Nieuws
Meer vrouwen, extra aandacht autisme
De bètafaculteit wil meer vrouwen trekken, en beter leren omgaan met autistische studenten. Dat staat in het nieuwe actieplan diversiteit.
donderdag 4 mei 2017

Eind 2018 moet het percentage vrouwelijke professoren en het percentage vrouwelijke tenure-trackers (postdocs met uitzicht op een vaste aanstelling als hoogleraar) hoger zijn.

De pot met geld die onderwijsminister Bussemaker vorig jaar beschikbaar stelde voor meer vrouwelijke hoogleraren, moet in elk geval drie aanstellingen opleveren. Daarnaast moet in de benoemingscommissies van alle hoogleraarsposten tenminste één vrouw komen te zitten.

Er moeten ook betere voorzieningen voor blinden en slechthorenden komen, maar daarvoor is nog geen concrete datum gepland.

Ook aan de studentenkant richt de diversiteitsaandacht zich op de ondervertegenwoordiging van vrouwen. Bij informatica is zo’n tien procent van de eerstejaars vrouw, bij de andere ‘harde’ bètavakken ongeveer een kwart. Speciale ‘ladies days’ voor aankomende studentes moeten dat gaan opkrikken.

Ook komt er aandacht voor de relatief hoge uitval onder ‘bi-culturele studenten’: die haken universiteitsbreed wat vaker af. Of dat bij de bèta-studies ook het geval is is niet zo makkelijk vast te stellen, omdat het relatief kleine opleidingen zijn. Bij het wat grotere BioFarmaceutische Wetenschappen lijkt het in elk geval te spelen. Prof. dr. Marcellus Ubbink waarschuwde maandag tijdens de faculteitsraadsvergadering voor een teveel op iemands achtergrond gerichte aanpak: ‘Je moet corrigeren voor bijvoorbeeld een gemiddeld lagere sociaal-economische status. Je wil deze studenten niet in een hoek duwen als dat niet relevant is.’

De bètafaculteit telt relatief veel autistische studenten. Zo’n zeventig FWN-studenten zijn op grond van hun autisme wel eens langs geweest bij Fenestra, de Plexus-tak voor studeren met een handicap. Dat is ongeveer vijf procent van alle bèta’s in spe. ‘Die groep komt nu dankzij betere begeleiding vaker door het middelbaar onderwijs heen, en dat is heel goed. Maar hoe moeten wij daarmee omgaan?’ vatte onderwijsbeleidsmedewerker Eline Bergijk het probleem samen. In speciale trainingen moeten docenten en studiebegeleiders dat gaan leren.