Het kickboksgala trapt pas om zes uur af, maar psychologiestudente Amber Zegwaart (22) en Ali Mohammadi (24, Turkish studies) staan al om half vier ’s middags klaar op het lustrumterrein. Ze moeten zich wegen, kennismaken met de scheidsrechter, intapen, en vooral: mentaal voorbereiden.
Drie maanden lang hebben ze intensief getraind voor deze avond, die onderdeel is van het Quintuslustrum. Mare sprak Mohammadi en Zegwaart vorige maand al, toen ze nog niet wisten of ze zouden worden geselecteerd. Van een groep die ooit begon met veertig Quinten, zitten zij bij de laatste zestien kickboksers die het hebben volgehouden tot het eind en de selectie hebben gehaald.
Mohammadi wil vooraf liever niet praten, omdat hij zich wil concentreren op de wedstrijd. Een kleedkamer verder zit Zegwaart met de andere kickboksers uit haar team. Na de selectie zijn er twee teams gemaakt, rood en blauw, die afzonderlijk van elkaar hebben getraind, zodat ze niet meer tegen hun tegenstander konden trainen.
Iedereen van team rood is duidelijk nerveus. Als de trainer laat vallen dat het over een uur gaat beginnen, klinkt ergens een geschrokken: ‘Oh mijn god!’ Zegwaart heeft de hele week gezocht naar een goed nummer om mee op te komen, zegt ze. ‘Het is een remix geworden van "Till I Collapse" van Eminem.’ Over dat opkomen maakt ze zich verder niet zo druk; over het vechten wel.
‘Mijn ouders, oma’s en zusje komen ook kijken. Ik hoop dat het lukt om mijn vader in het publiek te vinden, en dat hij me dan nog een bemoedigend knikje kan geven’, zegt Zegwaart. Wat ze als eerste gaat doen na de wedstrijd? ‘Ik denk huilen. Zonder grappen: een ontlading van alle emoties die je hebt opgebouwd.’
De laatste weken heeft ze bijna iedere dag getraind, soms wel 2,5 uur lang. Ook op haar eten was ze wat strenger: veel kip, rijst en groenten. ‘Morgen ga ik als eerste Spareribs Express bestellen. En veel dingen stonden even op een lager pitje, dat ga ik straks meteen oppakken.’ Anderhalf uur voor haar wedstrijd eet Zegwaart nog een laatste bak met rijst, groenten, kip en cashewnoten, daarna zondert ze zich af met de playlist die ze al klaar heeft staan. ‘Oppompmuziek, met een goede beat.’
Midden in de sporthal waar ’s avonds de lustrumfeesten plaatsvinden, is een grote, hoge ring opgebouwd met spotlights erop gericht. De presentator benadrukt nog even dat iedereen een winnaar is. ‘Het was een fysieke en mentale rollercoaster, er waren afvallers, de selecties zijn zwaar. Zestien gladiatoren staan nu klaar. ARE. YOU. READY. TO. RRRRUMBLE?’

Iedere wedstrijd duurt drie keer anderhalve minuut, met steeds een minuut pauze tussendoor. Het ziet er precies zo uit als je je voorstelt bij een vechtsport: iedere kickbokser begint in een eigen hoek, waar ze vooraf en tussen de rondes door een peptalk krijgen van hun trainer, een schoudermassage en een plens water in hun gezicht.
Een driekoppige jury beslist steeds wie er gewonnen heeft. Als je tegenstander knock-out gaat win je automatisch, maar zo ver komt het niet. Afgezien van een bloedneus en wat blauwe plekken blijven de kickboksers grotendeels intact.
Na een paar rondes is het de beurt aan Zegwaart. Voor haar wedstrijd en in de rust scandeert het publiek haar naam. Af en toe worden zij en haar tegenstander door de scheidsrechter uit elkaar gehaald omdat iemand een regel heeft overtreden (een te hoge schop bijvoorbeeld), maar ze zijn aan elkaar gewaagd.

‘Zo’n partij hebben we nog niet gezien vanavond’, zegt de presentator, terwijl Zegwaart en haar tegenstander uitgeput aan beide zijden van de scheidsrechter staan. ‘Het was kantje boord.’ De tegenstander wint, maar Zegwaart wordt nog wel even opgetild door de scheids. Hij maakt een ererondje met haar door de ring.
‘Ze heeft eerlijk gewonnen, ze heeft het zo goed gedaan’, zegt Zegwaart er achteraf over. ‘Het voelt als verlies, maar toen de scheids me optilde en zei dat ik het goed had gedaan, dacht ik: ik heb wel iets geflikt.’
Mohammadi en zijn tegenstander zijn de afsluiter van de avond. ‘Twee zwaargewichten’, volgens de presentator. Ze vechten kalmer en beheerster dan de andere kickboksers, nemen soms ook afstand van elkaar, waar de rest door blijft maaien. Mohammadi hield zich kranig, maar zijn tegenstander won.
‘Het was echt supervet’, zegt Mohammadi na afloop. ‘Omdat ik als laatste moest, was de spanning wel flink opgebouwd. Het is net als met een tentamen: je wil gewoon gaan. Je voelt tijdens de wedstrijd niks, je bent zo geconcentreerd.’
Dat hij niet heeft gewonnen is bijzaak. ‘Winnen was natuurlijk mooi geweest, maar de ervaring van het traject was zo leerzaam, sportief en mentaal’, vindt Mohammadi. ‘Ik ga eerst een maandje rusten en in september weer beginnen. Maar nu wil ik vooral fatsoenlijk eten en drinken en tot rust komen. Je stort echt in na al die adrenaline.’
Zegwaart heeft niet meer gehuild, zegt ze ’s avonds op het lustrumterrein met een biertje in haar hand. ‘Maar ik heb wel naar mijn familie gekeken, zoals ik van tevoren zei. Ik zag mijn vader, mijn jaargenoten, een vriendin. Voor deze mensen ga ik het doen, dacht ik. Ik heb alles gegeven. Ik voelde me supercool, ik kon de hele wereld aan. Maar toen keek ik de tegenstander aan en dacht ik wel even: oei.’
De klappen voelde ze niet. ‘Je zit in zo’n vibe dat je alles om je heen vergeet. Nu voel ik ze wel. Ik at net patat, maar ik kan alleen nog met de rechterkant kauwen.’ Ook Zegwaart gaat door met het kickboksen. ‘Ik wil vier keer per week blijven trainen. Maar nu ga ik eerst volle bak genieten.’
