In een ijskoude cel ligt een naakte geketende man op de vloer. Het is de Palestijn Abu Zubaydah. Hij is doodmoe, maar kan onmogelijk slapen omdat hij wakker wordt gehouden. Eerst door nummers van de Red Hot Chili Peppers die op oorverdovend volume worden afgespeeld, daarna door ongedefinieerde herrie. Als hij toch wegdommelt, gooit een bewaker een plens water in zijn gezicht.
Zubaydah is in Pakistan neergeschoten en gevangengenomen. De Amerikanen verdenken hem ervan een terrorist te zijn met een hoge positie in Al Qaida. Hij belandt in een black site in Thailand, een geheime gevangenis, waar hij door de CIA wordt gemarteld om hem aan het praten te krijgen. Verhoorders proppen hem in een piepkleine kist waarin hij zich niet kan bewegen. Zijn spieren verkrampen en hij schreeuwt het uit van de pijn. Alleen al in augustus 2002 wordt hij 83 keer gewaterboard. Hij overleeft het maar net.
Na Thailand volgde een gruweltoer langs black sites over de wereld, waaronder clandestiene gevangenissen in Polen, Litouwen, Marokko en Afghanistan. Uiteindelijk komt hij in 2006 terecht in Guantánamo Bay, de militaire gevangenis die in januari twintig jaar bestond. Daar zit hij nu nog steeds.
Niet eens aanklacht
Het is nog steeds onduidelijk welke rol de vijftigjarige Zubaydah (geboren in Saudi-Arabië als Zayn al-Abidin Muhammad Husayn) precies heeft gespeeld als het gaat om terrorisme. Bij zijn arrestatie claimden de Amerikaanse veiligheidsdiensten dat hij de nummer drie was van Al Qaida. Inmiddels zien ze hem zelfs niet meer als lid van deze terroristische organisatie.
In maart zit Zubaydah zelf twintig jaar vast. ‘Voor deze detentie is geen wettelijke basis’, zegt de Leidse hoogleraar Helen Duffy, die het kantoor Human Rights in Practice runt. ‘Er wordt geen proces tegen hem gevoerd. Er is zelfs geen aanklacht tegen hem ingediend.’
Duffy vertegenwoordigt Zubaydah in internationale mensenrechtenprocedures. ‘Juridisch gezien moeten ze hem onmiddellijk vrijlaten. Of dat ook gebeurt is aan de politiek, want de wet heeft weinig invloed in Guantánamo.’ Daar zitten nu nog 39 mannen in detentie. Tegen meer dan de helft is geen aanklacht ingediend. ‘Wie wel wordt vervolgd, verschijnt voor speciale militaire commissies waar geen sprake is van een eerlijk proces.’
Martelingen
Over Zubaydah verscheen onlangs de documentaire The Forever Prisoner van Alex Gibney. De film laat zien dat de zogeheten enhanced interrogation techniques waarmee de CIA informatie probeert los te krijgen zijn bedacht door de psychologen James Mitchell en John ‘Bruce’ Jessen. De twee worden er steenrijk van, want ze verkopen hun verhoor- (en martel)technieken voor 81 miljoen dollar aan de Amerikaanse overheid.
Zubaydah diende als proefkonijn voor de methode. Mitchell was zelfs persoonlijk betrokken bij de martelingen die de Palestijn onderging. De CIA vernietigde in 2005 alle video’s waarop de verhoren en martelingen staan, maar in de film zijn tekeningen te zien van Zubaydah waarin de gruwelijkheden die hem zijn overkomen heeft uitgebeeld.
‘Veel personen en bedrijven profiteerden van de War on Terror’, legt Duffy uit. ‘Niet alleen Jessen en Mitchell, maar ook veel landen die hun medewerking verleenden hebben er goed aan verdiend. Bijvoorbeeld door gevangenissen op hun grondgebied toe te staan en vliegtuigen op hun luchtbases te laten tanken.’
Er is een enorme hoeveelheid bewijs tegen hoge ambtenaren binnen de overheid en de inlichtingendiensten, en de mensen die zijn ingehuurd, zoals de psychologen, om het Amerikaanse contraterrorisme-beleid vorm te geven, vertelt Duffy. ‘Zij zouden al lang ter verantwoording moeten zijn geroepen voor de misdaden die ze hebben gepleegd. Iemand als Gina Haspel wist het ondanks haar rol in het martelprogramma te schoppen tot directeur van de CIA. Mensen opsluiten in geheime gevangenissen en hen martelen wordt beloond en niet bestraft. Dat moet veranderen.’
Schandvlek
Tot nu toe is er nog niemand vervolgd voor martelingen. ‘Straffeloosheid is de standaard. Natuurlijk betalen de slachtoffers de hoogste prijs, naar we betalen allemaal flink voor de rechteloosheid van Guantánamo. Het is een internationale schandvlek die door tirannieke regimes en gewelddadige extremistische organisaties wereldwijd wordt gebruikt om te rekruteren. De ironie is dat het door deze rampzalige aanpak juist minder veilig is geworden in de wereld: het recht is verzwakt.’

