Eindelijk was het zover, juichte D66-Kamerlid Jan Paternotte. Het was een ‘kleine, maar belangrijke stap!’, twitterde hij. Want: ‘Studenten van hogescholen en universiteiten (mogen) weer één dag per week naar school. Eén dag per week niet: Eat, Sleep, Zoom, Repeat.’
Demissionair onderwijsminister Ingrid van Engelshoven sloot zich daar jubelend bij aan. ‘Vandaag is een mooie dag voor studenten, want het onderwijs kan weer een dag per week fysiek open! Even weg uit je kamer, weg achter het scherm en samen studeren en college volgen.’
Den Haag was dus opgetogen. Hoe was het in Leiden?
Bij het Lipsius blijven de verwachte bevrijdingsdagtaferelen maandagochtend nog uit. Er staat een twintigtal fietsen in de rekken, waarvan sommige nog uit het precorona-tijdperk lijken te stammen. Op de faculteit Geesteswetenschappen is het stil. Op het scherm bij de ingang staan welgeteld drie gereserveerde colleges. Alleen: de zaal waarin de cursus ‘Marokkaans Arabisch voor beginners’ wordt gegeven is echter leeg, en donker. Al gauw verdwijnt het vak van het scherm.
Vers in september
Boven in het Lipsius is wat bedrijvigheid. Tussen de lege lokalen en verlaten kantoortjes wacht de geschiedenisstudent Sakina Mouami (22) in het computerlokaal op haar ‘mentorkinderen’. Ze verwacht dat twee of drie van hen uiteindelijk wel komen opdagen. ‘We hebben het idee van een fysieke meeting opgegooid, maar de groep was wat terughoudend. De meesten hadden geen zin om naar Leiden te komen. Begrijpelijk, want ze wonen bijna allemaal nog thuis.’
Ze heeft niet het idee dat een dag onderwijs per week veel uitmaakt. ‘Voor die vier weken die we nog over hebben ga je toch niet dat hele systeem weer omgooien? Begin nou maar gewoon vers in september.’
Dat is ook de strekking van de mail die de meeste studenten hebben gekregen. Tegen de tijd dat de roosters aangepast zijn, is het semester alweer voorbij, luidt de boodschap. Vandaar dat geen enkele faculteit nu het roer nog drastisch gaat omgooien.
Toch al gewend
De bèta’s houden het bij de reeds toegestane practica, bij de alfa’s en de gamma’s verandert er in de praktijk nauwelijks iets. Persoonlijke afspraken met studiecoördinatoren, mentorbijeenkomsten of een vragenuurtje met docenten mogen gelukkig weer.
Eerstejaars Huub van Gisbergen sluit aan in het computerlokaal. Hij heeft zijn mentor in september voor het laatst gezien bij de eerstejaarsdagen. Hij ziet op dit punt in het semester niet heel veel heil in het opschudden van het systeem. ‘Ik ben er nou toch al aan gewend. Voor sommige mensen is het misschien anders, als ze zich echt disconnected voelen ofzo.’
De tweede fysieke activiteit op de faculteit geesteswetenschappen is een werkgroep ‘Visuele Bronnen.’ Althans, de werkgroep was vanochtend en gewoon online, maar het was de studenten toegestaan om daarna een zelfstudie te doen in het lokaal en eventueel vragen te stellen. Docent Fenneke Sijsling vond dat ze snel gebruik moest maken van de mogelijkheid om iets op te zetten. ‘Als ik nu nog een gastspreker moet benaderen is het semester straks alweer afgelopen.’ Ze pauzeert met vier van haar studenten in de tuin van het Huizinga.
Socialer
Geschiedenisstudent Lex Dekker is blij met de mogelijkheid. ‘Het voelt een beetje als de UB, maar dan socialer.’ Een echte verandering merkt hij nog niet zo. ‘Ik heb een vriendin in Utrecht die net aan een nieuw blok begint. Kijk, dan maakt het verschil.’
Hij geeft aan dat hij het coronabeleid allang niet meer snapt. ‘Ik heb het volgen van de regels een beetje opgegeven. Ik was laatst met iemand die nog op de middelbare school zit. Hij is exact mijn leeftijd, maar hij ziet dagelijks honderden mensen. Het gaat nergens over.’
Toch is de sfeer in de Huizingatuin goed. De jassen gaan uit, en Sijsling trakteert haar studenten op wat te drinken. Ze is tevreden met de opzet. ‘Ik doe gewoon wat van mijn werk, en zij kunnen vragen stellen over de stof. Verder schijnt het zonnetje en is er koffie.’