Nieuws
Plan om de Neerlandistiek te redden
Het gaat niet goed met de Neerlandistiek. De afgelopen tien jaar is de totale instroom studenten Neerlandistiek met twee derde gedaald, naar tweehonderd studenten per jaar. In opdracht van onderwijsminister Van Engelshoven heeft de KNAW adviezen geformuleerd om het vakgebied te redden.
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 7 november 2019

Volgens een recent rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau zijn Nederlanders eensgezind over wat Nederland tot Nederland maakt: onze taal. Toch vindt het grootste deel van de middelbare scholieren het vak Nederlands saai en ziet de helft het nut er niet van in. Daarnaast is het aantal studenten Neerlandistiek in rap tempo afgenomen: van 600 naar 200 studenten per jaar. Dat moet veranderen, en wetenschapskoepel KNAW heeft daarom een aantal adviezen geformuleerd om zowel het schoolvak Nederlands als de universitaire opleiding Neerlandistiek aantrekkelijker te maken.

Ten eerste zou de overheid de vijf universiteiten waar nog Nederlands kan worden gestudeerd (Leiden, Groningen, UvA, Utrecht en Nijmegen) moeten handhaven en versterken. KNAW beveelt aan deze instellingen te beschermen tegen de ‘nefaste financiële gevolgen van onverhoopte verdere daling van de instroom, tot de instroom door de maatregelen weer gestegen is.’

Daarnaast moet het schoolvak Nederlands aantrekkelijker worden gemaakt, liefst met hulp van academici uit de Neerlandistiek. Verder wil de KNAW dat meer studenten Neerlandistiek de educatieve master gaan volgen, om zo het aantal eerstegraads bevoegden te verhogen. Op lange termijn kan dit door het vak Nederlands aantrekkelijker te maken, op korte termijn door voor deze tweede master geen instellingscollegegeld te vragen. Ook moet de zij-instroom worden gestimuleerd, zodat meer neerlandici het onderwijs als tweede carrièrepad kunnen kiezen.

Tot slot wil KNAW meer geld voor onderzoek naar de Nederlandse taal en cultuur, omdat bijvoorbeeld ontlezing en laaggeletterdheid grote problemen zijn in de Nederlandse samenleving. ‘Dit soort onderzoek kan alleen gedijen als de overheid zelf laat zien de Nederlandse taal en cultuur serieus te nemen.’