Achtergrond
‘Hij had hier moeten stralen.’ Hoe jurist Thijmen Nuninga postuum promoveerde
Tijdens de promotie in het Academiegebouw bleef één plek leeg: die van de plotseling overleden jurist Thijmen Nuninga. Toch stelden zijn naasten prijs op een postume ceremonie. ‘Wij troosten ons met zijn woorden. Die blijven.’
Vincent Bongers
donderdag 6 oktober 2022
Paranimfen Tim Bleeker (links) en Jasper Nuninga, op de tafel een foto van Thijmen Nuninga. Foto Monique Shaw

Twee mannen in rokkostuum lopen samen met de pedel naar het Groot Auditorium in het Academiegebouw. ‘Welkom bij deze promotie’, staat daar op grote televisieschermen. Er is echter iets vreemds aan de hand bij deze plechtigheid: de persoon om wie alles draait, ontbreekt.

‘Recht, plicht… re… me…die’

De stem van paranimf Tim Bleeker (universitair docent milieuaansprakelijkheidsrecht aan de Vrije Universiteit) breekt als hij aan de bomvolle zaal wil gaan vertellen over het proefschrift van zijn goede vriend Thijmen Nuninga, die op 17 februari 2022 op dertigjarige leeftijd plots is overleden. Op de lege plek waar hij zijn dissertatie had moeten verdedigen staat nu een ingelijste foto, genomen toen Nuninga op zijn beurt paranimf was bij de promotie van Bleeker.

In diens ogen staan tranen en na de drie woorden wordt het hem even te veel. De honderden aanwezigen voelen de pijn en houden zich stil. Dan gaat Bleeker verder. ‘Dat is de titel van het proefschrift van Thijmen Nuninga. Het is gelijk ook… een zeer treffende samenvatting van zijn onderzoek… waar ik het komende kwartier over hoop te vertellen… Maar wel pas nadat ik mijn neus heb gesnoten.’

De zaal lacht en Bleeker grijpt een zakdoek. Wat volgt, is een humorvol verhaal over aansprakelijkheidsrecht en hoe zijn vriend daarover dacht (zie kader).

Humorvol verhaal over recht

‘Het manuscript was al unaniem en met veel waardering goedgekeurd door de promotiecommissie’, vertelde broer, psycholoog en paranimf Jasper Nuninga al eerder aan de zaal. ‘Helaas kan hij zijn proefschrift zelf niet verdedigen, maar met hulp van bevriende juristen is het boek inmiddels gepubliceerd.’

Toen bleek dat het mogelijk was om postuum te promoveren, wilde de familie dat graag. Het is geen unieke gebeurtenis, maar uiteraard wel zeer zeldzaam, zegt pedel Erick van Zuijlen. Het is de tweede postume promotie die hij in zes jaar in Leiden heeft meegemaakt.

‘Wij willen vandaag zijn inzet en gedrevenheid voor de wetenschap erkennen’, zegt rechtendecaan Joanne van der Leun die de plechtigheid voorzit. ‘En hem de gebruikelijke waardering geven.’

Paranimf Tim Bleeker geeft het 'lekenpraatje'. Foto Monique Shaw

‘Thijmen was een echte jurist. Dat klinkt niet zo bijzonder, maar dat was het wel’, vertelt zijn broer Jasper. ‘Abstracte zaken kon hij met elkaar verbinden en ook goed uitleggen. Zo kon hij zelfs aan mij, een leek, lastige vraagstukken op zo’n heldere manier uitleggen dat ik er enthousiast van werd.’

Na de paranimfen komt de oppositiecommissie aan het woord. ‘Ik had Thijmen hier vandaag graag willen aanspreken als “geachte kandidaat”’, zegt hoogleraar civiel recht Vanessa Mak. ‘Want hij had het verdiend om hier te stralen.’

In plaats van de promovendus aan de tand te voelen, halen de commissieleden herinneringen op aan Nuninga. Hoogleraar burgerlijk recht en burgerlijk procesrecht Bart Krans vertelt over een spetterende discussie die hij met Nuninga had, toen die inmiddels bij advocatenkantoor NautaDutilh in Rotterdam werkte.

'Fuck', was het onverwachte antwoord

‘We hadden een uur ingepland, per video, dat scheelt weer reiskosten. Het gesprek werd veel langer omdat we ook heel even het wel en wee op de Nederlandse voetbalvelden bespraken.’

Krans vroeg Nuninga waarom hij het onderzoek niet breder had getrokken. ‘Maar ik zag de opwinding aan de andere kant van het scherm al toenemen. Ik was nog niet uitgesproken of hij riep: “Nee joh!” Daar moesten we allebei om lachen.’ Als Krans in datzelfde gesprek een kleine bedenking uitspreekt, krijgt hij een onverwacht antwoord: ‘Fuck!’

Niet veel later maakt Van Zuijlen met de woorden ‘hora est’ een einde aan de verdediging die geen verdediging was.

