Achtergrond
Gesteggel over verkameringsbeleid duurt voort
De brief van het stadsbestuur waarin stond dat een uitsterfbeleid voor studenten in illegaal verkamerde panden niet uitvoerbaar is, heeft wrevel gewekt bij enkele raadspartijen. ‘Als we alles wat moeilijk haalbaar is niet gaan doen, dan komen we helemaal nergens.’
Sebastiaan van Loosbroek
dinsdag 3 december 2019

Door nieuwe verkameringsregels worden studenten die in illegaal verkamerde panden wonen, gefaseerd hun kamer uitgezet. Tot zeshonderd studenten moeten dan op zoek naar andere woonruimte, die er niet is omdat er nu al 1200 kamers te weinig zijn. Om het leed voor deze groep te verzachten, stelden ChristenUnie en Partij voor de Dieren eind oktober een uitsterfbeleid voor: zolang als de studie duurt moeten deze studenten in hun kamer kunnen blijven.

Het stadsbestuur schreef twee weken geleden dat dit plan niet haalbaar is. Argumenten: er zou ‘jarenlang een uitvoerige administratie van moet worden bijgehouden’ en er zou ‘regelmatig fysiek moeten worden gecontroleerd of de kamer leeg blijft’, terwijl de capaciteit daarvoor ontbreekt. Ook schreef het bestuur dat het met een uitsterfbeleid niet duidelijk is hoe lang het duurt tot alle illegaal verkamerde panden leeg zijn.

Dat laatste argument vond Ton Rovers (SP) niet steekhoudend: ‘De periode kunnen we gewoon met elkaar afspreken’, zei hij. ‘En administratie moet er sowieso komen, want waar zijn we anders mee bezig?’

‘U moet me echt geloven, een uitsterfbeleid is praktisch onuitvoerbaar’

Pieter van der Woerd (CU): ‘Ik ben blij dat de burgemeester het uitsterfbeleid wilde onderzoeken, maar ik vind het resultaat nogal teleurstellend. We hebben geen capaciteit om te handhaven? Heeft de burgemeester het idee dat we überhaupt in staat zijn om dit fatsoenlijk uit te voeren met het budget dat we beschikbaar hebben gesteld?’ vroeg hij zich af. ‘Moet er niet meer geld bij? En moeten we de onzekerheid bij de studenten - die niet weten wanneer de gemeente langskomt om het pand te ontkameren - niet voorkomen door hen duidelijkheid te bieden in de vorm van een overgangsregeling? Als er geld bij moet, dan moet er geld bij.’

Burgemeester Lenferink bleef volhouden dat een uitsterfbeleid geen optie is. ‘U moet me echt geloven, het is praktisch onuitvoerbaar. Het levert een enorm beroep op capaciteit op, het is niet zomaar even een mannetje erbij. Het vraagt heel veel meer handelingen en heel veel meer controle. Het is vrijwel ondoenlijk.’

‘Als we alles wat moeilijk haalbaar is maar niet gaan doen, dan komen we helemaal nergens’

Harbert van der Kaap (PvdD) vond die uitleg niet voldoende. ‘Als we alles wat moeilijk haalbaar is maar niet gaan doen, dan komen we helemaal nergens. Het gaat om een extra inspanning van vier jaar, dat moet dan maar’, vond hij.

‘Een termijn van vier jaar is echt volstrekt onredelijk’, bracht Lenferink daar tegenin. ‘De buren hebben ook rechten’, zei hij, doelend op het oorspronkelijke doel om de studentenoverlast te beperken. ‘Dat staat nog los van het feit dat je een complete administratie moet bijhouden wanneer welke kamer vrijgekomen is en of die daarna niet toch stiekem weer is verhuurd. Het is zo ontzettend bewerkelijk en in strijd met andere regels, dat je er niet mee kunt werken. Het zou een wassen neus zijn om hieraan te beginnen.’

Vanavond, dinsdag 3 december, wordt er een besluit genomen over het verkameringsbeleid.

 

Mogelijk meer verkamering boven winkels

Het college ziet wél wat in verkamering boven winkels en horecagelegenheden. In de brief van twee weken geleden wees ze al de Haarlemmerstraat, Vismarkt, Nieuwe Rijn, Beestenmarkt, Nieuwe Beestenmarkt en Steenstraat aan als straten die buiten het verkameringsbeleid zouden kunnen komen te vallen. Wethouder Wonen Fleur Spijker wilde van de raad weten of er animo is om nog meer straten aan te wijzen. ‘Dit zijn de straten die voor de hand liggen, maar we kunnen meer straten onderzoeken’, zei Spijker. ‘Dan moet er alleen wel een motie worden ingediend.’ Maarten de Crom (VVD) kondigde aan die motie vanavond te gaan indienen.