Achtergrond
Duizenden euro’s in de min… en dan? Zo zit het met de rente op je studieschuld
Er bestaat verwarring over de rente op studieschuld en hoe zwaar die lening meetelt bij het afsluiten van een hypotheek. Hoe zit het nu precies?
Anoushka Kloosterman
woensdag 30 november 2022
Foto: Taco van der Eb

De onderwijsminister is moe van al die negatieve houding van studenten, zei hij onlangs tijdens een lezing. ‘Sorry, maar waarom is het een pechgeneratie? Het is wel een generatie met de beste arbeidsmarkt die we ooit hebben gezien.’ En: ‘Ik snap mensen die zeggen: wij willen een betaalbare woning hebben. Maar iederéén wil dat. Daar ben jij niet alleen in.’

Hij zal dus niet blij zijn geweest met de Kamervragen over de gevolgen van de gestegen rente op studieleningen. Over het leenstelsel en studieschulden is zoveel geschreven dat alle verwarring inmiddels uit de lucht zou moeten zijn, maar toch voelde minister Robbert Dijkgraaf zich vorige week in zijn antwoord genoodzaakt wat misverstanden recht te zetten over het studieschuldbeleid. Wat klopt daarvan?

1. Is er beloofd dat de rente 0 procent zou blijven?
Nee, dat is niet beloofd, schrijft de minister. Ook is er nooit beloofd dat de studielening niet meetelt voor je hypotheek. Strikt genomen hebben hij en zijn voorgangers dan ook geen valse beloften gedaan: de rente was bij invoering van het leenstelsel niet 0 maar 0,12 procent, en er is nooit iets gezegd over de hypotheek.

Niet in de letter, maar wel in de geest; dat er zo’n rooskleurig beeld is ontstaan is wel degelijk de schuld van de bewindspersonen. Met een beleid dat een fors deel van jonge kiezers in de schulden dwingt word je immers geen minister van het jaar. Dus is de studielening in zo’n positief daglicht gezet dat je bijna zou geloven dat er helemaal geen nadelige gevolgen zijn van enkele tientallen duizenden euro’s in de min.

Geen politicus heeft ooit een student gewaarschuwd: ‘Pas op jongens, want het is echt een langlopende lening. Straks kan je geen huis kopen.’ Zelfs een ‘lenen-kost-geld’-disclaimer bij Duo is geen optie, bleek onlangs na navraag van Mare: ‘Voor commerciële partijen is dat verplicht, maar de overheid heeft besloten om dat zelf niet te doen, juist om dat onderscheid te maken.’

Een ander soort lening dus, is de boodschap. Een léuke.

2. Maar die telt dus wel mee voor je hypotheek?
Zeker. Daar is veel verwarring over, want de politieke discussie ging over of de studieschuld zou moeten worden opgenomen in het register van Bureau Krediet Registratie (BKR). Die stichting is door banken en financiële instellingen opgericht om leningen van consumenten bij te houden.

Zonder de registratie zou je je studieschuld bij de bank kunnen verzwijgen (al heeft dat ook gevolgen), luidde de theorie. Alleen is dat inmiddels ook niet meer mogelijk aangezien Duo gegevens mag delen met de hypotheekverstrekker. Daar moet je dan wel toestemming voor geven. Maar doe je dat niet, dan ben je natuurlijk direct verdacht.

De discussie of studieschuld bij het BKR moet worden bijgehouden is trouwens nooit van de agenda verdwenen. Vorig jaar nog stelde de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dat de regering het toch moet toestaan omdat mensen anders te hoge hypotheken afsluiten. Het waren tot nu toe de ministers die dit weigerden. Maar het kan dus nog altijd gebeuren.

3. Krijgt ik minder hypotheek als de rente stijgt?
Voor studenten onder het leenstelsel wordt de rente 0,46 procent. Studeerde je eerder en betaal je je schuld af volgens de oude regels: 1,78 procent. Met een schuld van 35 duizend euro die je nog 35 jaar moet aflossen, komt dat neer op 7 euro extra per maand. Dat trekt de bank af van wat je kan betalen. Dus ja: hoe hoger de rente hoe, hoe lager je maximale hypotheek.

Het goede nieuws is dat de overheid vorig jaar is overgestapt op een nieuw systeem. In de wet staat namelijk hoe zwaar je studieschuld meeweegt voor je hypotheek – de wegingsfactor. Die was voor mensen onder het leenstelsel eerst 0,45 procent. Oftewel, de bank gaat ervan uit dat je 0,45 procent van je schuld per maand aflost.

In het nieuwe systeem is die factor gekoppeld aan de rente: dus hoe hoger de rente, hoe hoger de wegingsfactor. Het voordeel is dat die wegingsfactor in het nieuwe systeem is gedaald naar 0,35 procent. Pas bij 1,5 procent of meer rente komt het weer terug op 0,45.

Voor mensen in het oude stelsel (vóór 2015) geldt nu een wegingsfactor van 0,75, want de rente is voor hen hoger.

4. Is dat veel of weinig?
De minister noemt het een ‘relatief lage’ wegingsfactor, want commerciële leningen wegen een stuk zwaarder. Maar helemaal ‘sociaal’ is het ook weer niet, want het is meer dan je werkelijk aan Duo betaalt; je betaalt namelijk niet 0,35 procent per maand aan je studieschuld, maar iets minder dan 0,25. Als de banken met dit percentage zouden rekenen, scheelt dat 7 tot 8 duizend euro hypotheek bij een schuld van 25 duizend.

Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) heeft onderzocht of de wegingsfactor naar 0,25 kon, maar adviseerde de regering toch om dat niet te doen. Er zou dan te weinig buffer overblijven om rentestijgingen op te vangen.

5. Helpt het om veel extra af te lossen?
Banken kijken naar de oorspronkelijke studieschuld, omdat die bepaalt hoe hoog je maandbedrag is. Dat gaat wel veranderen. Minister Dijkgraaf schrijft dat er een nieuw systeem komt in 2024, waarbij niet naar de originele studieschuld wordt gekeken, maar ook wordt meegeteld of je extra hebt afgelost in de tussentijd. In het coalitieakkoord is namelijk afgesproken dat voor starters niet de oorspronkelijke, maar de actuele studieschuld leidend moet zijn bij de hypotheekaanvraag. Dus extra aflossingen kunnen dan ook worden meegenomen.