbersen. Hij wijst erop dat de verscherping van het beleid tegenover illegalen onder andere door de Koppelingswet een onbedoeld effect heeft: toenemende ‘overlevingscriminaliteit‘. Minister Nawijn van Vreemdelingenzaken laat echter meteen weten geen reden voor versoepeling van dat beleid te zien.
‘Onhaalbaar en onbetaalbaar‘, oordeelt de Leidse medewerkster Criminologie Joanne van der Leun over Nawijns nadruk op uitzetting van illegalen als oplossing van alle problemen. Hoewel ze op het punt van bevallen staat, wil ze toch graag tijd inruimen om het onderzoek toe te lichten. ‘Ik voel steeds sterker de verantwoordelijkheid om aan het publieke debat deel te nemen.‘ Op die manier kan ze, net zoals Engbersen deze week deed, nog enige invloed op de beeldvorming rond illegalen uitoefenen. ‘Toen we onze eerste studie over illegalen en criminaliteit publiceerden, zeven jaar geleden, was ik heel huiverig voor wat er in de publiciteit mee zou gebeuren. Nu heb ik dat minder. Het beeld dat illegalen alleen maar overlast geven, heerst toch al heel sterk. En dat kan ook door elk incident gevoed worden - of door een Blokker-directeur die het over illegalen en asielzoekers heeft als hij eigenlijk Marokkanen en Antillianen met een Nederlands paspoort bedoelt.‘
Joanne van der Leun probeert al sinds begin jaren negentig de discussie over illegalen van gedegen feitenmateriaal te voorzien. Aanvankelijk bestudeerde ze als lid van Engbersens onderzoeksgroep illegalen in Rotterdam - het project ‘De ongekende stad‘ -, het eerste onderzoek dat de illegalen zelf centraal stelde. In haar proefschrift uit 2001 wees ze op de uitwerking van de Koppelingswet: de verschuiving van de problemen van centraal naar lokaal niveau: artsen, hulpverleners en docenten. In het huidige overspannen politiek en maatschappelijk klimaat wil ze helpen de snel ontstane mythes te ontmaskeren. Zoals: Nederland wordt overstroomd door illegalen. In het rapport wordt hun huidige aantal op basis van politie-statistieken tussen de 112 en 163 duizend geschat. Van der Leun stak daar met name veel tijd in. Landelijk gezien is dat een beperkt percentage, al zijn er natuurlijk sterke concentraties in de grote steden.
Anders dan De Telegraaf-kop suggereert, valt het met de criminaliteit onder illegalen ook best mee. ‘Onze stelling is dat het grootste gedeelte van de illegalen niet crimineel actief is. Dat ligt ook voor de hand, want ze hebben er baat bij niet op te vallen.‘
Het langlopende onderzoek waarin van der Leun participeerde legt wel bedenkelijke ontwikkelingen bloot. Er is een verharding opgetreden in de illegaliteit, sinds de Koppelingswet illegalen van alle voorzieningen heeft uitgesloten. De groep illegalen is ook van samenstelling veranderd. Oost-Europeanen en Afrikanen rukken op. Zij kunnen minder dan de Turken bijvoorbeeld een beroep doen op een uitgebreid sociaal vangnet in de illegaliteit dat hen aan een baan helpt.
Eén oplossing, zoals Nawijn denkt, is er niet volgens de Leidse criminologe. ‘Alle rijke landen worstelen met hetzelfde probleem. Op het moment dat regeringen stringenter beleid ten opzichte van vreemdelingen willen gaan uitvoeren, vallen er steeds meer mensen buiten de boot. Nederland gaat daar behoorlijk ver in. Het gevaar bestaat dan dat je een omvangrijke illegale onderklasse creëert. De sterke arm alleen helpt daar niet tegen, je moet creatiever zijn. Een combinatie van verschillende soorten beleid zou beter zijn.‘ Zo is, zegt ze, de vraag naar flexibel, onaantrekkelijk werk de motor achter de illegale arbeid. ‘Je zou dat soort werk het legale circuit in moeten trekken door bijvoorbeeld tijdelijke werkvergunningen af te geven.‘
Dinsdag stuurde Nawijn het onderzoeksrapport naar de Kamer. Of de minister zich in zijn spierballenpolitiek gevoelig zal tonen voor de genuanceerde aanbevelingen uit het rapport is zeer de vraag. Van der Leun glimlacht. ‘Tot voor kort gold als grootste risico van onderzoek-in opdracht dat de opdrachtgever hem onwelgevallige uitkomsten niet zou accepteren. Maar het selectief winkelen in je rapport is nog zeker zo gevaarlijk.‘
Joanne van der Leun: ‘Ik voel steeds sterker de verantwoordelijkheid om aan het publieke debat deel te nemen‘
Lees ook
Achtergrond
Hoe animator Hisko Hulsing met de realiteit speelt: ‘Als tiener was ik constant stoned’
Achtergrond
Verkiezingen: waarom je op ons moet stemmen
Achtergrond
‘We staan met de rug tegen de muur’, zegt het bestuur over 30 miljoen bezuinigingen
Achtergrond
Universiteit ‘kan niet anders’ dan 30 miljoen bezuinigen