San Francisco ziet er vredig uit. Zwarte kinderen spelen op straat en wandelen naar school. Iedereen heeft een goed leven, lijkt het. Maar het is allemaal schijn, blijkt als de zwarte schrijver en burgerrechtenactivist James Baldwin wordt rondgereden door de wijk Hunters Point. In de documentaire Take this Hammer (1964) gaat hij in gesprek met gefrustreerde jongeren uit de zwarte gemeenschap. Zij vertellen hun verhaal van uitsluiting, armoede en racisme.
‘In de film slaat Baldwin het imago van San Francisco als kosmopolitische en tolerante stad aan diggelen’, vertelt historicus Manar Ellethy. De film is vooral een aanklacht tegen white liberals die doen alsof er in het progressieve deel van Amerika geen racisme meer voorkomt. ‘Witte progressieven zijn heel erg tevreden met zichzelf, vinden dat er veel vooruitgang is geboekt. Ze stellen dat er geen racisme is terwijl zwarte bewoners gedwongen worden om naar arme wijken te verhuizen in de stad.’
Politiegeweld
Veel dingen die de jongeren vertelden, werden echter gecensureerd, anders kon de film niet worden uitgezonden. Vooral de ideeën van zwarte moslims sneuvelden op de montagetafel. ‘Regisseur Richard Moore moest vijftien minuten verwijderen en dat zorgde voor een grote ruzie met een teleurgestelde Baldwin. Na die clash spraken ze niet meer met elkaar.’
Ellethy schreef een proefschrift (inclusief een anti-dankwoord tegen racisme, zie kader) over documentaires die in de jaren zestig over de Amerikaanse zwarte gemeenschap zijn gemaakt en deel uitmaakten van de burgerrechtenbeweging. ‘Het was een manier om het collectief een stem te geven. Activisten hadden elke dag te maken met dreiging van politiegeweld en konden vermoord worden voor hun ideeën. Het was dan ook belangrijk dat er plekken waren waar de solidariteit te vinden was om de strijd voort te kunnen zetten. Dat is essentieel voor elke vrijheidsbeweging. Het maken en kijken van de films gaf die gemeenschapszin.’
Censuur
Censuur was in de jaren zestig vaker een probleem. ‘Een film als Black Liberation (1967) van Eduard De Laurot en Malcolm X werd zelfs nooit in de VS uitgezonden. Opvallend genoeg werd de film wel genomineerd voor de Oscar voor beste documentaire en won het de Zilveren Leeuw op het filmfestival van Venetië.’
Er was veel strijd nodig om een film officieel te kunnen vertonen. ‘Als dat na veel conflicten toch niet lukte, werden ze door de zwarte gemeenschap in buurthuizen en dergelijke gedraaid. Dat geldt ook voor Black Liberation.’
De autoriteiten hielden de activistische films goed in de gaten. The New Ark (1968) van schrijver en activist Amiri Baraka, kwam zelfs op de radar van de FBI. ‘De film over zwart nationalisme wordt vermeld in het zogeheten COINTELPRO- programma dat deels was ontwikkeld om zwarte radicalen in de gaten te houden.’
De FBI had een stapel dossiers over Baraka. De beweging voor zwart nationalisme, zelfbewustzijn en zelfbeschikking werd als gevaarlijk gezien. ‘De FBI zag de film als anti-witte propaganda. De beweging zou uit zijn op rellen, plunderingen en brandstichting. Een verhaal dat je nu nog steeds vaak hoort over zwarte activisten.’
In I Am Somebody (1969) volgt regisseur Madeline Anderson actievoerende zwarte vrouwen op de voet. ‘Anderson is een van de meest prominente vrouwelijke regisseurs in deze periode. Ze moest veel problemen overwinnen om films te kunnen maken, ervoor vechten om lid van de filmvakbond te mogen worden.’
Strijd leveren
De documentaire gaat over de staking van zwarte vrouwelijke ziekenhuismedewerkers in Charleston, South Carolina. Ze eisen hoger loon en verzetten zich tegen racisme op de werkvloer. ‘Omdat Anderson zelf een zwarte vrouw is die armoede heeft meegemaakt, hebben de stakers veel vertrouwen in haar en kan ze heel dicht bij hen komen. Het voelt ook alsof zij de documentaire zelf maken. Anderson voelde zich met de vrouwen verbonden omdat zij zelf ook altijd strijd moest leveren.’
