‘Ons secretariaat houdt al heel lang het werkgroeponderwijs bij’, zei Kelly Pitcher, universitair docent strafrecht, tijdens de faculteitsraadsvergadering.
‘We hebben dit jaar meer dan 800 aanmeldingen gehad voor de werkcolleges. De hele zomer wordt dan in de gaten gehouden dat iedereen een plekje kan krijgen.’
En dat is een hele puzzel, aldus Pitcher. ‘Moeten er meer groepen komen? Hoe zorgen we ervoor dat er niet te veel studenten bij elkaar komen te zitten? Dan blijkt vervolgens in de eerste week van het collegejaar dat er minder dan 400 studenten komen opdagen. Dat zorgt voor veel frustratie bij docenten.’
Opvallend genoeg is het wegblijven niet uitsluitend het gevolg van corona. Pitchers cijfers zijn vergelijkbaar met die van de jaren daarvoor.
Ook studenten in de raad herkenden het beeld van thuisblijvers.
‘Bij mijn mastervak inkomstenbelasting hadden veertig studenten zich aangemeld voor de werkgroep’, aldus Volkert van der Gun van studentenpartij LSP. ‘Er zaten er vijftien in het college, en dan gaat het over het begin van het collegejaar.’
Blijkbaar vinden veel studenten thuis studeren wel prima, constateerde hij. ‘Ik denk dat de arbeidsvreugde voor docenten wel wat hoger is als studenten wél fysiek aanwezig zijn.’ Ook Van der Gun had al voor corona gezien dat er weinig animo was. ‘Deze tendens was al eerder zichtbaar. Gaat het bestuur iets aan de afwezigheid doen?’
Personeelsraadslid Gelijn Molier noemde de gebrekkige belangstelling ‘opmerkelijk’, zeker omdat er veel nieuws is over studenten die het moeilijk hebben en eenzaam zijn. Er werd haast ‘gesmeekt’ om fysiek onderwijs. ‘Als het dan kan, dan komen ze niet. Is het dan allemaal wel zo erg?’
Decaan Joanne van der Leun reageerde daar meteen op: ‘Beste Gelijn, het is een veel te voorbarige conclusie dat als de helft thuisblijft het niet zo erg is gesteld met het welzijn van studenten. Er is keihard aangetoond dat er een probleem is.’
Molier liet weten dat niet te willen bagatelliseren. ‘Mocht die indruk zijn gewekt, dan neem ik dat terug. Ik vind het eerder opmerkelijk. Ik bedoel juist: zijn de studenten die wél komen, ook de personen die het moeilijk hebben? Daar moeten we zicht op zien te krijgen.’
Om dat te achterhalen ‘gaan we in gesprek met studenten’, reageerde Van der Leun.
‘Heel veel studenten wonen ook thuis, want de colleges waren online’, merkte Mante Kaaks van studentenpartij ONS op.
‘Die hebben nu er weer fysiek onderwijs is niet zomaar een kamer. Dat kan ook een reden zijn.’ Van der Leun: ‘Dat is ook weer een deel van het hele verhaal.’
Maar los van de gevolgen van corona, vond het rechtenbestuur dat de opkomst moet stijgen. ‘Wij zijn geen organisatie voor afstandsonderwijs’, aldus Van der Leun. ‘Bij een opleiding hoort gewoon fysieke aanwezigheid. We moeten wat dat betreft stappen nemen, dat lijkt me helder. Maar welke, daar moeten we het nog over hebben.’
Het is een gedragskwestie, vulde Mirjam Sombroek van het rechtenbestuur aan. ‘En ook niet alle studenten realiseren zich wat de meerwaarde is van fysiek onderwijs. Als je dat goed uitlegt, scheelt dat. Ze betalen er tenslotte ook voor.’
In het eerste jaar moeten studenten verplicht aanwezig zijn. Is dat dan ook een oplossing voor vakken in bachelor II en III en de master?
Het bestuur gaf daar geen uitsluitsel over maar voor portefeuillehouder onderwijs Ton Liefaard was de maat vol.
‘We moeten duidelijker maken wat we verwachten van studenten als ze bij ons willen studeren. De organisatie van de faculteit is gigantisch. De werkdruk is heel hoog. Het is dan echt heel problematisch als mensen niet komen. Wat mij betreft is de tijd van vrijheid en blijheid voorbij.’
Bij studenten die niet naar de universiteit komen, is het risico op slechte resultaten ook groter, stelde hij.
‘Dat is een groot probleem voor het studentenwelzijn én voor het rendement van de opleiding.’