Nieuws
Kiezen of kaasschaaf: hoe maak je plannen zonder geld?
Het bestuur van Geesteswetenschappen presenteerde een strategisch plan voor de periode 2022-2027. ‘Zoals het er nu staat, is het te rooskleurig.’
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 18 november 2021
Illustratie Bas Schot

De faculteiten Geesteswetenschappen hebben het moeilijk. De financiering van onderzoek staat onder druk, terwijl de werkdruk onder de medewerkers torenhoog oploopt.

Bij de Leidse faculteit is dat niet anders. In een nieuw strategisch plan schetst de faculteit in vijf punten de ambities voor de komende jaren (zie kader).

‘Ik lees prachtige doelstellingen waarmee je het alleen maar eens kan zijn’, zei raadslid Adriaan Rademaker, toen het plan werd besproken in de faculteitsraad. ‘Maar hebben we te weinig middelen om alles optimaal te kunnen doen. Ik mis hoe we keuzes maken. Gaan we met de kaasschaaf te werk? Of sommige doelen minder doen en andere meer?’

Een ‘valide punt’, vond decaan Mark Rutgers. ‘We zitten met smart te wachten op ondersteuning uit Den Haag voor ons onderzoek en onderwijs. We moeten bekijken welke punten we wel en niet kunnen doen, ook met het oog op werkdruk.’

'Je kunt wel vier baanbrekende boeken produceren, maar daar word je geen universitair hoofddocent mee'

Inhoudelijk was er vooral kritiek op het punt van loopbaanontwikkeling. ‘We zagen laatst in de begroting dat er nauwelijks carrière mogelijk is wat betreft groeien in functies of salaris’, zei raadslid Claartje Levelt. ‘Op 128 universitair docenten kan er misschien één ooit universitair hoofddocent worden. Wat is die carrière dan, hoe definieer je die? Zoals het er nu staat, vind ik het te rooskleurig.’

Raadslid Jan Frans van Dijkhuizen viel over de formulering dat ‘de metriek van onderzoeksoutput de onderwijsprestaties niet mag overschaduwen’. ‘Ik vind het verhullend. Output is namelijk helemaal niet belangrijk in een loopbaan. Wat telt is funding: je maakt carrière door grote onderzoeksprojecten binnen te halen. Je kunt wel vier baanbrekende boeken produceren, maar daar word je geen universitair hoofddocent mee. We blijven vasthouden aan de fictie dat je met onderzoeksoutput carrière kunt maken, maar dat is gewoon niet zo.’

‘Het is zeker niet de bedoeling om dat te verhullen’, reageerde Rutgers. ‘Het is een serieus probleem waar we met NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, red.) veel over in gesprek zijn. Ik zie echter zat universitair hoofddocenten die niet enorme beurzen hebben binnengehaald, maar echt verder komen met publicaties. Het probleem is dat we een beperkt aantal UHD- en hoogleraarsposities hebben. Daar komt nog bij dat we in onze faculteit een geringe doorstroming hebben. Sommigen zitten twintig jaar op dezelfde plek. Dat is een extra probleem.’

'Niet alles wat we doen is in gelijke mate sexy'

‘We moeten heel concreet worden over welke carrière je kunt maken binnen de universiteit’, zei raadslid Rint Sybesma. ‘Bij mijn instituut LIAS leidt dat tot heel veel commotie en misverstanden.’ Ook noemde hij het ‘gevaarlijk’ om maatschappelijke impact van onderzoek mee te nemen in de waardering. ‘Niet alles wat we doen is in gelijke mate sexy en ook niet is van alles even makkelijk aan te tonen of het maatschappelijk relevant is.’

Rutgers zei dat niet alleen de impact van onderzoek belangrijk is om mee te wegen, maar ook de mate waarin onderzoekers tijd steken in bijvoorbeeld het geven van lezingen. ‘We vinden het ook belangrijk dat onze onderzoekers in de samenleving zichtbaar maken wat wij doen. Maar blijkbaar is dat punt in het plan niet goed duidelijk gemaakt, dus dat neem ik mee.’

Raadslid Suzé Klok miste aandacht voor de ondersteunde staf. ‘Er wordt met geen woord gerept over loopbaanontwikkeling voor hen. Dat vind ik best bijzonder, want we hebben er heel veel van.’ Ook daar beloofde Rutgers nog naar te kijken. In een later stadium wordt het plan ter instemming voorgelegd aan de raad.

De strategie van Geesteswetenschappen in vijf punten

De faculteit Geesteswetenschappen heeft een facultair strategisch plan geschreven voor de periode 2022-2027, waarbij ‘verschillende uitdagingen in het verschiet’ liggen.

‘Het veld van onderzoeksfinanciering wordt almaar competitiever en dat veroorzaakt spanningen op het gebied van personeelsbeleid en individuele loopbaanontwikkeling’, staat in het plan. ‘Het aantal studenten blijft toenemen en dat vergt meer tijd van de medewerkers, terwijl onderwijs nog altijd ondergewaardeerd blijft bij personeelsbeoordelingen.’

Daar komt nog bij dat de waarde van geesteswetenschappelijk onderzoek ‘vaak over het hoofd wordt gezien in een wereld die gedomineerd wordt door economische logica en technologische rationaliteit’, aldus het plan.

In vijf punten schetst de faculteit de ambities voor de komende jaren:

  • De faculteit wil haar positie versterken binnen de internationale top van onderzoek en onderwijs, onder meer door nauwer samen te werken met andere onderzoekers binnen en buiten de universiteit en succesvoller te worden in fondsenwerving.
  • Het brede onderwijsaanbod moet zoveel mogelijk worden behouden, al is de overheidsfinanciering voor kleine studies ‘mogelijk onvoldoende om voortzetting in hun huidige vorm’ te garanderen. ‘Alle middelen om opleidingen in stand te houden, bijvoorbeeld door kleinere studies onder een breder label te verenigen of door nauwere samenwerking te organiseren met andere universiteiten, zullen moeten worden overwogen’, staat in het plan.
  • Studenten moeten beter worden voorbereid op carrièremogelijkheden, bijvoorbeeld door meer nadruk te leggen op ‘Digital Humanities’. In onderwijs en onderzoek zal meer gebruik worden gemaakt van big data en het doorzoeken van gedigitaliseerde bronnen. Ook wordt digitale technologie zelf meer een onderzoeksobject, bijvoorbeeld door studenten de ethische kant ervan te laten onderzoeken.
  • Om ‘grotere diversiteit aan loopbaantrajecten te creëren’ wil de faculteit ‘persoonlijke ontwikkeling mogelijk maken en aanmoedigen’. Daarbij is het van belang dat docenten voldoende onderzoekstijd behouden. De faculteit zal zich ‘blijven inspannen om voldoende en niet gefragmenteerde onderzoekstijd voor wetenschappelijk personeel veilig te stellen’.
  • Tot slot moet het welzijn van al het personeel en de studenten verbeteren. Voor studenten wil ze blijven voortbouwen op initiatieven als het Caring Universities Project, de Wellbeing Weeks, POP Corners, studentmentoren en de aanstelling van een wellbeing officer. Voor al het personeel moet de werkdruk worden teruggebracht. Specifiek voor het wetenschappelijk personeel moet de verhouding tussen onderwijs, onderzoek en bestuurstaken terug in balans worden gebracht.