Achtergrond
Dit zijn de universitaire schoonmakers
Vrijdag is het de Dag van de Schoonmaker. Mare portretteert er drie. ‘Ik merk dat er steeds meer wordt beknibbeld. We moeten met steeds minder mensen meer werk doen.’
Redactie
donderdag 13 juni 2019
Sabriena Trouwee: ‘ Bij de vrouwen is het vaker een zootje.’ Foto's Marc de Haan

Sabriena Trouwee (24), Einthoven-gebouw

‘Echt alles móét schoon, ook thuis. Als ik een dag niet heb gestofzuigd, sta ik midden in de nacht op om dat alsnog te doen. Wat dat betreft ben ik een beetje autistisch. Als ik straks thuiskom, dan begin ik gelijk weer.

‘Na de middelbare school ben ik meteen gaan werken. Het idee was om na een paar jaar weer naar school te gaan. Dat kwam er echter niet van. Ik wil dat nog steeds wel, ik weet alleen nog niet welke opleiding. Het moet wel iets met mijn handen zijn, want uit boeken leren kan ik niet.

‘Ik werk 4,5 uur per dag. We doen dit gebouw met zijn tweeën. Ik vind het leuk. De mensen zijn prettig. Ze beschouwen me niet als “de schoonmaakster” maar als collega. Als je iets goed onder handen hebt genomen zeggen ze ook: “Wat ruikt het lekker.”

‘Dat is niet overal zo. In het begin kwam ik op plekken waar als iemand iets liet vallen werd gezegd: “Oh, dat ruimt zij wel eventjes op.” Die houding heb je bij de universiteit niet.

‘Ik woon in Hazerswoude-Rijndijk en ga om half zes ’s ochtends mijn bed uit. Ik lig in scheiding en heb een dochtertje van twee. Ze heet Evi. Op mijn arm heb ik een tatoeage van een vestzakhorloge waarvan de wijzers het moment van haar geboorte aangeven: vijf over zes. De ochtend is echt chaos. Eerst de hond uitlaten, dan breng ik Evi met de auto naar mijn ouders in Leiden; vervolgens snel door.

‘De allereerste dag dat ik ergens moest schoonmaken, trof ik een toilet dat helemaal onder zat. “Wow’, dacht ik toen: “Hoe moet ik dit gaan doen?” Maar je raakt eraan gewend.Toiletten zijn echt een prioriteit voor mij. Iedereen zit er immers op. Er wordt wel eens gedacht dat vrouwen heel schoon zijn, dat is dus echt niet zo. De mannen-wc’s zijn schoner. Bij de vrouwen is het vaker een zootje, meer toiletpapier en haren op de grond. Het allerergste wat ik ooit heb aangetroffen is gebruikt maandverband dat tegen de muur was aangeplakt. Dat was niet in dit gebouw.

‘Er komt meer bij kijken dan mensen denken. Er wordt vooral onderschat hoe zwaar het is. Stel je voor dat je elke dag je huis van onder tot boven moet doen, dat is pittig hoor.’

Kennedy Ablordeppey: ‘Ik vind ook weleens condooms.’

Kennedy Ablordeppey (40), sportcentrum, Gorlaeus en Snellius

‘Mijn wekker gaat om vijf uur ‘s ochtends. Met de trein ga ik van Den Haag naar Leiden, waar ik om zes uur begin. Geen probleem, want ik ga altijd op tijd naar bed. Ik begin in het universitair sportcentrum, daarna door naar het Gorlaeus, waar ik tot tien uur schoonmaak. Na een pauze maak ik in het Snellius de toiletten schoon en controleer of er genoeg wc-papier en papieren handdoekjes zijn.

‘Soms kom je vieze dingen tegen, maar daar zijn we voor. Sommige dingen moet ik overslaan vanwege de tijd, bijvoorbeeld als de toiletten zijn verstopt. Dan maak ik een foto die ik naar mijn werkgever stuur. Die beslist of ik dat blok moet sluiten en doorga met andere werkzaamheden, omdat ik het anders niet af krijg.

