Nieuws
Verzet tegen nieuw rooster met ‘zeer destructieve gevolgen’
De faculteitsraad van Geesteswetenschappen is zeer kritisch op het plan om alle minoren en keuzevakken in één semester te roosteren. ‘Ik adviseer het faculteitsbestuur met klem om het college van bestuur ervan te overtuigen dat dit geen goed idee is.’
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 15 december 2022
Beeld Schot

Het college van bestuur wil dat studenten alleen nog in het eerste semester van het derde jaar dertig punten aan keuzevakken of een minor kunnen volgen. Het idee is dat het voor studenten makkelijker wordt om deze bij een andere faculteit te volgen.

Momenteel kunnen er vijftien punten van de vrije keuzeruimte worden gehaald in het vijfde semester (eerste helft van het derde studiejaar) en vijftien punten in het zesde semester. Volgens de nieuwe richtlijn moeten al die punten dus worden geconcentreerd in het vijfde semester. Binnen de faculteit Geesteswetenschappen is dit al het geval bij de opleidingen urban studies en international studies. Het college van bestuur wil dat voor alle opleidingen laten gelden.

Volgens bestuurslid Jeroen Touwen heeft het voor studenten voordelen, zei hij in de faculteitsraad. ‘Het is makkelijker om keuzeruimte te benutten als je een heel semester helemaal beschikbaar hebt voor je minor. Je kunt dan makkelijker een voltijd stage doen, makkelijker een half jaar naar het buitenland en makkelijker een minor bij een andere faculteit volgen.’

Maar binnen de faculteit Geesteswetenschappen wordt dat plan met zeer weinig enthousiasme ontvangen. Twee weken geleden schreef Mare al dat de opleidingsvoorzitters van verschillende talenstudies zich verzetten, omdat het volgens hen de opbouw van de studie schaadt en de taalverwerving onder druk zet.

Ook de faculteitsraad is erg kritisch. Raadslid Jan Frans van Dijkhuizen wees het bestuur erop dat de nieuwe richtlijn ‘zeer destructieve gevolgen’ heeft voor de talenopleidingen. ‘Studenten wordt het onmogelijk gemaakt om zich in het vijfde semester voor te bereiden op hun bachelorscriptie. Ze volgen dan geen vakken meer die bij de bacheloropleiding passen, en kunnen dus geen basis leggen voor een scriptieonderwerp.’

‘Het faculteitsbestuur moet zeggen: we doen dit niet’

Raadslid Adriaan Rademaker voegde eraan toe dat veel opleidingsvoorzitters net bezig zijn met het doorvoeren van grote programmawijzigingen op basis van de programmanormen. Met dit nieuwe plan ‘moeten ze dan weer opnieuw naar de tekentafel om het programma te veranderen’.

Ook raadslid Rint Sybesma had een waslijst aan bezwaren. ‘Dit plan wordt gepresenteerd alsof het grote voordelen heeft voor studenten, maar het heeft juist grote nadelen.’

Ten eerste noemde hij de continuïteit in de taal bij talenopleidingen. ‘Studenten Frans moeten hun scriptie in het Frans schrijven. Als zij een heel semester geen Frans hebben gehad, dan hebben ze daar ongetwijfeld meer moeite mee.’

Daarnaast benoemde hij dat bij ‘heel veel opleidingen’ het vierde semester een buitenlandsemester is. ‘Als ze straks het vijfde semester ook weg zijn, zijn ze dus een heel jaar weg van de opleiding en hun studiegenoten.’

Het leidt volgens Sybesma ook tot extra werk, omdat docenten in het eerste semester een onevenredig groot aantal vakken moeten geven ten opzichte van het tweede semester. ‘In de master is er namelijk ook altijd een grote concentratie van vakken in het eerste semester.’
En dan is er nog de kwaliteit van de minor zelf. ‘Nu kun je nog Portugees 1 in het eerste semester en Portugees 2 in het tweede semester volgen’, zei Sybesma. ‘Straks niet meer. Ze zullen dus veel minder de diepte in gaan dan nu het geval is.’

Ook was hij niet te spreken over het plan van het bestuur om per opleiding naar de situatie te kijken. ‘Ik begrijp hieruit dat dit gewoon al besloten is. Maar het wordt een zooitje. Stel dat er drie opleidingen zijn voor wie het een probleem is, en die het vijfde semester niet hoeven leeg te roosteren. Dat kan toch helemaal niet? Het moet of voor alle opleidingen gelden, of voor geen van allen. Het faculteitsbestuur moet zeggen: we doen dit niet.’

Raadslid Nicole van Os voegde er nog aan toe dat sommige minoren worden gebruikt als premaster. ‘Premasterstudenten van buiten de EU moeten hun vakken doen in het tweede semester. Maar als daar geen aanbod meer is, kun je die studenten dus geen pakket meer aanbieden van voldoende niveau. Of je moet voor die groep nieuwe vakken gaan invoeren. Dat lijkt me niet wenselijk.’

Niet enthousiast

‘Als ik het goed begrijp is de raad niet echt enthousiast’, vatte Touwen de kritiek samen. ‘De reden dat we zeggen er per opleiding naar te kijken, is omdat er ook opleidingen zijn waar het wel werkt, zoals international studies en urban studies. Het is ook niet zo radicaal als het lijkt. Je kunt ook een stage van één dag in de week doen, en dan doe je daarnaast een paar vakken. Het enige wat het college wil, is interfacultaire uitwisseling van onderwijs mogelijk maken.’

De raad was niet overtuigd. Voorzitter van de raad Jan Sleutels: ‘Namens vrijwel de hele raad adviseer ik het faculteitsbestuur met klem om het college ervan te overtuigen dat dit geen goed idee is.’ Decaan Mark Rutgers zei ‘dit als bestuur heel goed te overwegen’.
Tijdens de universiteitsraad maandag zei rector Hester Bijl ‘verbaasd’ te zijn dat er bij Geesteswetenschappen nu pas wordt gediscussieerd over de harmonisatie. ‘Het wordt al jaren voorbereid.’ Ook zei ze dat er eventueel uitzonderingen mogelijk zijn als de harmonisatie bij bepaalde opleidingen echt onhaalbaar is.