Achtergrond
Dit mag niet meer overal
Steeds meer docenten weigeren tijdens colleges te concurreren met Facebook, webshops en zelfs voetbalwedstrijden. Daarom doen ze laptops, tablets en smartphones in de ban. ‘Je ziet aan de ogen van studenten wanneer ze switchen van hun aantekeningen naar een winkelsite’, zegt hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde Yra van Dijk. ‘Dat ze dat tijdens mijn college zonder enige gêne online shoppen en Facebooken, vind ik heftig.’ Toen een collega die in de zaal zat een student daarop aansprak, antwoordde die: ‘Ik ben heel goed in multitasken: ik kan luisteren en winkelen tegelijkertijd.’
donderdag 22 september 2016

Van Dijk: ‘Het verontrustende is dat ze daar echt van overtuigd zijn, en niet meer weten wat echte concentratie is. Bovendien worden de studenten die achter hen zitten ook meegezogen. Maar het komt niet in ze op dat het niet hoort. Het is domweg onbeleefd. We moeten ze leren wat de elektronische etiquette behoort te zijn.’

Van Dijk nam een rigoureuze maatregel: voortaan zijn laptops, tablets en smartphones verboden tijdens haar colleges.

Ook bij de faculteit Rechten wordt met een laptopverbod geëxperimenteerd, bij het werkcollege inleiding strafrecht. ‘Naast afleiding en effectiviteit speelt er nog iets dat specifiek is voor rechten’, zegt docent Bas Leeuw. ‘Studenten moeten bij het tentamen snel kunnen zoeken in een wetbundel. Bij veel studenten staan die bundels op hun tablet en laptop. Maar bij een tentamen mag je die niet gebruiken. Dan moet je plots in een fysiek exemplaar op zoek. Die vaardigheid leren ze niet als ze steeds een computer gebruiken.’

Bij psychometrie, dinsdagmiddag in het Gorlaeus, staat op bijna de helft van de collegebanken een laptop opengeklapt. Feestfoto’s en plaatjes van ingewikkeld gevlochten kapsels flitsen voorbij op Facebook. Elders wordt druk gechat en gemaild. Een student kijkt weliswaar op een pagina van de Universiteit Leiden, maar werkt duidelijk aan een opdracht voor een ander vak. De meeste studenten tikken echter braaf mee in Word, of hebben op hun scherm dezelfde matrixen als op de grote schermen voorin de zaal.

‘Het hoort bij deze tijd. Ik sta er niet om te juichen, maar ik vind het ook niet heel erg’, reageert universitair docent psychologie Marjolein Fokkema achteraf.

‘Hoorcolleges zijn bij ons niet verplicht, dus in principe zijn de studenten in de zaal geïnteresseerd. Als docent doe je je best om iets te vertellen waardoor ze hun aandacht erbij houden, maar het is een lastige competitie met internet.’

‘Ik heb voor de grap wel eens de lampen uitgedaan tijdens het college’, zegt universitair docent Europees recht Armin Cuyvers. ‘Toen zag je op heel veel plekken het Facebook-blauw oplichten. Het is een algemene verleiding, maar niet alleen onder studenten. Op congressen gebeurt het ook. Dan is een collega een lezing aan het geven en dan probeer je tegelijkertijd ook mail te lezen en te beantwoorden.’

Je bent je concentratie zo kwijt, weet Cuyvers. ‘En er is onderzoek waaruit blijkt dat het tien minuten duurt om de focus terug te krijgen. Als je zes keer in uur wordt afgeleid, ben je het hele uur niet scherp. Daarom moet je studenten uitleggen dat het verstandig is om die apparaten weg te doen.’

Maar hij vraagt zich af of een verbod van deze tijd is. ‘En kun je dat handhaven? Dat lijkt me moeilijk.’

‘Ik ben helemaal geen tegenstander van technologie’, stelt Zef Faassen, die het laptopvrije werkcollege inleiding strafrecht doceert. ‘En ik ben er nog niet van overtuigd of een verbod de juiste weg is. De meningen op de afdeling waren flink verdeeld. Je wilt geen politieagentje spelen en de technologie is niet meer weg te denken uit ons leven.’

Ook zijn collega Leeuw is zeker geen uitgesproken tegenstander van technologie. ‘Uiteraard begrijp ik de argumenten dat dit verbod niet meer van deze tijd is. We moeten als faculteit goed bespreken wat de beste aanpak is.’

‘Ik kan me voorstellen dat andere docenten er ongelukkig van worden’, zegt Beerend Hierck, universitair docent anatomie en embryologie. ‘Maar ik zou het van de zotte vinden om het te verbieden. Bij practica hebben onze studenten geneeskunde, biomedische wetenschappen en klinische technologie zelfs een eigen laptop nodig, daarvan zijn we als opleiding afhankelijk. En ja, ik heb wel eens meegemaakt dat studenten tijdens college een voetbalwedstrijd zaten te kijken. Maar dat merk je snel genoeg.’

Hierck: ‘Het is iets waarmee iedereen moet leren omgaan. Tijdens de colleges stel ik soms vragen waarover de zaal kan stemmen via telefoon of laptop. Mijn studenten vonden het leuk, maar merkten zelf op dat ze door een appje afgeleid raakten, wanneer ze voor het stemmen hun telefoon op tafel moesten leggen.’