‘Ik vind soms ook condooms, maar je werkt nu eenmaal in een omgeving met veel jonge mensen. Dat zie ik als iets normaals, als schoonmaker ben ik er om dat op te ruimen. Ik zie mijn werk als het dienen van de mensheid. Bovendien ontmoet ik veel verschillende mensen met wie ik geregeld praatjes maak. Ik voel me welkom en gewaardeerd. Een medewerker die zijn iPhone had laten vallen waardoor er een barst in het scherm zat, gaf me die telefoon samen met geld voor een reparatie. Hij vond dat ik zijn kantoor altijd zo goed schoonmaakte. Dit was zijn “dank je wel”. Hij doet het perfect, ik gebruik hem nog steeds.

‘Als ik thuiskom, ga ik rusten en luister ik gospel. Daarna ga ik koken en breng ik tijd door met mijn partner en zoontje van zeven, een erg stoere jongen, haha. Ik kijk graag naar natuurprogramma’s op National Geographic; die verbinden je met een wereld die je in het dagelijks leven niet ziet.

‘Mijn vrouw en ik zijn allebei Ghanees. Voor werk zijn we naar Nederland gekomen. Mijn ouders wonen er nog, ik zoek ze eenmaal per jaar op. Ik mis hen wel, maar deze maand ga ik er weer naartoe.’

Angelique van Leeuwen: ‘Ik dacht: wat is hier gebeurd?’

Angelique van Leeuwen (37), Van Steenis-gebouw

‘Ik ben geen ochtendmens, heb altijd moeite met opstaan, maar ben nog nooit te laat geweest. Om half zes sta ik op, dan ga ik de make-up in. Je moet er wel een beetje toonbaar uitzien, hè.

‘Om zeven uur begin ik in het Van Steenis-gebouw met de begane grond. Daarna ga ik naar de derde verdieping, die ik als enige schoonmaak. Omdat het gebouw een plat dak heeft, is het er wel vaak warm, vooral in de zomer. Gelukkig is er op de begane grond een opslagplaats met heel veel boeken, waar een bepaald klimaat heerst om de boeken goed te houden. Daar is het altijd lekker koel dus soms koel ik daar dan even lekker af.

‘Ik merk dat er steeds meer wordt beknibbeld. We moeten met steeds minder mensen meer werk doen. Ik vind het werk ook niet per se heel dankbaar, maar het geeft wel veel vrijheid. Ik bepaal zelf welke route ik afleg.

‘Ik begon bijna twintig jaar geleden in het Lipsius, als bijbaantje, en ben blijven hangen. Sommige gebouwen zijn wel viezer. Ik heb ook ooit bij Rechten schoongemaakt, daar zit een heel ander type mensen dan bij Archeologie. Het vrouwentoilet was daar zo vies, dat is gewoon te erg om te beschrijven. Maar goed, daar zit ook meer volk dan hier. Maar laatst vond ik hier ook wel iets vies. Na een barbecue voor archeologen trof ik overgeefsel aan in het toilet. Ik dacht: wat is hier gebeurd?

‘Wat ik leuk vind aan deze werkomgeving, is dat je elk jaar een nieuwe lichting studenten ziet. Je ziet ze ook ouder worden. En je krijgt ook een beetje mee wat er allemaal aan onderzoek gebeurt. In de werkkamers zie ik botten liggen die zijn opgegraven, ik krijg mee dat er onderzoek wordt gedaan naar het effect van chemicaliën op waterdiertjes en ik lees de posters in de gangen. Je moet toch een beetje geïnteresseerd zijn in wat er hier gebeurt.

‘Na mijn werk is het vaak tijd voor het poetsen van mijn eigen huis. Voor hobby’s maak ik de laatste tijd niet zoveel tijd meer, maar voorheen knutselde ik en maakte ik sieraden. Ik heb de mbo-opleiding detailhandel gedaan, in de richting mode, maar om daar echt goed in te worden had ik naar Parijs gemoeten.

‘Tot vorige week ging ik met mijn man en kinderen van 16 en 13 elk weekend naar onze stacaravan in Leimuiden. Maar die hebben we net verkocht. Het was ideaal om even bij te komen van de werkweek. Hoewel, als vrouw ben je eigenlijk altijd bezig.’

Door Sebastiaan van Loosbroek en Vincent Bongers