‘Veel mensen in Taiwan zeiden tegen me dat ze niet eens meer geloven dat er nog zoiets als waarheid bestaat’, zei Florian Schneider, hoogleraar Modern China. ‘Dat is een groot probleem, want als mensen het gevoel verliezen dat waarheid überhaupt bestaat, is het moeilijk om nog vertrouwen te hebben in instituties of elkaar.’
Tijdens een kennissessie van het China Knowledge Network in het Wijnhavengebouw deelde Schneider de uitkomsten van zijn project Fake Factory, waarvoor hij zes maanden in Taiwan verbleef en beleidsmakers, factcheckers en academici interviewde. ‘Ik observeer het land al tien jaar’, zei een van zijn collega’s daar tegen hem. ‘Van alle landen die worden aangevallen door buitenlandse machten, staat Taiwan op nummer één.’
In 2018 bleek hoe gevaarlijk nepnieuws kan zijn. Na een orkaan in Japan strandden duizenden reizigers op de luchthaven van Kansai. ‘Op sociale media verschenen berichten dat het vertegenwoordigingskantoor van Taipei in Osaka niets deed om hen te helpen, terwijl China wel bussen stuurde om zelfs Taiwanezen te redden.’
De diplomaat Su Chii-cherng werd online overspoeld met verwijten. Kort daarna maakte hij een einde aan zijn leven. ‘In zijn afscheidsbrief schreef hij dat de valse berichten hem over de rand hadden geduwd. Later bleek het nieuws volledig verzonnen.’
Mediawijsheid
Taiwan is een van de zogenoemde ‘hottest zones’ als het gaat om nepnieuws en online manipulatie. ‘Het eiland heeft een bijzonder lange geschiedenis van mis- en desinformatie. Dus wat kunnen wij in Europa leren van Taiwan?’ Volgens Schneider wordt op grote schaal en met veel toewijding gewerkt aan het ontkrachten van nepnieuws, door tientallen onafhankelijke factcheckorganisaties. ‘Hoe goed dat ook is, je kunt niet ieder stukje informatie ontkrachten. Daarom is uiteindelijk mediawijsheid belangrijker dan factchecken. Het zal decennia kosten om mensen zelfstandig informatie te leren beoordelen, maar het is de enige manier om de invloed van mis- en desinformatie echt tegen te gaan.’
De overheid investeert in educatie, maar ook in transparantie. Snelheid is daarbij belangrijk. ‘Als er geruchten ontstaan, probeert de overheid binnen 24 uur te reageren, vaak met humor.’
Hij noemt een voorbeeld van een complot over de Taiwanese minister van Volksgezondheid, die ervan werd beschuldigd haarproducten met giftige chemicaliën te willen verbieden en bezitters hoge boetes te geven en te arresteren. ‘De minister reageerde met humor’, aldus Schneider. ‘Binnen een dag verscheen een poster waarop hij te zien was met een volle bos met haar, met de tekst: “Ik had vroeger ook zulk haar, maar als je die producten gebruikt, ga je eruitzien als ik. Doe dat niet!”’
Door zichzelf belachelijk te maken, haalde hij de spanning eruit. ‘Misinformatie is vaak gebaseerd op woede of angst. Als mensen lachen, is het moeilijk om boos te blijven en dan kun je daarna weer een normaal gesprek voeren.’
Volgens Schneider is empathie de belangrijkste remedie tegen desinformatie. ‘Je overtuigt mensen niet door te zeggen dat ze ongelijk hebben, maar door empathie te tonen en ze serieus te nemen. We zijn allemaal soms dom, en dat is geen individueel falen maar een sociaal verschijnsel.’
Sociale media en maatschappelijke spanningen versterken dat, zegt hij. ‘We kunnen veel leren van hoe Taiwanezen over dit probleem praten. In een goed functionerende democratie hoort het erbij om met een open blik te debatteren, ook als we het niet eens zijn.
‘Soms zullen we even een stap terug moeten doen om te beseffen dat het allemaal niet zo erg is als het soms lijkt. Ik heb geleerd dat mensen in Taiwan erg relaxed bleven. Ze zeiden: “We praten hier nog steeds met elkaar, dat is het belangrijkste.” En ik denk dat dat iets is wat wij in Europa als les moeten meenemen: raak niet in paniek, blijf in gesprek en kom af en toe op adem.’