Om daar flinke deuken in de slaan, is grover geschut nodig. Daarom doet de universiteit aan compensatie. Dat werkt zo: per uitgestoten ton koolstofdioxide koopt ze een certificaat, waarvan het geld naar projecten gaat die het CO2-niveau in de atmosfeer juist verlagen. Voor de planeet maakt het immers niet uit wáár die CO2 wel of niet vandaan komt, als het nettoresultaat maar goed is, is het idee.
Of zo’n klimaataflaat werkelijk zin heeft, valt of staat bij de uitvoering ervan. Een geplante compensatieboom moet natuurlijk wel lang genoeg blijven staan. En sommige projecten zijn niet wat ze lijken.
Dat ondervond ook promovendus Andrea Reyes Elizondo. Zij besefte dat een paar keer per jaar vliegen onvermijdelijk was – haar familie woont in Mexico, en die van haar partner in Slowakije. Dus zelfs al doet ze alles voor haar onderzoek met de trein en via Skype, zit ze voor familiebezoek zeker vier keer per jaar in het vliegtuig.
Schuld afkopen
‘Dat wilde ik compenseren’, zegt ze. ‘Niet voor het instituut, maar voor mezelf.’ Dat kan vaak bij het boeken van vliegtickets – voor een paar euro koop je je CO2-schuld met één klik als het ware af. ‘Dat doe ik nooit – ik vertrouw het niet. Die maatschappijen zijn zo hard aan het lobbyen, terwijl er eigenlijk meer belasting op vliegen moet komen.’
Daarnaast zijn niet alle certificaten even betrouwbaar. ‘Er zijn slimme mensen die er geld in zien. Zoals iemand die certificaten verkocht voor een bos in Indonesië. Niet in de zin van: we gaan nieuwe bomen planten, maar in de zin van: we gaan ze niet kappen. Ik zocht naar kleine projecten, in Mexico, want daar kom ik vandaan, en vond een organisatie die kleine gemeenschappen helpt met de administratieve rompslomp van de certificaten. Zij steunen projecten in het Maya-gebied. Ik heb een paar Maya-vrienden gevraagd, en zij zeiden dat het er betrouwbaar uitzag.’
Ze berekende de uitstoot van haar vluchten online, en kocht voor 11 ton CO2 aan certificaten, à 11 tot 15 euro per ton. ‘Uiteindelijk heb ik rechtstreeks de organisatie van het project gecontacteerd en het van hen gekocht.’
Omstreden
Vooralsnog compenseert de universiteit voor elektriciteit en aardgas, met certificaten die Garanties van Oorsprong (GVO’s) en vrije emissierechten (VERs) worden genoemd. Het resultaat: van de ongeveer 50 duizend ton uitstoot van de universiteit blijft nog zo’n 12 duizend ton over.
Ook dat is niet onomstreden. In 2012 bestond er ophef rond de buitenlandse GVO’s – vaak leidden ze niet echt tot meer productie van groene stroom in het buitenland. In Noorwegen hebben energiebedrijven die certificaten bijvoorbeeld helemaal niet nodig, omdat alle stroom sowieso groen is.
Dat erkent de universiteit zelf ook: ‘Door het kopen van Garanties van Oorsprong (GvO’s) van buitenlandse oorsprong stimuleert de universiteit de opwekking van duurzame elektriciteit in eigen land niet. Daarom wil de Universiteit Leiden GvO’s kopen van Nederlandse herkomst.’ Sinds 2017 heeft de universiteit uitsluitend Nederlandse wind-certificaten.
De universiteit is ook van plan voor vluchten te compenseren, al is nog niet bekend hoe. Volgens het duurzaamheidsverslag worden de vluchten van 2018 en 2019 in één keer afgekocht. Dan blijft er nog zo’n vijfduizend ton CO2-uitstoot over.