Dat martelen niet werkt, komt ook in de film duidelijk naar voren, zegt Duffy. ‘Het is contraproductief omdat het valse bekentenissen ontlokt. Het is ook moreel verwerpelijk en uiteraard absoluut verboden in het internationaal recht.’
Na al die jaren mag Duffy nog steeds geen direct contact hebben met haar cliënt. ‘Hij is al tien jaar mijn cliënt, maar een volmacht om namens hem bepaalde rechtshandelingen te voeren is pas net vrijgegeven door Guantánamo. Er is geen enkele plausibele veiligheidsreden voor dat extreme niveau van geheimhouding.’
Diva
Zubaydah wordt in Amerika vertegenwoordigd door een militaire advocaat, luitenant-kolonel Chantell Higgins. Zij mag wel met hem spreken. ‘Zubaydah is een kleurrijke verhalenverteller, heel erg grappig’, vertelt Higgins in de documentaire. Hij is ‘netjes gekleed en een beetje een diva’. Hij lijdt aan ‘een posttraumatische stressstoornis en heeft nachtmerries waarin hij verdrinkt en dan wakker schiet’.
Higgins is duidelijk over de illegaliteit van de detentie. ‘In Amerika is iemand onschuldig tot het tegendeel bewezen wordt. Het is onmenselijk om iemand vast te zetten zonder hem rechten te geven, punt uit.’
De strijd tegen de rechteloosheid verloopt moeizaam, zegt Duffy. ‘Een van de problemen is dat we proberen juridische instrumenten te gebruiken in een law free zone. Want dat is Guantánamo. Het is frustrerend en onrechtvaardig, maar we doen wat we kunnen. Ik blijf hem vertegenwoordigen totdat hij vrij is.’
Geen bewijs
Maar gaat dat ook lukken? ‘Amerika blijft claimen het “oorlogsrecht” te hebben om mensen voor altijd gevangen te houden. Maar er is juridisch gezien geen oorlog, en dat was ook nooit het geval. Zubaydah zou “te gevaarlijk zijn om vrij te laten”. Uitleg waarom krijgen we nauwelijks. Bewijs is er al helemaal niet.’
Volgens een interne Guantánamo-commissie, de zogeheten Periodic Review Board, was het ‘organisatietalent’ van Zubaydah reden om hem vast te blijven houden, vertelt Duffy. ‘Hij toonde leiderschap toen er problemen waren in de gevangenis. Het is absurd zoiets als argument te gebruiken. Angst, onwetendheid, leugens en een giftig politiek landschap zorgen ervoor dat hij er nog zit. Ik hoop dat de rechtszaken de situatie kunnen veranderen. Maar er komt alleen een einde aan als burgers en staten hier een prioriteit van maken. Alle overheden, waaronder de Nederlandse, kunnen de VS onder druk zetten, en helpen door gevangenen op te nemen.’
Regisseur Gibney vat het in zijn documentaire perfect samen, vindt Duffy: ‘Zubaydah zit niet vast door wat hij ons heeft aangedaan, maar door wat wij hém hebben aangedaan.’
Behalve voor de vrijheid van Abu Zubaydah voert de Leidse hoogleraar Helen Duffy ook zaken bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) tegen Polen en Litouwen, landen waar haar cliënt illegaal werd vastgehouden. Verder dient bij de VN Werkgroep Willekeurige Opsluiting een zaak tegen alle zeven landen die de onwettelijke detentie en martelingen faciliteerden.
Het EHRM heeft Polen en Litouwen veroordeeld voor de samenwerking met de VS. ‘Maar deze landen hebben nog niet voldaan aan de uitspraken’, zegt Duffy. ‘Daarom moeten we de druk verhogen.’ Er is een lichtpuntje: onlangs betaalde Litouwen meer dan een ton schadevergoeding aan Zubaydah. Polen – al in 2014 daartoe veroordeeld – betaalde nog niet.
‘Maar er moet nog veel meer gebeuren. De staten moeten uitgebreid onderzoek doen naar wat er is gebeurd en verantwoordelijkheid nemen voor hun acties. Ze moeten de waarheid onthullen en er bij de Amerikanen op aandringen dat er een einde komt aan Guántanamo.’
Geen van de landen heeft dat tot nu toe gedaan, naar eigen zeggen omdat de VS niet willen meewerken. ‘Natuurlijk is dat een obstakel, maar het is geen excuus. De landen kunnen veel wél doen, maar er is onvoldoende politieke wil.’
Het Litouwse geld is naar de familie van Zubaydah gegaan. ‘Een van zijn broers gebruikte de woorden “ten einde raad” en “hulpeloos” als het over de Guantanamo-detentie gaat. Ze kunnen namelijk niets doen om hem te helpen. Het gaf Zubaydah wel een tevreden gevoel om het geld te kunnen laten overmaken. Het is een vorm van genoegdoening en geeft hem enige invloed, een klein beetje autonomie.’