Die extra afleiding is niet de enige reden waarom Yra van Dijk laptops verbiedt, zegt ze. ‘Uit onderzoek uit 2003 blijkt dat je de stof minder goed onthoudt als je achter de laptop zit. Ook na een semester, blijft de informatie minder hangen, aldus een ander onderzoek uit 2014 (zie linkerkader, red.). Verder is ook de kwaliteit van de aantekeningen minder goed. Je schrijft alles op als je een computer gebruikt: het is letterlijk notuleren. Maar dat moet je juist niet doen bij een college. Je moet filteren en connecties maken. Met de pen structureer je meer. Het is creatiever. Het is aangetoond dat je complexe structuren beter begrijpt, als je pen en papier gebruikt. Alles wijst erop: doe die dingen weg!’

Faassen kent die onderzoeken ook. ‘Ik heb duidelijk uitgelegd aan de studenten waarom we het zonder laptops wilden proberen. Ze vonden het wel oké. Je hebt meer contact en dat is prettig. Of dat ook beter is, moet nog blijken. Het viel me wel op dat bij sommigen het blaadje voor hun neus leeg bleef. Ik denk dat ze het niet meer gewend zijn om met de hand te schrijven.’

‘Het lijkt heel ouderwets, maar het is eigenlijk heel avant garde om die dingen weg te doen’, zegt Van Dijk. ‘Je moet het jezelf gunnen om je volledige aandacht aan het college te geven. Het is onze plicht om studenten dat te leren. Voor de docent is het ook fijn als je niet tegen een rij schermen aankijkt. Je ziet veel beter wat iedereen van je college vindt. Sprankelen de ogen? Of zijn het meer luikjes? Want dan weet ik: ze vallen in slaap, ik moet iets doen.’ 

Hierck: ‘Ik geef veel colleges aan eerstejaars. Op de middelbare school mochten ze vaak geen telefoons of laptops gebruiken onder de les en nu ineens wel. Dat is ook niet helemaal eerlijk. Daar moeten we het met ze over hebben.’

‘Studenten zijn steeds minder in staat tot effectieve zelfstudie’, zegt Van Dijk. Ze ziet daarin een taak voor de universiteit. ‘Er is heel veel geld voor ict in het onderwijs, steek de helft van dat bedrag maar in meer contacturen. Zet studenten in een zaal met een aio of een student-assistent en laat ze blokken, zonder elektronica. Telefoons, tablets en laptops inleveren en studeren maar.’

.

.

Wat vinden de studenten?

‘Ik vind dat een laptop moet mogen,’ zegt Chris van Seters dinsdag vlak voor aanvang van het college moderne Nederlandse literatuur van Yra van Dijk. ‘Je zit op de universiteit, daar betaal je voor. Dan is het je eigen verantwoordelijkheid wat je doet tijdens een college. Als je niet wilt opletten, dan let je toch niet op.’
Van Seters mist haar laptop: ‘Mijn probleem met papiertjes is dat ik alles kwijtraak. Ik kan niet leren van mijn op papier geschreven dingetjes. Dus ik vraag me af hoe ik dat bij dit vak ga doen. Maar ja, als de docent zegt dat het niet mag, dan mag het niet. Dan moet ik me maar aanpassen.’
‘Ik juich dit verbod echt toe’, zegt student Lotte Hondebrink. ‘Mijn generatie mist echt de vaardigheid om zich goed te kunnen focussen. Laptops bevorderen gemakzucht en zijn slecht voor de concentratie.’
‘Ik vind op zich het idee erachter goed’, zegt student Lindsay van Marle. ‘Maar ik heb een gehoorprobleem. Voor mij is het heel lastig als ik tijdens een college naar een papier moet kijken. Ik moet de docent volgen, als ik op een papier schrijf, mis ik de helft. Ik kan blind typen, dus met een laptop kan ik de docent blijven aankijken. Ik weet niet of dat een goede reden is om te vragen of ik toch de laptop mag gebruiken. Ik heb dat nog niet overlegd.’
Inmiddels is dat overigens wel gebeurd, laat Van Dijk achteraf weten. ‘Uiteraard mag ze wel een laptop gebruiken.’

.

Verbieden: mag dat?

Het lijkt er vooralsnog op dat docenten de ruimte krijgen om laptops te verbieden, in ieder geval bij Geesteswetenschappen.
‘Er is geen facultair beleid dat het gebruik van dat soort zaken toestaat of verbiedt’, mailt Egbert Fortuin van het bestuur van Geesteswetenschappen. ‘Dit impliceert dat de docent dit zelf mag bepalen. Een student die het er niet mee eens is moet zich dus tot de docent wenden.’
‘Ik opereer op eigen houtje’, zegt Yra van Dijk, hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde, over haar laptopverbod. ‘Ik heb geen toestemming gevraagd aan het opleidings- of faculteitsbestuur. Ik mag dit als docent wel beslissen, denk ik. Het moet geen willekeur zijn. Daarom onderbouw ik het ook. Als ik niet gesteund werd door onderzoek, zou ik het niet verbieden. Het is in het belang van de studenten.’
En als iemand weigert de laptop op te bergen? ‘Dan zet ik die persoon er wel uit. Ik ga niet iets verbieden en het dan niet handhaven. Ik vind dat ik mag bepalen hoe we te werk gaan in een college. Je ben hier niet welkom met laptop. En anders dien je maar een klacht in. Misschien blijkt wel dat ik geen verbod mag uitvaardigen, maar dan ga ik het op hoger niveau uitvechten.’

Marleen van Wesel en Vincent Bongers