'Studenten die in de problemen zaten, konden bij hem op een luisterend oor rekenen'

Nadat promotor en emeritus hoogleraar burgerlijk recht Jaap Hijma de bul aan de ouders en partner van Nuninga heeft uitgereikt, begint tweede promotor Willem van Boom aan een lofrede. ‘Vandaag vieren we de bijdrage van Thijmen Nuninga aan het privaatrecht, een feestje dus, al zou je dat misschien niet zeggen’, zegt de hoogleraar die begin dit jaar Leiden verruilde voor Nijmegen.

‘Dit is niet het soort feestje waar op de tafels wordt gedanst, de drank rijkelijk vloeit en je de volgende ochtend niet meer precies weet wat je hebt gedaan. Zoals het memorabele kerstfeest van de afdeling burgerlijk recht in 2019 waar Thijmen op het eind van de avond zijn jas en sleutels niet meer kon lokaliseren. Die nacht sliep hij bij een collega op de bank en de volgende dag moest hij zijn ov-fiets zonder sleutels naar het station vervoeren.’

De ceremonie van vandaag is echter ‘een feest van de wetenschap’, aldus Van Boom. ‘Een feest dat verbindt. De promotores hebben geen moment getwijfeld aan zijn proefschrift, ook niet toen Thijmen zelf twijfel toonde. Als we met z’n drieën hadden gesproken gingen we altijd op een hoger niveau uiteen. Van begrip... maar ook wel van verwarring. Dat laatste was niet erg, want Thijmen was in staat om uit verwarring orde te scheppen.’

Oreren over wortels en tomaten 

Als docent toonde Nuninga zijn sociale kant. ‘Hij liet collega’s kennismaken met een echte stad, en met echt voetbal. Studenten die in de problemen zaten, konden bij hem op een luisterend oor rekenen. Docenten die zich laatdunkend uitlieten over studenten, werden onmiddellijk terechtgewezen.’ Verder hield hij pleidooien voor het eten van tomaten en wortels bij de lunch. ‘Vergis u niet, daar kon hij heel lang over oreren.’

Maar dit is een lofrede, geen heiligverklaring, stelt Van Boom. ‘Ik zal ook wat minder goede eigenschappen van Thijmen noemen. Zijn gebrek aan waardering voor cheesy jarentachtigmuziek en zijn iets te grote waardering voor De Jeugd van Tegenwoordig, bijvoorbeeld. Niemand is zonder zonden.’

De luchtigheid maakt weer plaats voor ernst. ‘Ik sluit nu af met het verzoek om na het laudatio te applaudisseren. Niet voor mij.’ Van Boom laat een stilte vallen. ‘Maar voor onze promotus (Nuninga is dan al gepromoveerd, red.). Wij vakgenoten troosten ons met zijn woorden. Die woorden blijven. En het zijn juist die woorden die voor ons als vakgenoten waarborgen dat hij niet zomaar in de zoete nacht verdwijnt, maar dat hij oplicht en vlamt wanneer wij zijn woorden proeven en waar nodig met tegenspraak eer bewijzen.’

Van Zuijlen: ‘Gaat u staan en klappen.’ Er klinkt een applaus als na een zinderende uitvoering van een muziekstuk.

 

De diepte in, maar ook geschikt bij burenruzies

Het proefschrift van Thijmen Nuninga gaat ‘de diepte in, maar je kunt er ook burenruzies mee beslechten’, zei paranimf Bleeker tijdens het zogeheten ‘lekenpraatje’.

De inhoud verduidelijkte hij aan de hand van defecte grasmaaiers, gedoe rond het auteursrecht op meubelontwerpen en het uitmelken van wanhopige studenten. ‘Stel: ik heb een huurwoning én een plan om gillend rijk te worden. Ik trek bij mijn ouders in en verhuur de woning aan een stel studenten, met forse winst natuurlijk. Dat is uiteraard in strijd met het huurcontract. Er is sprake van onrecht.’

Die constatering is echter pas het begin, vervolgt hij. ‘De rechter moet bepalen welke remedie moet worden verbonden aan de normschending. Volgens Thijmen zijn recht en remedie gaandeweg losgekoppeld geraakt. Daardoor is niet altijd duidelijk welke remedie passend is om het onrecht te herstellen. Privaatrechtelijke remedies worden vaak gezien als instrumenten om bepaalde economische of maatschappelijke doelen te bewerkstelligen. Thijmen zet daar een interne benadering tegenover: volgens hem moet de remedie eerst en vooral recht doen aan de verhouding tussen eiser en gedaagde. Hij ziet de remedie als een instrument om rechten en plichten met elkaar in overeenstemming te brengen.’

Wat precies de uitkomst zou zijn in de zaak van de onderhurende studenten hangt af van de omstandigheden en de afspraken in het huurcontract. ‘In een concreet geval zou de theorie van Thijmen wel kunnen helpen bij de keuze voor remedies. Het legitimeert bijvoorbeeld de vordering van winstafdracht naast de vergoeding van schade. Ook helpt het bij de nadere invulling van de remedies, bijvoorbeeld het vaststellen van welke schadeposten in aanmerking voor vergoeding komen.’

Thijmen Nuninga, Recht, plicht, remedie, of de belofte van de norm. Wolters Kluwer, 268 pgs, €65 (promotie was donderdag 22 september)