Dat blijkt uit de facultaire Personeelsmonitor Light 2021. De monitor heeft als doel na te gaan hoe medewerkers op dit moment de sociale veiligheid en werkdruk beleven.

In totaal hebben 484 respondenten de vragenlijst ingevuld (bijna 39 procent van alle medewerkers). Zij hebben samen 333 meldingen gemaakt van ongewenste zaken die ze zelf hebben meegemaakt. Het gaat om onheuse bejegening (106), racisme (14), discriminatie (38), agressie (31), uitsluiting (48), inbreuk op wetenschappelijke integriteit (10) en conflicten met leidinggevenden of collega’s (77). Meldingen van seksuele intimidatie en geweld zijn niet gespecificeerd, maar in beide gevallen gaat het om meer dan een en minder dan tien.

Daarnaast zijn er nog 403 meldingen gedaan van ongewenste zaken waarvan medewerkers getuige waren. Daar vallen de meldingen in bijna alle categorieën hoger uit: racisme (35), discriminatie (44), wetenschappelijk integriteit (33) en conflicten met leidinggevenden of collega’s (91). Meldingen van onheuse bejegening (76), agressie (24) en uitsluiting (47) vielen iets lager uit. Ook hier zijn meldingen van seksuele intimidatie en geweld niet gespecificeerd, maar in beide gevallen gaat het weer om meer dan een en minder dan tien meldingen. Opvallend is de categorie misstand: geen van de medewerkers zegt dat zelf te hebben meegemaakt, terwijl er wel 39 getuige van een misstand zijn geweest.

Over de inhoud van de meldingen staat in de monitor niets vermeld.

Verbetering

De faculteit heeft verschillende ideeën om de sociale veiligheid te verbeteren. Medewerkers die dat willen kunnen de anderhalf uur durende training ‘Active Bystander’ volgen. Daarin staat het ‘effectief handelen in situaties met ongewenst gedrag’ centraal. Ook krijgen instituten en afdelingen de mogelijkheid om kosteloos trainingen te volgen gericht op ‘onbewuste vooroordelen, discriminatie en het creëren van een inclusieve werkomgeving’.

Verder denkt de faculteit aan het organiseren van workshops en seminars over seksisme op de werkvloer, (online) pestgedrag en omgaan met agressie. Tot slot oppert de faculteit om ‘het goede en open gesprek’ te voeren met medewerkers in werkoverleggen en teamgesprekken. ‘Dit kan bijvoorbeeld door casuïstiek met elkaar te bespreken en onderling ervaringen uit te wisselen’, schrijft de faculteit in het plan van aanpak.

Werkdruk

Ook de beleving van werkdruk komt aan bod in de monitor. De medewerkers is gevraagd naar de ervaren werkdruk en de gewenste werkdruk, waar zij op een schaal van 0 (geen werkdruk) tot 10 (extreem hoge werkdruk) op moesten antwoorden. Daaruit blijkt dat hoogleraren en universitair hoofddocenten de hoogste werkdruk ervaren, gevolgd door universitair docenten en docenten.

De ervaren werkdruk is in elke categorie (van promovendus tot ondersteunend personeel) hoger dan de gewenste en de medewerkers van de faculteit Geesteswetenschappen ervaren gemiddeld een hogere werkdruk dan de medewerkers van de universiteit als geheel.

Om de werkdruk aan te pakken gaat de faculteit met het college van bestuur in gesprek om te bekijken of de ‘administratieve lastendruk’ kan worden verlaagd. Verder worden er extra financiële middelen ingezet voor extra personeel. Ook denkt de faculteit dat het kan helpen om geen mails meer te versturen in het weekend of in de avond na 19 uur, geen slecht nieuws te sturen op vrijdag en geen onnodige reply-to-all-berichten meer te sturen.

In de raadsvergadering vorige week ruimde het faculteitsbestuur vijfentwintig minuten in om de monitor te bespreken. Geen enkel raadslid had echter vragen of opmerkingen.