‘Ik ben ecoloog, dus ik probeer ratten niet te zien als een plaagdier’, vertelt universitair docent Tuomas Aivelo. ‘Ze hebben zich bijzonder goed aangepast aan leven in geürbaniseerd gebied. Ik zie ze daarom meer als overlevers in een wereld die door mensen wordt gedomineerd.
‘Ratten zijn best groot, en er zijn er veel van, dus hebben ze veel voedsel nodig. Mensen zijn heel goed in voedsel leveren, daarom leven ratten zo graag in steden. Het is een soort waar we een heel tegenstrijdige relatie mee hebben. Zij zouden niet overleven als wij ze niet zouden voeren, maar tegelijkertijd proberen we ze uit te roeien. We sturen heel gemengde signalen naar de rat.’
Ratten hebben geen goede reputatie: ze zorgen voor vraat aan eten, knagen door muren en kabels, en kunnen ziektes verspreiden (de zwarte dood zit nog in het collectieve geheugen). Toch neemt Aivelo het voor ze op. In zijn artikel in Urban Sustainiblity betoogt hij dat ratten geen plaag zijn, maar medebewoners van onze leefomgeving en dat ze hun recht opeisen om daar ook te mogen leven. Daar moeten mensen maar mee leren omgaan.
Dat probleem speelde ook in een volkstuinencomplex in Helsinki dat last had van een groot aantal ratten dat van een naastgelegen bouwterrein was gevlucht. Ze vroegen Aivelo, die toen als ecoloog in Helsinki onderzoek deed, om een lezing te geven.
Ziektes
‘Als iemand me vraagt om te komen praten over ratten, ga ik ervan uit dat ze willen horen hoe je er vanaf komt. Ik ontdekte dat een deel van de eigenaren inderdaad voorstander was van rücksichtslos uitroeien, maar dat een ander deel wilde kijken of er ook nog andere opties waren.’
De ecoloog deelde tips om overlast te voorkomen: geen eten laten rondslingeren, elektra onbereikbaar maken. ‘Ik kon ze gelukkig ook geruststellen dat ratten in Helsinki amper ziektes met zich meedragen. Dat was een van de dingen waarover ze zich het meest druk maakten.’
Opvallend genoeg leefden er in en rond de volkstuin ook veel andere dieren, zoals herten, marters en vossen. Maar daar hadden de meeste mensen dan weer géén problemen mee, tot de verbazing van Aivelo. ‘Ik zou liever met ratten leven dan met een vos: die draagt veel meer parasieten met zich mee.’
De nieuwe aanpak op de volkstuin lijkt succes te hebben: zonder de angst op ziektes en met al het voedsel veilig weggestopt botert het beter tussen mens en rat. Waar een waargenomen rat eerst nog reden was om alarm te slaan onder alle tuinders, kantelt dat beeld langzamerhand en leren de mensen en ratten naast elkaar te leven.
Toch zijn er voor wetenschappers nog genoeg raadsels over, zegt Aivelo. ‘We weten weinig over wat ratten eten, of door wie ze gegeten worden. Eten ze afval, zo ja, hoeveel? Voldoende om belangrijk te zijn voor de afvalverwerking van een stad? We hebben geen idee.
‘Ze leven in holen en riolen, en ze verstoppen zich snel voor mensen. Dat maakt ze niet makkelijk om te observeren. In Vancouver is er een experiment gedaan met halsbandjes met een GPS-tracker, maar de ratten knaagden die bij elkaar kapot. Nu wordt er geëxperimenteerd met onderhuidse chips, net als bij huisdieren.’
Kippenhok
De ratten op de volkstuinen zijn niet het enige voorbeeld van vreedzame cohabitatie. Een van Aivelo’s collega’s in Finland kreeg thuis ook bezoek van een rat. In het kippenhok in zijn achtertuin leefde er jarenlang eentje tussen de muren. Elke avond als de kippen op stok gingen kwam de rat tevoorschijn om de restjes kippenvoer op te eten, en daarna verstopte hij zich weer.
Aivelo: ‘Mijn collega vond het geen probleem als die rat daar in zijn eentje bleef en noemde hem Reino. Gelukkig vond hij het prima om alleen te leven. Schijnbaar uit eigen keuze, want hij had gewoon kunnen vertrekken om soortgenoten te vinden als hij dat wilde. Hij heeft twee jaar in de wanden van dat kippenhok geleefd. Tijdens een hittegolf werd hij uiteindelijk dood gevonden, maar toen was hij ook al behoorlijk oud voor een rat, die leven gemiddeld zo’n twee jaar.’
Naast Reino de rat kent Aivelo nog meer voorbeelden van vreedzame ratten, verhalen die hij binnenkort in een boek bundelt. Bijvoorbeeld de rat die in een Finse supermarkt leefde. ‘Ze had een nestje gemaakt onder een van de koelingen, waar het lekker warm was. Elke nacht maakte ze een halfuur na sluitingstijd hetzelfde vaste rondje door de supermarkt.’
In plaats van voedselverpakkingen open te knagen, deed ze zich tegoed aan de losse stukken groente en fruit, noten en snoepjes die gedurende de dag onder de schappen waren gevallen.
‘We hebben haar proberen te lokken met vallen met geurtjes van andere ratten. Ze was nieuwsgierig, maar niet nieuwsgierig genoeg om de val in te lopen. Eerst had ik nog medelijden met die rat die daar helemaal alleen zat, maar na Reino begon ik er anders over te denken. Die rat had daar een prima leven met een zee aan pinda’s onder de schappen.’
Een vreedzaam einde werd het niet. ‘Uiteindelijk liep ze wel in een val.' Toch is het volgens Aivelo hoopvol dat we blijkbaar wel samen kunnen leven: ‘Dat zal wel moeten, we gaan niet van ze af komen.’