Nieuws
Werkdruk blijft hoog bij FSW, politicologie scoort slecht
De werkdruk op de faculteit Sociale Wetenschappen is hoog, vooral voor buitenlandse medewerkers. En het bestuur van politicologie krijgt een onvoldoende.
Anoushka Kloosterman
donderdag 16 maart 2023

Dat blijkt uit de personeelsmonitor, een enquête over het welzijn van medewerkers die vorige week werd besproken bij de faculteitsraad. De faculteit scoort een 5,4 op werkdruk, een daling van 0,4 sinds de vorige monitor. Het personeel geeft ook lage cijfers aan hun energie en fitheid. De hoeveelheid werk ten opzichte van de beschikbare uren krijgt ook een onvoldoende: 4,4.

Niet-Nederlandse medewerkers lijken meer werkdruk te ondervinden (ze geven een 4,5) dan hun Nederlandse collega’s (5,7). Ze ervaren ook minder ondersteuning, geeft de monitor aan. Van de instituten die onder de faculteit vallen, ervaren Politieke Wetenschappen (3,5) en Culturele Antropologie (2,6) de meeste werkdruk. Beide instituten geven ook lagere cijfers aan hun veiligheidsgevoel dan de rest van de faculteit.

Politieke Wetenschappen geeft daarnaast opvallend lage scores over het bestuur. De kopjes ‘functioneren van management’, ‘communicatie door management’ en ‘management staat open voor suggesties’ zijn allemaal roodgekleurd op de scorelijst: de cijfers komen niet boven de 4,2. De cijfers voor erkenning en waardering, en het kunnen aanspreken van collega’s op gedrag zijn ook onder het gemiddelde. Pedagogische Wetenschappen, het instituut waar in het verleden lang een angstcultuur heerste, beoordeelt de leidinggevenden juist goed.

Complexe problemen

Het faculteitsbestuur voert gesprekken met de instituten over de resultaten. Werkdruk is een terugkerend thema op de faculteit, dus die cijfers zijn geen verrassing. ‘We nemen het erg serieus’, zegt decaan Paul Wouters. ‘We kijken per instituut hoe we dit aanpakken. Daarnaast zijn er generieke problemen: als sociale wetenschappers weten we dat een aantal problemen, waaronder werkdruk, complexe problemen zijn met meerdere oorzaken. Dat los je niet zo eventjes op als faculteitsbestuur.’

De structurele oorzaak is volgens Wouters de onderfinanciering van de universiteiten. ‘Daar is in de laatste jaren wel een kentering in gekomen doordat deze minister van Onderwijs zo verstandig is geweest om geld in te zetten, de starters- en stimuleringsbeurzen. Helaas is dat soms in een vorm gegoten waardoor het extra werkt veroorzaakt.’

De beurzen zijn al een tijd onderwerp van gesprek binnen de universiteit: de overheid wil beurzen aan personen uitkeren, maar het universiteitsbestuur ziet liever dat dit geld aan het hele team of een hele afdeling toekomt.

Onzichtbaar werk

Wouters wil dat de bestuurscultuur efficiënter wordt. ‘De universiteit is een complexe organisatie met veel zelfsturende elementen en niveaus. We willen de ineffectiviteit terugdringen, bijvoorbeeld met betere ict-systemen.’

Hij ziet nog een factor: ‘Onze eigen ambities, als docent, onderzoeker of medewerker genereren soms ook werkdruk. Daar is alleen iets aan te doen als je het bespreekbaar maakt. Dan voorkom je dat bijvoorbeeld in de begroting werk van mensen onzichtbaar blijft, waardoor ze min of meer automatisch in het weekeinde dat werk doen. Ik probeer in de begroting alles zichtbaar te maken wat nodig is om een doel te halen, los van de vraag wie dat moet betalen. Dan is het mogelijk om te praten over hoeveel uren nodig zijn. Dat is geen boekhoudersmentaliteit, maar noodzakelijk om de organisatie te laten draaien.’