Het schrappen van de basisbeurs levert geld op dat de universiteiten moeten besteden aan het verbeteren van onderwijs. Met deze zogeheten middelen uit de kwaliteitsafspraken wil het college van bestuur onder meer besteden aan kleinschalig onderwijs. Dat is bij de faculteiten Wiskunde en Natuurwetenschappen en Geneeskunde duurder dan bij de andere faculteiten, stelt het college. Het plan was dan ook om daar 15 procent meer geld per student te besteden.
Deze differentiatie leidde in maart tot een conflict tussen het college en de universiteitsraad. De raad heeft een principieel bezwaar: álle studenten zijn hun basisbeurs kwijt en moeten daar dan ook per persoon evenveel geld voor terug krijgen.
De kwaliteitsafspraken worden vastgelegd in de Kadernota 2022-2025, met daarin de financiële plannen voor de komende jaren. De raad heeft instemmingsrecht op de kwaliteitsafspraken en zo ontstond de dreiging dat de Kadernota er niet door zou komen.
Andere mening
Daarom ziet het college toch af van differentiatie, bleek dinsdag tijdens de raadsvergadering. ‘Het college heeft hier een andere mening over’, zei vice-collegevoorzitter Martijn Ridderbos. ‘Maar het standpunt van de raad is helder en we nemen dat over.’
De faculteitsraad van FWN en de studentenraad van het LUMC zijn het niet eens met dit besluit. Zij schrijven in een brief aan de universiteitsraad dat zonder differentiatie de ‘bèta- of geneeskundestudent netto minder kwaliteitsverbetering geboden kan worden ten opzichte van een student op een van de andere faculteiten’. Geen differentiatie betekent dus dat er juist sprake is van een ‘ongelijke kwaliteitsimpuls’. Veel andere universiteiten brengen wel verschillen aan in de verdeling van het geld, aldus de brief. Met als gevolg dat de concurrentiepositie van de exacte- en medische Leidse opleidingen ‘sterk verslechtert’.
‘Het is duidelijk dat deze faculteiten zich benadeeld voelen’, zei Bas Knapp (studentenpartij LSP), die als voorzitter van de raadscommissie financiën & huisvesting vorige week uitleg gaf over het standpunt van de raad. ‘We hebben ook uitvoerig contact met ze gehad. De zorgpunten over bijvoorbeeld de concurrentiepositie hebben we goed gehoord. Maar het is de mening van de raad dat er een bredere discussie moet worden gevoerd over het aanpassen van de AEG (het interne geldverdeelsysteem van de universiteit, red.). Dat kan in het kader van het nieuwe universitaire Strategisch Plan waaraan gewerkt wordt.’ Overigens valt de faculteit LUMC niet onder de AEG, wat het weer wat ingewikkelder maakt.
Wachten op ministerie
Ridderbos temperde dinsdag de verwachtingen rond aanpassingen van de AEG. ‘We moeten eerst een koers vaststellen in het strategisch plan. Wat gaat het ministerie doen wat betreft bekostiging? Pas als die twee zaken bekend zijn, kun je de AEG aanpassen.’
Dus dat gaat nog een tijd duren. ‘Het zal niet zo zijn dat we in de Kadernota van volgend jaar al een hele grote slag hierop kunnen doen.’
Maarten Wille (studentenpartij LSP) die geneeskunde en rechten studeert, staat aan de kant van het LUMC en FWN. ‘Deze faculteiten zijn solidair en schuiven tientallen miljoenen die zij verdienen af naar, ook heel erg belangrijke, opleidingen die minder opleveren. Als deze faculteiten dan op hun beurt om solidariteit vragen, dan krijgen ze “nee” te horen. Er moet een structurele oplossing komen.’
Verzet
Dinsdag vroeg hij: ‘Hoe gaat het college er nu voor zorgen dat studenten van FWN en het LUMC zich niet als tweederangs studenten gaan voelen? Ze hebben blijkbaar niet evenveel recht op kwaliteitsverbetering als hun collega’s op andere faculteiten.’
Die opmerking zorgde voor woede bij collega-raadsleden. ‘Ik verzet me tegen de uitspraak’, zei Maaike van Naerssen (FNV). ‘We zien hen niet als tweederangsstudenten. Dit is een besluit voor alle studenten.’ Ook Knapp wilde ‘graag afstand nemen van deze opmerking’. Raadsvoorzitter Charlotte de Roon maakte toen maar een einde aan de ijzige discussie door op te merken dat het standpunt van Van Naerssen en Knapp ‘breed wordt gedragen in de raad en dat de heer Wille dat ook wel inziet.’