Nieuws
Polyamorie: geen bezwaar, maar ook geen plek
Polyamoristen geloven in meerdere liefdes tegelijkertijd. Hun stichting bleek vorige week op het laatste moment toch niet welkom op een diversiteitssymposium. ‘Het is misschien een touchy subject, maar dat geldt voor alles bij het diversity office. Ik vind het slordig.’
donderdag 30 november 2017

‘De stichting was uitgenodigd om met een kraampje op de diversiteitsmarkt van de Leidse universiteit te staan’, vertelt Jemma Middleton (24), secretaris van de Stichting Polyamorie Nederland en masterstudent culturele antropologie en ontwikkelingssociologie in Leiden.

How inclusion makes diversity work heette het symposium.

‘De avond ervoor kregen we een e-mail dat het niet meer doorging, door een misverstand’, zegt Middleton.

‘Een paar minuten voor middernacht’, vult voorzitter Isabeau Jensen (24) aan, masterstudent neurolinguïstiek in Nijmegen. ‘In eerste instantie kregen we ook niet echt een reden, dus dat riep meteen vragen bij ons op. Onze stichting staat toch voor iets waarbij mensen nog vraagtekens zetten. Ook hebben we bepaalde rechten niet, op het gebied van huwelijk, erfrecht, voogdij en meerouderschap.’

Isabel Hoving, diversity officer van de universiteit, benadrukt dat er ‘geen enkel inhoudelijk bezwaar’ was. Het lag allemaal aan een ‘wat minder goede eigen interne afstemming over de informatiemarkt’, laat ze per mail weten.

‘Er waren vijf kraampjes en zes initiatieven’, heeft Middleton inmiddels begrepen.

‘Verder had het te maken met de insteek van de dag en de inrichting van het Leidse diversiteitsbeleid. Wat voor dag was het dan, vragen wij ons af, en op wat voor dag zouden wij wél passen? Het is misschien een touchy subject, maar dat geldt voor alles bij het diversity office. Ik vind het slordig.’

Volgens Hoving werd pas vrij laat duidelijk dat er een stand was toegezegd. De kramen waren bedoeld voor vijf ‘eigen’ clubs en initiatieven, zoals LU Pride en het Meeting Point Vluchtelingen.

Bovendien richt het Leidse diversiteitsbeleid zich op ‘studiesucces vergroten van biculturele en eerstegeneratiestudenten’ en ‘genderdiversiteit vergroten onder ons personeel. ‘Omdat de Stichting Polyamorie niet direct onder deze doelstellingen valt te scharen, en ook niet onderdeel is van of voortkomt uit de universiteit, vielen zij helaas als eerste af.’

Hun flyers waren wel bij het kraampje van LU Pride te vinden. Hoving laat nog wel weten dat het diversity office gaat nadenken over een toekomstige activiteit, ‘samen met LU Pride en de stichting’.

‘We zijn als organisatie nog niet eerder ergens geweerd’, zegt Jensen, die ruim een jaar voorzitter is.

‘In discussiebijeenkomsten is er juist veel ruimte. Maar als persoon krijg ik redelijk veel over me heen, ook omdat ik als voorzitter in de media kom. De comment sections zijn vaak niet mals. Van mensen die me kennen heb ik nooit negatieve reacties gehad, wel ondoordachte vragen.’

Middleton schrijft haar masterscriptie over polyamorie in Nederland. ‘Een kwalitatief onderzoek, met diepte-interviews, focusgroepen en participerende observatie. Dat ik zelf ook polyamoreuze relaties heb, betrek ik bij mijn scriptie. Wat ontdek ik wel, of juist niet, ten opzichte van andere onderzoekers?’

Sommige mensen die ze sprak, krijgen vervelende reacties uit hun omgeving. ‘Ze worden op hun werk gediscrimineerd, als oversekst gezien of ze krijgen het verwijt niet loyaal te zijn.’

Zelf krijgt ze net als Jensen vooral veel vragen. ‘Hoe zit het bijvoorbeeld met jaloezie? Nou, misschien is dat gevoel van jaloezie wel onzekerheid, waar ik zelf iets mee kan. Monogame mensen zien het eerder als een signaal dat de ander hen meer aandacht moet geven, maar ik betrek het meer op mezelf. Zoiets wil ik best uitleggen, maar in veel vragen hoor ik wel een monogame normativiteit terug. Hoe we naar relaties kijken, maar ook hoe wetenschappers onderzoek doen naar gender en seksualiteit, wordt gestuurd door romantische ideeën over monogamie. Dat is slechts één manier. Niet dat polyamorie dé manier is. Er bestaan gewoon verschillende manieren.’ MVW