Cyberspace is het nieuwe slagveld.’ Dat zei Microsoft-baas Brad Smith vijf jaar geleden tijdens een groot internationaal congres over IT-beveiliging. Eerder hadden hackers gevoelige informatie van Sony Pictures gestolen en openbaar gemaakt, van salarissen tot nog niet uitgebrachte films. Dat deden ze mogelijk in opdracht van de Noord-Koreaanse overheid, die woedend was dat Sony de film The Interview uitbracht. In die zwarte comedy gaan twee Amerikaanse journalisten Kim Jong Un interviewen en vermoordden ze de Noord-Koreaanse dictator uiteindelijk. Noord-Korea was not amused, de hack zou een vergelding zijn geweest.
‘Smith greep dit voorbeeld aan om Microsoft te positioneren als een soort redder van naties’, vertelt Richard Aldrich, hoogleraar internationale veiligheid aan Warwick University. ‘Hij stelde een nieuwe conventie van Genève voor, waarin landen zich verenigen tegen cybercriminaliteit.’ Microsoft zou in die constellatie een soort Zwitserland worden, ‘een neutrale staat die de wereld beschermt tegen aanvallen’.
Microsoft als supermacht
Tot Aldrichs verbazing liet Smith gladde filmpjes zien van het zogeheten Threat Intelligence Center en het Cyber Defence Operation Center van Microsoft. ‘Het bedrijf heeft zijn eigen geheime dienst en defensiebasis. Het leek wel of ze hun eigen Pentagon hebben! Smith presenteerde zich als een president van een natie, een leider van een supermacht.’
Het was geen grootspraak. Sinds 2017 is de invloed van deze bedrijven alleen maar toegenomen. En de opmars van kunstmatige intelligentie (AI) zorgt ervoor dat de grip op de macht van de techgiganten steeds krachtiger wordt. Aldrich, die daarover vanavond een lezing geeft in het Haagse Wijnhaven-gebouw, spreekt zelfs al van ‘hybride overheden’: staten worden niet langer alleen door regeringen geleid maar ook door de techbedrijven.
‘Bij AI zijn er drie componenten van belang: computerkracht, algoritmes en – wat mij betreft de belangrijkste – data. Bedrijven verzamelen heel veel gegevens. Elke keer als jij iets tikt in Word, en die tekst in de cloud zet, dan gebruikt Microsoft die gegevens om hun AI-technologie te trainen.’
Toen klokkenluider Edward Snowden in 2013 met zijn openbaringen kwam, schrokken veel mensen. ‘Geheime diensten verzamelden op groot schaal informatie en bespioneren ons. Nou ja zeg, was mijn reactie, wat had je anders verwacht?’
Wat hij wél opzienbarend vond, was dat de diensten in staat waren om die enorme hoeveelheid data te ordenen door kunstmatige intelligentie in te zetten. ‘Die massa gegevens was eerst als een onbeheersbare tsunami. Dankzij AI hadden de diensten nu een board om op die tsunami te surfen. Dát was nieuw. Maar Snowden werkte bij een techbedrijf, Booz Allen Hamilton. Hij past zelf ook in de trend dat overheden steeds meer de controle kwijtraken aan commerciële partijen.’
Meer gegevens grijpen
Aldrich ziet hoe die groeiende invloed overheden wereldwijd uitholt. ‘India is een goed voorbeeld: dat heeft stevig geïnvesteerd in zogeheten e-governance. Sociale zekerheid maar ook de distributie van documenten zoals rijbewijzen zijn er geautomatiseerd door de techbedrijven, waardoor ze nóg meer data kunnen grijpen. En dat allemaal voor technologie die niets oplost. De wachttijden zijn alleen maar opgelopen.’
Aldrich heeft weinig vertrouwen in het reguleren van AI en de techbedrijven. ‘Mijn favoriete voorbeeld is dat van de Deense diplomaat Casper Klynge. Denemarken probeerde in 2017 invloed te krijgen op Silicon Valley en besloot om Klynge als “tech-ambassadeur” van de overheid naar Californië te sturen. Hij hield het een paar jaar vol. Toen kreeg hij een nieuwe baan… Bij Microsoft.’

Dat de EU werkt aan een AI Act, die volgend jaar in werking moet treden, geeft hem weinig hoop. ‘Ik ben niet erg enthousiast. In Europa wordt er over AI gedacht alsof het een föhn of een broodrooster is. Ze brengen een hiërarchie aan in toepassingen, alsof dat simpele consumentenproducten zijn: deze vorm van AI is een risico, deze vorm is minder gevaarlijk. Echt begrip ontbreekt omdat ambtenaren en politici van de lidstaten te weinig kennis hebben. De reguleringen worden ook voorgekookt door commissies waarin techbedrijven zijn vertegenwoordigd. So the fox is in the henhouse.’
Grijze blob
Niet alleen overheden worden steeds meer hybride, vindt Aldrich. ‘De wereld begint één vreemde grote grijze blob te worden. Het is niet langer duidelijk welke rol iedereen heeft. Dat geldt ook voor de wetenschap. Er zijn onderzoekers in mijn veld die allerlei verschillende functies combineren. Iemand die bijvoorbeeld twee dagen aan de universiteit van Heidelberg werkt, twee dagen voor Microsoft en nog een dag voor het Duitse parlement. Microsoft betaalt het beste van deze werkgevers, dus waar ligt de loyaliteit van deze persoon?’
Hij lacht even. ‘Ik realiseer me ineens dat ik vakgenoten als grote grijze blobs heb omschreven. Sorry collega’s!’
In de korte film Slaughterbots - if human: kill( ) uit 2021 slachten zwermen drones aangestuurd door kunstmatige intelligentie een massa burgers af. De productie van het Future of Life Institute, dat zich zorgen maakt om het gebruik van AI, is zo hysterisch dat het eerder lachwekkend dan afschrikwekkend is.
Toch is de stap richting de inzet van autonoom functionerende wapens niet ver weg, vermoedt Richard Aldrich.‘Tanks, drones en vliegtuigen die op het slagveld worden ingezet zenden continu data naar militaire bases. Tot voor kort zou je verzuipen in al die gegevens. Maar kunstmatige intelligentie maakt het mogelijk om al die informatie te gebruiken om wapens doelwitten te laten herkennen. Deze autonome wapens, robots eigenlijk, kunnen niet denken, maar zijn wel zo geprogrammeerd om bijvoorbeeld zich op een veranderende situatie op het slagveld aan te passen. Waarschijnlijk zijn er al van die wapens in gebruik en zijn we daar nog niet van op de hoogte.’
‘Wat ook eng is, is dat het aantrekkelijk kan zijn voor autoriteiten om de besluitvorming van de inzet van wapens over te laten aan AI. De technologie is immers sneller dan de mens en dat kan een voordeel zijn ten opzichte van de tegenstander. ‘Verder zijn er ook nog techbedrijven zoals het Israëlische NSO die Pegasus-spionagesoftware verkopen waar wereldwijd politici, journalisten en wetenschappers mee in de gaten worden gehouden. Wat is NSO nu aan het doen met AI? Dat weten we niet en dat is gevaarlijk.’