Een contemporaine documentaire die veel indruk maakte op Ellethy is de Summer of Soul (2021) van Ahmir ‘Questlove’ Thompson van The Roots over het Harlem Cultural Festival in 1969. ‘De film is een reflectie van wat er in de jaren zestig gebeurde, maar legt ook verbanden met het hier en nu, iets wat ik ook doe in mijn proefschrift. Veel is veranderd, maar ook veel is hetzelfde gebleven als het gaat om onrecht, armoede, racisme en ongelijkheid.’
Black panthers
Op dit festival in New York traden onder meer Nina Simone, Mahalia Jackson en Stevie Wonder op. ‘Het draaide niet alleen maar om kunst en muziek maar ook om politiek. De politie weigerde voor beveiliging te zorgen, dus de Black Panthers namen die taak op zich. Op het podium vragen artiesten aan het publiek of ze willen doen wat noodzakelijk is om voor een beter leven voor de zwarte gemeenschap te zorgen: zijn jullie klaar om te blijven vechten voor vrijheid?’
De film laat het schisma in de VS van de sixties duidelijk zien. ‘Een deel van het land is bezig met landen op de maan, terwijl een ander deel zegt: “Who gives a shit”? Ik moet worstelen om elke dag eten op tafel te krijgen.”’
In het huidige Amerika lijkt die verdeeldheid groter dan ooit. ‘Een deel van het land wil een, overigens geflopte, militaire parade van Trump. Een ander deel heeft te maken met het feit dat migranten worden gekidnapt door ICE en met de inzet van de National Guard en politiegeweld. Er zijn twee realiteiten, waarvan ik vind dat er maar één reëel is. Een deel van het land leeft in een waanvoorstelling die voorkomt dat problemen worden opgelost.’
Manar Ellethy, Paying the Dues: Black Documentary Film and the Quest for Truth. Promotie was 27 mei
Manar Ellethy voegde aan haar proefschrift een anti-dankwoord toe waarin ze verwijst naar diegenen die ‘verantwoordelijk zijn voor de vele gevallen van etnisch profileren, racisme en securitization, die ik heb meegemaakt op onze universiteiten’.
Deze ‘ondankbaarheid’ geldt ook voor de ‘academici, studenten en bestuurders die hebben gezorgd voor de vervreemding en ondermijning die collega’s, studenten en ik hebben ervaren door machtsmisbruik, racistische opmerkingen, discriminerend taalgebruik en het invoeren van regels die ons en onze academische vrijheid beperken, in een poging de waarheid het zwijgen op te leggen’.
‘Ik heb veel steun gehad om dit proefschrift te schrijven, maar ben ook gecriminaliseerd’, vertelt Ellethy, die inmiddels docent is aan de Universiteit Utrecht. ‘Als ik een afspraak heb met een student in Wijnhaven en ik draag een keffiyeh, dan moet ik mijn LU-Card laten zien en andere leden van de staf en studenten niet. Mij wordt dan ook door de beveiliging gevraagd of ze in mijn tas mogen kijken, alsof ik een crimineel ben. Ik ben met de student op een andere plek gaan zitten.
‘Verder wordt de politie ingeschakeld bij protesten van studenten en medewerkers, en zijn er undercover beveiligers die foto’s maken van studenten en medewerkers.
‘Het gaat niet om een of twee van dit soort gevallen. Het is een patroon van gedrag waar vooral personen van kleur mee te maken krijgen. Het is part of the deal blijkbaar. Daar moeten we het over hebben, daarom heb ik het toegevoegd. Ik kan het niet weglaten, want dan zou ik liegen.’
Ellethy had in haar dissertatie ook een stelling toegevoegd die verwees naar het bovenstaande incident. ‘Mij is gevraagd om die stelling te veranderen en dat heb ik ook gedaan, anders zouden mijn stellingen niet worden goedgekeurd.
‘Mijn ervaringen, en die van anderen, worden niet erkend. Terwijl je de stelling ook als alarmerend kunt zien om vervolgens met oplossingen te komen. De reactie is: je mag er niet over schrijven. Een deel van de gemeenschap heeft deze ervaringen. Het beleid zorgt voor vervreemding van deze groep en er wordt vervolgens bepaald wat je daarover wel en niet mag zeggen.’