De Spinoza- en Stevenspremies gelden als de hoogste onderscheidingen binnen de Nederlandse wetenschap. Je hoeft ze niet aan te vragen, je krijgt ze omdat je een van de meest vooraanstaande onderzoekers binnen je vakgebied bent. Ontvangers mogen het geld vrij besteden aan onderzoek of de communicatie daarvan. Voor Evers is dat de gezondheidspsychologie: onderzoek naar placebo-effecten en hun tegenhangers, de nocebo-effecten. Artsen en andere behandelaars zijn de afgelopen jaren een stuk genuanceerder over het placebo-effect gaan denken, en dat is mede te danken aan de studies van Evers en haar collega's. (Zie ook: Nep Echt). Dat het placebo-effect ‘tussen de oren’ zit, betekent echter niet dat het vaag, ongrijpbaar of niet echt zou zijn. 'Alles zit tussen de oren', zoals Evers graag benadrukt.
De twee grote premies worden jaarlijks uitgereikt door wetenschapsfinancier NWO. Die maakt op wetenschapsjournalistencongre Bessensap bekend wie de premie gaan ontvangen. De daadwerkelijke uitreiking van de beeldjes met de koning erbij, vindt later in het jaar pas plaats. De andere Stevinpremie ging naar de Delftse microbioloog Jack Pronk. De Spinozapremies gingen naar historicus Bas van Bavel (UU), medisch bioloog Yvette van Kooyk (VUMC), Ronald Hanson (Ook al TU Delft), die we kennen van dat beroemde quantumverstrengelings-experiment. De Groningse astronoom Amina Helmi doet onderzoek naar de structuur en geschiedenis van de Melkweg, en speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van ESA's Gaia-Telescoop, de 'routeplanner' van de Melkweg.