Nieuws
Onrust bij FGGA vanwege onderzoek naar personeel
Het bestuur van de faculteit Governance and Global Affairs (FGGA) wil een analyse maken van de werkzaamheden van het ondersteunende personeel, omdat uit de begroting blijkt dat er ‘rare dubbelingen’ zijn. De faculteitsraad maakt zich zorgen over dit voornemen.
Vincent Bongers
donderdag 12 september 2019
FGGA-locatie Schouwburgstraat.

Onlangs werd tijdens de raadsvergadering van FGGA de begroting 2020-2023 besproken. ‘Er staat in het stuk dat er een verantwoordelijksverdelingsanalyse van het ondersteunend en beheerspersoneel (OBP) zal worden uitgevoerd’, zei personeelsraadslid Pauline Hutten.

In de begroting staat wat zo’n analyse inhoudt. Er wordt dan gekeken welke ondersteunende taken door de centrale faculteit worden gedaan en welke door de instituten zelf.

Hutten was verbaasd over de plannen van het bestuur: ‘Er is nog geen anderhalf jaar geleden al een analyse uitgevoerd, en die heeft voor grote onrust gezorgd.’

Hutten vreest dat deze onrust nu weer terugkeert: ‘Ik vraag het bestuur dan ook om het uitvoeren van deze analyse te heroverwegen.’

‘Moet elk instituut die analyse opnieuw gaan doen?’, vroeg personeelsraadslid Joris Larik. ‘Is het überhaupt nodig? Moet alles doorgelicht worden?’

‘Ik denk niet dat we het hele OBP gaan doen’, reageerde decaan Erwin Muller. ‘Dat is wat mij betreft helemaal niet aan de orde. We merkten wel bij het maken van de begroting dat er soms rare dubbelingen van werkzaamheden waren tussen instituten en het faculteitsbureau. Daar wilden we wel even naar kijken. Er kan een heel goede reden voor zijn.’

Hutten hield echter vol: ‘Maar dat is anderhalf jaar geleden dus al gedaan.’

'We gaan niet bezuinigen, daar is helemaal geen aanleiding toe'

Muller: ‘Dat heeft tot weinig geleid. Het is ook zeer de vraag of wij de analyse van toen delen. Dat is de reden waarom we er een nog een keer naar kijken. We hebben ook begrepen dat het de vorige keer tot veel te veel onrust heeft geleid. Dat willen we uiteraard niet. Daar is ook geen enkele reden voor. We gaan ook helemaal niet bezuinigen. Dat is niet aan de orde; de begroting geeft daar ook helemaal geen aanleiding toe. Dit hoeft toch niet tot onrust te leiden?’

Hutten: ‘Nou dat is dan ook mijn advies. Pak het voorzichtig aan.’

Muller: ‘Helder. Dat doen we. Ik zal het woord “rare” ook niet meer gebruiken.’

Hutten: ‘Dat klinkt ook alsof er al conclusies zijn getrokken.’

‘Nee, nee, dat is absoluut niet het geval’, benadrukte Muller.