Nieuws
Minister is akkoord met Leidse besteding leenstelselgeld
De plannen die de Universiteit Leiden heeft ingediend voor het inzetten van het geld van het studievoorschot zijn goedgekeurd. Dat schrijft minister Van Engelshoven van Onderwijs aan de Tweede Kamer.
Vincent Bongers
donderdag 7 november 2019

In 2015 werd het leenstelsel ingevoerd en de basisbeurs afgeschaft. Het geld dat daarmee is uitgespaard, moet worden geïnvesteerd in beter onderwijs voor studenten. De universiteiten moesten wel eerst zelf voorschieten, maar inmiddels is het zover dat de geldkraan van het ministerie open is gedraaid.

De universiteiten en hogescholen krijgen echter niet zomaar extra miljoenen voor meer kwaliteit, eerst moeten ze nog door de nodige hoepels springen.

Tot 2021 zijn de kwaliteitsmiddelen verdeeld aan de hand van studentenaantallen. Voor de periode 2021-2024 verandert dat echter. Minister Van Engelshoven koppelde de studievoorschotmiddelen namelijk aan zogeheten kwaliteitsafspraken. Dat betekent dat universiteiten eerst plannen moesten indienen bij opleidingenkeurder Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), die van de minister de rol van scheidsrechter kreeg.

De NVAO heeft nu een eerste ronde keuringen afgerond en er is goed nieuws voor de Universiteit Leiden. De plannen van de universiteit hebben namelijk het stempel ‘positief’ gekregen en kunnen dus verder uitgevoerd worden.

Er is een flinke bak met geld te verdelen over de universiteiten. In 2021 gaat het om 146 miljoen. Dat bedrag loopt jaarlijks op tot 217 miljoen in 2024.

De universiteit schrijft in haar plannen dat het ‘grootste deel van de middelen zal worden gebruikt ten behoeve van drie speerpunten. Namelijk het vergroten van de inzet van docenten met als resultaat kleinere onderwijsgroepen en meer begeleiding.’ Punt twee is ‘het activeren van het talent van studenten’, en nummer drie een betere voorbereiding op de arbeidsmarkt.

In totaal moeten er 54 universiteiten en hogescholen door de NVAO-molen. Aan de hand van het advies van deze organisatie neemt Van Engelshoven een besluit over toekenning. ‘Op dit moment is over achttien van de instellingen een besluit genomen’, schrijft de minister. ‘Vijftien instellingen hebben een plan gemaakt dat voldoet aan de criteria, drie hebben een plan dat nog niet geheel voldoet.’ Deze drie, allemaal hogescholen, mogen nog wel in de herkansing.

Voor de overige instellingen loopt de besluitvorming nog. ‘Daarvan geldt voor negenentwintig instellingen dat ze nog in de beoordelingsprocedure van de NVAO zitten. Voor zeven instellingen geldt dat ik een negatief advies van de NVAO heb ontvangen, en de procedure om tot een besluit te komen nog niet is afgerond.’