Nieuws
Psychologie dreigt te worden overspoeld en moet aan de noodrem trekken
De populariteit van de Engelstalige master ‘clinical psychology’ is zo enorm, dat het faculteitsbestuur van Sociale Wetenschappen bewust ontmoedigingsbeleid voert en zelfs een ‘harde capaciteitsbeperking’ zoals selectie overweegt. ‘De rector heeft gezegd dat het mogelijk is, ook al mag het wettelijk gezien niet.’
Vincent Bongers
dinsdag 8 juni 2021

‘We zitten met een enorm probleem voor september dat zo groot is dat we het niet kunnen hanteren’, zei bestuurslid en portefeuillehouder onderwijs Kristiaan van der Heijden vorige week tijdens de faculteitsraadsvergadering. Terwijl de opleiding maximaal 180 studenten aankan, staat ‘de teller op 590 vooraanmeldingen’.

Uiteraard zijn de instroomcijfers niet definitief: studenten schrijven zich bijvoorbeeld in voor meerdere opleidingen en niet iedereen rondt op tijd de bachelor af. (Van der Heijden laat maandag ook desgevraagd weten dat het aantal aanmeldingen inmiddels ongeveer is gehalveerd, maar dat is ‘nog steeds veel te hoog’.)

De zorgen om een stormloop in september zijn groot. ‘De kwaliteit van de master kan niet geborgd worden met deze enorme instroom’, zei Van der Heijden tegen de raad. ‘Er gaan enorme wachttijden ontstaan voor studenten, bijvoorbeeld voor de heel belangrijke externe klinische stages.’

Dreigende uitputting

Het college van bestuur en de universiteitsraad zijn al bij het probleem betrokken. Zij gaan immers over de capaciteitsbegrenzing van een opleiding.

Dit jaar volgden meer dan 200 studenten de opleiding, en dat is dus eigenlijk meer dan de staf aankan. ‘Docenten gaan al haast van hun stokje in deze coronaperiode.’ Dat is nog eufemistisch geformuleerd. In februari schreef het bestuur een brandbrief aan de universiteitsraad dat ‘inmiddels vier medewerkers zijn uitgevallen door langdurige ziekte’. Het kortdurend ziekteverzuim onder de staf ‘is ook hoger dan normaal en signalen van uitputting onder de staf nemen zorgelijke vormen aan. Meer uitval, zowel door ziekte als door vertrek, dreigt.’

‘We sporen studenten aan zich weer uit te schrijven en iets anders te kiezen’

Ook lijdt de onderwijskwaliteit onder de huidige instroom, schrijft het bestuur. ‘Er is een wachtlijst van vijftig studenten voor toebedeling van een scriptieonderwerp en begeleider, waardoor de kans op studievertraging nog verder is toegenomen.’ Bovendien is er ‘al ingeboet aan kwaliteit’ door een ‘noodmaatregel om de kwalificatie-eisen aan het nieuwe personeel te laten varen’. Na te hebben gezien ‘hoeveel kunst- en vliegwerk er nodig was om het programma enigszins draaiende te houden, hebben studenten in mails en klaagschriften aangegeven te vrezen dat de kwaliteit van het onderwijs niet gewaarborgd kan blijven’.

Daarnaast is ‘studievertraging voor het merendeel van dit cohort een feit. De studenten verwijten de universiteit daarom dat er geen instroombeperking is gehanteerd voor deze masterspecialisatie.’

Personeelstekort

Snel extra personeel aantrekken om de toestroom op te vangen is niet eenvoudig, legde Van der Heijden uit in de vergadering. ‘Het is een master, dus je wil gepromoveerde docenten met “klinische ervaring”, die vlieg je niet zomaar even in.’

Het gaat dus al flink fout bij de specialisatie. Voor collegejaar 2022-2023 komt er dan ook een capaciteitsbeperking van negentig studenten in september en nog eens zestig instromers in februari. In totaal 150 studenten, maar voor komend collegejaar is er nog geen fixus.

Het bestuur heeft al maatregelen getroffen. ‘De deadlines van aanmelden zijn naar voren geschoven. We voegen ook een flinke ontmoedigingsboodschap toe: “Schrijf je uit, er zijn andere klinische specialisaties. Kies daarvoor.” We sporen ze zeer sterk aan om iets anders te gaan doen. We gaan ook strenger kijken naar de toelatingscriteria. Vroeger zagen we nog wel eens wat door de vingers, nu niet meer. Zo hopen we het te redden.’

De reacties van de aanmelders is begripvol, stelt Van der Heijden. ‘Ze balen ervan maar begrijpen dat dit echt een ellendige situatie is, waar wij ook niets aan kunnen doen.’

Als de afstotende maatregelen niet het gewenste effect hebben, overweegt het bestuur om al voor komend collegejaar de ‘harde capaciteitsbeperking’ in te stellen. ‘Dat wil ik echt liever niet. Maar we kunnen zeggen: “dit gaat gewoon niet” en een vorm van selectie gaan toepassen.’

‘De rector heeft gezegd dat capaciteitsbegrenzing mogelijk is, ook al mag het wettelijk gezien niet’

Die optie staat nog steeds open, mailt Van der Heijden. ‘We hebben nogmaals bekrachtigd om “zware” maatregelen zoals selectie voor het aanstaande studiejaar als laatste redmiddel te bewaren. We zetten nu volop in op gesprekken met individuele studiekiezers om samen met hen na te gaan wat hun wensen en alternatieve opties en mogelijkheden zijn. Dat is een bijzonder intensieve maatregel voor onze collega’s, maar zo proberen we met een relatief milde ingreep tot een betere matching en een meer hanteerbare instroom te komen.’

Maar mag zo’n zware capaciteitsbeperking wel ‘vervroegd ingevoerd worden?’, wilde personeelsraadslid Suzanne Mol tijdens de raadsvergadering weten. ‘Wettelijk gezien mag het eigenlijk niet’, bekende Van der Heijden. ‘Er zijn namelijk regels om ervoor te zorgen dat studenten dit tijdig weten, anders wordt het een zooitje. De universiteitsraad en de rector hebben echter gezegd dat als het moet dat de capaciteitsbegrenzing mogelijk is, ook al balen we er met z’n allen van. Ik denk alleen dat het niet nodig is.’

Een stormloop dreigt. Waar komen al die aanmeldingen opeens vandaan?

Het faculteitsbestuur geeft verschillende verklaringen voor de run die is ontstaan op de Leidse master ‘clinical psychology’.

Zo hebben opleidingen in Amsterdam (UvA), Nijmegen en Groningen al een capaciteitsbeperking voor de specialisatie, schrijft het bestuur in de brandbrief aan de universiteitsraad. In veel Europese landen, waaronder Duitsland, bestaat een fixus voor de masteropleiding.

‘De groei van het aantal masterstudenten bij onze specialisatie is dan ook grotendeels terug te voeren op een grotere instroom van buitenlandse studenten. Zo bestaat het internationale deel van het huidige cohort bij deze master voor 50 procent uit Duitse studenten. Mogelijk zouden zij voorheen voor Groningen of Nijmegen hebben gekozen.’

Ook speelt Brexit mogelijk een rol, want door de toegenomen kosten om in het Verenigd Koninkrijk te studeren ‘is Nederland een aantrekkelijk alternatief om een Engelstalige master te volgen’.