De schrik zit er flink in, nadat DUO de hogere studierente aankondigde: een vervijfvoudiging tot ruim 2,56 procent. De emoties lopen hoog op, zoals vaker als studenten in hun portemonnee geraakt (dreigen te) worden. ‘Ondraaglijk’ en ‘verwoestend’ noemde studentenvakbond LSVb de stijging. In de media verschenen portretten van getroffen studenten – vrijwel allemaal hbo- of universitair geschoold, hoewel de rente voor mbo’ers hoger ligt. Een student vreesde dat ze ‘tot haar veertigste thuis moest blijven wonen’.
In Groningen plakten studenten dildo’s op het DUO-kantoor. De boodschap: jullie naaien ons, dus wij naaien terug.
Studenten voelen zich in de val gelokt. Dat geldt zeker voor degenen die onder het leenstelsel vallen en daarom min of meer gedwongen (meer) moesten lenen. Tel daar de inflatie, hoge energieprijzen en woningmarktkrapte bij op, en de frustratie is compleet. Logisch en prijzenswaardig dat studentenorganisaties voor hun belangen opkomen.
Maar in de collectieve verontwaardiging worden veel zaken steeds opnieuw herhaald die ofwel niet waar zijn, of wel erg selectief.
‘Ons is een rentevrije lening beloofd’
Hoe hardnekkig de belofte van een rentevrije lening ook in het collectieve geheugen staat gegrift, is die toezegging nergens terug te vinden. ‘Net als dat de lening niet zou meetellen voor de hypotheek. Maar waar dat dan staat, kan niemand me vertellen’, zei GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld in de Volkskrant. ‘Ik heb geprobeerd het te achterhalen, het nog teruggezocht in debatten in de Kamer. Maar ik kan het nergens vinden.’
Dat de schuld niet mee zou tellen voor de hypotheek, is ook niet gezegd, bleek ook uit een eerdere zoektocht van Mare. Er was wel toegezegd dat de schuld niet wordt geregistreerd bij de BKR, wat waarschijnlijk de boodschap versterkt dat dit geen enge lening is, maar een leuke.
De overheid heeft een bijzonder rooskleurig beeld geschetst van lenen. In combinatie met de jarenlange rente van nul, is kennelijk toch de indruk ontstaan dat de rente vrijwel nul zou blijven. Een ‘bewijs’ voor de nul-procentbelofte die op sociale media rondgaat, is een filmpje uit 2014 waarin toenmalig onderwijsminister Jet Bussemaker een pleidooi houdt tegen ‘leenangst’. ‘Laat je niet gek maken’, spreekt ze toekomstige studenten toe. ‘Het is een investering in jezelf.’
‘De overheid heeft haar zorgplicht verzaakt’
Critici vinden dat de regering niet goed voor de toekomstige studenten heeft gezorgd, die toen nog tieners waren. Er is niet goed overzien wat een lening met zo’n lange looptijd doet met de stress: uit meerdere onderzoeken blijkt dat de mentale gezondheid van studenten onder druk staat, en het juk van een grote schuld helpt natuurlijk niet.
DUO en de onderwijsministers hebben het erg makkelijk gemaakt om bij te lenen en wellicht overschat hoe goed jonge mensen de gevolgen daarvan konden overzien. Een pop-up-venster op zijn minst was fijn geweest. Een let-op-lenen-kost-geldbanner op de site wilde DUO niet. Terwijl veel geld voor aanvullende beurzen juist bleef liggen en helemaal niet terechtkwam bij studenten die ervoor in aanmerking kwamen. Qua informatievoorziening ging, en gaat, daar iets mis.
De vermoorde onschuld van DUO gooit om die reden olie op het vuur: ‘We hebben niet in your face “weet wat je leent” geroepen’, zei een woordvoerder in AD. ‘Maar een lening is nooit gratis, dus deze ook niet.’
‘De financiële druk is ondraaglijk’
Maar ook de informatievoorziening van de actievoerders schiet tekort. Studentenvakbonden, sommige politici maar ook studenten zelf zijn bedreven in het schetsen van doembeelden. Die ‘ondraaglijke’ financiële druk op studenten die LSVb aanhaalt, hoe ziet die er eigenlijk uit?
Hoewel de looptijd lang is, zijn de terugbetalingsvoorwaarden van een studielening nog nooit zo gunstig geweest. Het gaat om tientjes per maand, terwijl afbetalers onder het oude systeem makkelijk honderden euro’s aflossen. Ook toen moest er worden geleend; alleen een basisbeurs is niet genoeg om van te leven.
Een voorbeeld: iemand met een modaal salaris van 40 duizend euro per jaar en een schuld van 40 duizend euro, moet iets meer dan 60 euro per maand aflossen.
Onder het oude systeem is dat zo’n 216 euro per maand. De rente heeft in dit geval geen invloed: je betaalt naar draagkracht, dus die 60 euro onder het nieuwe systeem is het maximum.
Pas bij een jaarsalaris van 68 duizend euro betaalt de nieuwe afbetaler het hele wettelijke maandbedrag: zo’n 151 euro. Een oud-afbetaler lost in dat geval 290 euro per maand af.
Dat komt omdat een nieuwe terugbetaler maximaal 4 procent van het inkomen boven de zogeheten draagkrachtvrije voet afbetaalt. Die draagkrachtvrije voet is voor een alleenstaande zonder kinderen 100 procent van het minimumloon, en 143 procent voor iemand met een gezin.
Ter vergelijking: in het vorige systeem was die draagkrachtvrije voet 84 procent voor een alleenstaande, met daarboven een maximumbedrag van 12 procent. In het systeem dáárvoor was het 50 procent.
Een langere looptijd betekent wel meer rente. Een schuld van 40 duizend euro is, met dit nieuwe rentepercentage, over 35 jaar opgelopen tot 63 duizend euro. Dat klinkt als belachelijk veel, maar tegen die tijd staat dat gelijk aan ongeveer 30 duizend euro nu.
En wat betreft die andere langlopende schuld: ook in de hypotheekwereld zijn nieuwe afbetalers een stuk beter af dan oude. Omdat het maandbedrag lager is, telt de schuld minder zwaar mee, al is dat een schrale troost, rente of geen rente. Want voor veel starters is en blijft een koophuis simpelweg te duur.